Tag Archief van: persoonlijke missie

Een zestal tips, ideeën om je op weg te helpen

 

Wat te doen als je goed bent in je werk, maar er geen voldoening uit haalt?

Als je je baan vreselijk vindt, maar wel een vorstelijk salaris hebt?

Of als je niet gelukkig bent met je werk, omdat je je werk niet zinvol vindt?

 

Die vragen kunnen je behoorlijk bezighouden. Het kan zijn dat je als persoon niet meer past bij het werk dat je doet. Dat je er niet meer gelukkig mee bent.

Maar ook al weet je dat het werk dat je doet niet optimaal meer bij je past, het is lang niet altijd gemakkelijk om te veranderen van werk.

Het is veel gemakkelijker om je situatie te laten zoals die is. Ik hoor dat ook met regelmaat in mijn gesprekken met potentiële klanten.

Hoe dat werkt, lees je in mijn artikel.

 

En ook al is het niet gemakkelijk om je situatie qua werk te veranderen, ik geef je een zestal tips die je kunnen helpen om een verandering in gang te zetten en persoon en werk te reconnecten.

Daarbij heb ik me laten inspireren door een video van Roman Krznaric.

 

Persoon en werk reconnecten; hoe pak je dat aan?

photo by: tourist_on_earth

 

Een nieuwe koppeling tussen persoon en werk rond je veertigste is helemaal niet vreemd

 

Als je een studie gedaan hebt en na afstuderen een keuze maakt voor werk, kun je maar moeilijk inschatten hoe je je in de toekomst zult ontwikkelen.

Op je 35e of 45e kunnen bijvoorbeeld je leefomstandigheden, je interesses en waarden totaal veranderd zijn. Zodanig veranderd, dat wie jij bent als persoon niet meer past bij het werk dat je doet.

 

 

Maar weinig mensen durven gaande hun loopbaan de bakens echt te verzetten en een nieuwe koppeling te maken tussen persoon en werk

 

Wist je, dat uit onderzoek van het UWV blijkt dat afgelopen jaar bijna 1,5 miljoen mensen wisselden van baan? Dat komt neer op één op de vijf werknemers.

En dat zijn dan mensen die écht stappen hebben gezet. Groter is het aantal mensen dat wel zou willen veranderen van baan, maar om wat voor reden dan ook terugschrikt voor de mogelijke gevolgen.

 

Mensen blijken van nature eerder risicomijdend dan risiconemend.

Verliezen heeft kennelijk twee keer zo veel impact op ons als winnen. Of we nu in een casino zitten of denken aan een andere baan.

Bij het maken van keuzes zijn we dan ook geneigd om te overdrijven wat er mis kan gaan. En we leggen kennelijk graag het accent op zwakke punten en risico’s.

In een van mijn vorige artikelen besprak ik al een zevental woorden of zinnen die je uit je vocabulaire zou moeten schrappen, als je iets aan je situatie wilt veranderen en gelukkig wilt zijn met je leven en werk.

Wil je daadwerkelijk een verandering in je situatie bewerkstelligen, dan moet je stevig in je schoenen staan. Temeer omdat je omgeving geneigd is om jou te beschermen tegen risico’s. Jouw omgeving zal je over het algemeen dan ook eerder weerhouden van het zetten van stappen, dan dat stimuleren.

 

Er valt zoveel te kiezen met betrekking tot je loopbaan, dat het heel begrijpelijk is dat je in verwarring raakt.

En dat je bang bent spijt te krijgen van je beslissing. Maar die angst zorgt ervoor dat je maar blijft zitten waar je zit. Ook al ben je jouw baan ontgroeid of ben je helemaal niet gelukkig met je werk in relatie tot je privéleven.

 

 

Een zestal tips die je helpen om persoon en werk dichter bij elkaar te brengen

 

1.   Laat je keuze niet bepalen door testresultaten

Tests geven geen uitsluitsel over welk werk optimaal bij je past. In een eerder artikel heb ik daarover geschreven.

Roman Krznaric ageert zelfs tegen het gebruik van tests, omdat ze je op een verkeerd spoor kunnen zetten. Hij zegt dan ook: ‘Pas op met persoonlijkheidstests.’

 

2.   Vraag je af of je een high achiever of een wide achiever bent

Voel jij je meer een specialist op een specifiek terrein, een high achiever of ben jij breder inzetbaar?

 

Bij de wide achievers kun je ook denken aan wat men noemt de portfoliowerkers en de seriële specialisten.

Een portfoliowerker is iemand die verschillende banen tegelijkertijd heeft. Vaak op freelance basis. De portfoliowerker bouwt een veelzijdig pakket aan kennis en ervaring op. Hij kiest zelf aan wie hij zich verhuurt, voor hoe lang, voor welke taak en tegen welk tarief.

Een seriële specialist is een professional die veel expertise en competenties heeft in een aantal domeinen. Hij is geneigd om zich om de zoveel jaar in een nieuw domein te verdiepen en zich daarin te specialiseren. Hij bouwt daarbij voort op vroegere ervaringen en interesses.

Als je graag flexibel wilt werken, dan heb je niet alleen als portfoliowerker, maar ook als seriële specialist veel mogelijkheden. Je bent gemakkelijk inzetbaar. En dat is beslist niet verkeerd.

 

3.   Onderzoek hoe en waar jouw normen, waarden en talenten aansluiten bij de behoeften in de maatschappij

Vraag je af hoe je je talenten het best kunt inzetten, in overeenstemming met je normen en waarden.

Waar de behoeften van de wereld en je talenten elkaar kruisen ligt je roeping.’ (Uitspraak van Aristoteles).

Om ook op de lange termijn voldoening te ervaren in je werk, is het belangrijk dat het werk aansluit bij jouw persoonlijke missie, your bigger why.

Meer over your bigger why lees je in mijn artikel Waarom doe je wat je doet?.

 

4.   Zoek flow-ervaringen

Als je in the flow bent, ga je zo op in wat je doet, dat je alles om je heen vergeet.

Wil je goed in kaart krijgen op welke momenten of bij welke activiteiten jij flow ervaart? Houd dan eens een flow-dagboek bij en houd bijvoorbeeld eens dertig dagen bij, wat je vooral erg leuk vond om te doen.

Overigens kun je in bijna elke baan meer flow creëren door jezelf doelen te stellen. En eventueel kun je flow ook buiten je baan zoeken. Daardoor kan je werk ook in een ander daglicht komen te staan.

 

5.   Handel eerst, reflecteer later

Of anders gezegd: probeer ervarenderwijs uit wat je voldoening geeft.

Wil je ervaren of iets echt bij je past? Kijk dan of je als proef vrijwilligerswerk kunt doen in de richting die jou voor ogen staat. Of kijk of je met een professional mee kunt lopen.

 

6.   Bouw ander werk geleidelijk aan op

Houd je baan en ga daarnaast experimenteren in de nieuwe richting die jou voor ogen staat. Roman Krznaric noemt dat vertakken.

Vraag je af wat je morgen of volgende maand al kunt doen om zo’n vertakking te realiseren.

 

Heb jij het gevoel dat het werk dat je nu doet niet meer bij je past en dat het tijd is om persoon en werk te reconnecten?

Wil jij stapsgewijs en gestructureerd werk maken van ander werk?

Bel (06-54762865 / 0575-544588)  of e-mail ([email protected]) me voor het maken van een afspraak voor een oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Tips die je op weg helpen om een onderscheidend antwoord te geven op een cruciale vraag

 

“Omdat ik een baan wil”, was het spontane, maar serieuze antwoord van een van mijn cursisten.

In een van mijn 3-daagse trainingen ‘Bouw je ideale loopbaan‘ vroeg ik de deelnemers wat hun antwoord zou zijn op de vraag “Waarom deze functie voor jou?”.

De aanleiding was een visualisatie oefening met betrekking tot hun ideale werk.

Het antwoord van mijn cursist is niet het antwoord, waar een selecteur op zit te wachten. Sterker nog, ik denk dat het een antwoord is, dat men niet wil horen.

Een werkgever is er namelijk niet om jouw probleem op te lossen. Integendeel, jij bent er om het probleem van een werkgever op te lossen.

Het is goed om je dat te realiseren.

 

Waarom deze functie voor jou?” Of: “Waarom wil jij voor onze organisatie werken?

Het zijn varianten op eerstgenoemde vraag. Het zijn gegarandeerd vragen die je kunt verwachten als je solliciteert naar een baan.

Mogelijk zijn jou die vragen ook al eens voorgelegd.

 

Wat is dan een antwoord dat wél aan verwachtingen voldoet, vraag je je misschien af. En wellicht nog interessanter, wat is een antwoord waarmee je je van anderen onderscheidt?

In mijn artikel help ik je op weg.

 

 

“Waarom wil je hier werken?”

 

Het is een valkuil om deze vraag op te pakken als een simpele vraag. Dat is het beslist niet.

 

De vraag gaat over je belangstelling voor die functie, voor die organisatie.

Bij je antwoord kun je denken aan wat jou zodanig in de organisatie en in de functie interesseert dat je er je werk van wilt maken.

 

De vraag gaat ook over waarden.

Wat maakt de organisatie en de functie voor jou de moeite waard om je daarvoor in te zetten? Daarvoor te gaan?

Wat vind jij zodanig belangrijk dat je daar een groot deel van je tijd mee bezig wilt zijn?

Dat heeft alles te maken met je persoonlijke missie. En dus met de waarden die jij terug wilt zien in het werk dat je doet.

 

 

“Waarom wil je hier werken?”; het is onverstandig om een eendimensionaal antwoord te geven

 

Ook al roept een waarom-vraag een rechtlijnig daarom-antwoord op. De werkelijkheid is veel complexer.

Zo ook bij de vraag “Waarom wil je hier werken?”.

 

Ook al wordt de vraag als een ‘waarom-vraag’ gesteld, ik adviseer je om daarop géén eendimensionaal antwoord te geven.

Als je tenminste recht wilt doen aan de vraag. En de kans wilt grijpen om je te profileren met je kwaliteiten.

Want wil je je onderscheiden van anderen, dan zijn er gegarandeerd meer aspecten die je in jouw daarom-antwoord naar voren kunt brengen.

Meer aspecten dan bijvoorbeeld alleen “Omdat ik een baan wil”. Of misschien wel “Omdat het zo goed verdient”.

Dat laatste antwoord is overigens ook een voorbeeld van een antwoord dat men niet wil horen. Dat denk ik tenminste.

 

Herformuleer voor jezelf de vraag “Waarom wil je hier werken?”.

Maak die herformulering in het gesprek gerust expliciet. Denk als het ware hardop. In een gesprek is dat een heel effectieve interventie.

Zeg bijvoorbeeld:

“Uw vraag “Waarom wil je hier werken?”; daar wil ik graag een en ander over zeggen.

Graag noem ik u een aantal factoren (of redenen) die de functie en uw organisatie interessant maken voor mij. En wat mij drijft om mij voor de functie en uw organisatie in te zetten”.

 

En benoem en leg vervolgens uit, op grond waarvan jij in betreffende functie en bij betreffende organisatie wilt werken.

Geef op zijn minst drie redenen.

 

Ik geef je een aantal tips.

 

 

Tips die je op weg helpen om een onderscheidend antwoord te geven op de vraag “Waarom wil je hier werken”

 

1. Laat zien en horen hoe de functie en de organisatie passen bij wat jou interesseert.

Jouw interesse is wellicht een van de redenen waarom je voor betreffende organisatie wilt werken.

Laat horen en laat voelen waar jij helemaal enthousiast over bent.

Bereid je daar goed op voor, zodat je een overtuigd en overtuigend verhaal kunt presenteren. Maak je dat verhaal eigen, zodat het écht van jezelf wordt.

 

2. Laat zien en horen hoe de functie past bij wat jij te bieden hebt.

De goede aansluiting tussen de functie, de organisatie en wat jij te bieden hebt, is wellicht een van de redenen voor jou om voor hen te willen werken.

Laat zien en horen wat jij voor hen kunt betekenen. En niet onbelangrijk, wat het hen oplevert als ze jou in dienst nemen.

Onder andere daarom wil jij graag voor hen werken. Omdat je ervan overtuigd bent dat het hen resultaten oplevert.

Zorg dan ook dat je heel helder voor ogen hebt welke resultaten jij met de inzet van jouw kwaliteiten voor andere organisaties hebt neergezet. Heb je die voorbeelden op het puntje van je tong, dan kun je er enthousiast en to the point over vertellen.

En zo de link maken naar de resultaten die betreffende organisatie kan verwachten. Als ze gebruik maken van jouw expertise.

 

3. Laat zien en horen hoe je past bij de cultuur van de organisatie

Doe goed je onderzoek naar de cultuur van de organisatie, zodat je daar een goed beeld van hebt en daarop aan kunt sluiten.

Oriënteer je naar de missie, de waarden en de toekomstvisie van de organisatie. Vraag je af in hoeverre die matcht met jouw waarden en jouw missie en vooral met jouw missie met betrekking tot werk.

Welke indruk heb je gekregen van de mensen die er werken? In hoeverre is het wat mensen betreft voor jou een goede omgeving om te werken?

In hoeverre sluiten de arbeidsomstandigheden aan bij wat jij nodig hebt? En misschien daarnaast nog bij wat jij wenst?

Is er een goede match, dan is dat een heel mooie reden als deelantwoord op de vraag “Waarom wil je bij ons werken?”.

 

 

Wellicht kun je uit eigen ervaring nog meer punten noemen, die voor jou onderdeel zijn van jouw antwoord op de vraag “Waarom wil je hier werken?”.

Heb je nog aanvullingen? Ik lees het graag.

 

 

 

Heb jij nog onvoldoende helder wat jij met jouw kwaliteiten te bieden hebt?  

En welke resultaten jij met de inzet van jouw kwaliteiten voor andere organisaties hebt neergezet?

Ben je nog zoekende wat jou zodanig interesseert en wat zodanig belangrijk voor je is dat je daaraan een bijdrage wilt leveren met wat je doet in je werk?

Lees mijn aanbod met betrekking tot de 3-daagse training ‘Bouw je ideale loopbaan’ en meld je aan.

Wil je eerst je vragen aan me voorleggen? Bel (0575-544588/ 06-54762865) of e-mail ([email protected]) me gerust.

 

 

 

 

Het risico van wachten met veranderen van baan tot het eigenlijk te laat is

 

“Binnen mijn huidige baan loop ik tegen een aantal obstakels aan. Ik heb veel last van lichamelijke klachten, vooral hoofdpijn. Ik ben me al een tijd aan het oriënteren op ander werk, maar ik weet niet goed waar te beginnen. Wat past bij mij? Wat is te realiseren? Kan ik dit werk blijven doen, maar zonder de klachten?”

Annemiek trekt tijdig aan de bel. Maar dat geldt beslist niet voor iedereen.

Jij kent ze vast ook in jouw omgeving; mensen die maar doorgaan in hun werk, ook al valt het werk hen heel erg zwaar. Totdat hun lijf op een gegeven moment aangeeft dat het echt genoeg is en werkt als een noodrem.

Misschien herken je jezelf in de omschrijving. Gedreven als je bent, ben je vooral aan het geven zonder dat je daar veel voor terugkrijgt. Met het risico dat je leegloopt.

Het is beter om dat te voorkomen en tijdig te veranderen van baan, voordat het te laat is.

Wacht dus niet met het dempen van de put tot het kalf verdronken is.

 

Wacht niet met veranderen van baan tot het eigenlijk te laat is

 

Bekijk tijdig of je jouw baan zo kunt kneden dat die weer beter bij je past

 

Onderzoek of je kunt jobcraften; je baan zo kunt modelleren dat die weer beter bij je past.

Om je baan te veranderen, hoef je niet altijd direct van baan te veranderen.

Een tweetal artikelen op mijn blog geven je handreikingen hoe je dat daadwerkelijk kunt doen.

In het eerste artikel leer je een diagnose maken van je huidige werk en krijg je inzicht, waar je aan kunt ‘sleutelen’ om je werk passender te maken.

In een volgend artikel leer je hoe je de voor jou problematische aspecten van je werk aan kunt pakken en de knelpunten op kunt lossen.

 

 

Wat als jobcraften geen perspectief biedt op een passender baan

 

Het kan zijn, dat je al tot de conclusie gekomen bent dat je jouw baan niet passend kunt maken. Dat je dus moet veranderen van baan.

Zo kwam bijvoorbeeld een van mijn coachklanten na een werkperiode van vijf maanden in een nieuwe baan, tot de conclusie dat zowel de werkomgeving als de inhoud van de functie niet bij haar passen.

En dat ze beide niet kan veranderen.

Voor haar was het dan ook een logisch besluit om te veranderen van baan. Ook al had ze een contract voor onbepaalde tijd, in goed overleg met haar werkgever is zij gekomen tot contract beëindiging.

Een heel wijs besluit. Ook een krachtig besluit.

Menigeen is geneigd om in zo’n situatie toch maar door te gaan en zich te schikken in zijn lot. Te kiezen voor de zekerheid van een vaste baan, in plaats van te kiezen voor werk dat inhoudelijk en qua werkomgeving bij je past en dat voldoening geeft.

Inherent aan het besluit van mijn coachklant is dat ze de onzekerheid van het vooralsnog niet hebben van een passend alternatief, voor lief neemt. Maar vanuit een basishouding van zekerheid dat die passende baan er gaat komen, wordt daaraan doelgericht gewerkt.

 

 

Jouw persoonlijke missie als meetlat

 

Werk is onderdeel van je leven. Werk is niet je leven.

Dat is mijn visie en die draag ik graag uit.

Naast werk zijn er andere levensterreinen die belangrijk voor je zijn. Denk bijvoorbeeld aan je gezondheid, je relaties, je hobby’s, persoonlijke ontwikkeling.

Heb je jouw persoonlijke missie scherp, dan kun je keuzes daaraan afmeten.

Is werk bijvoorbeeld voor jou zodanig belangrijk dat je jouw gezondheid daarvoor wilt schaden? Dat je door wilt blijven gaan in de ogenschijnlijk mooie baan, terwijl je slecht slaapt, weinig energie hebt, je moe voelt? Zelfs de ervaring hebt van hyperventilatie?

Dat jij en je partner elkaar op werkdagen zo weinig zien dat je elkaar alleen ’s avonds tegenkomt bij het tandenpoetsen op de badkamer?

Is dat de prijs die je wilt betalen voor het aanzien, de status van een mooie baan en het daarbij passende inkomen?

Is je antwoord nee, durf dan in je eigen spiegel te kijken en trek je conclusies.

 

 

Anticipeer op ontwikkelingen in jezelf en in je omgeving

 

Wachten met veranderen van baan tot het eigenlijk te laat is, is een risico.

Het is wijs om te anticiperen op ontwikkelingen.

Gelukkig heb ik daar ook mooie voorbeelden van.

Zo mailde Johan mij:

“Op dit moment zijn er veel veranderingen en als gevolg daarvan ben ik voor de 3e keer ‘actief mobiel’. Ik merk dat ik de behoefte heb om verder te kijken naar de mogelijkheden van een nieuwe baan”.  

 

En zo had ik bijvoorbeeld ook een gesprek met Joris, waarna ik een voorstel voor een loopbaantraject voor hem heb uitgewerkt:

Op dit moment heeft hij het goed naar zijn zin in zijn werk. Maar zijn ervaring heeft hem geleerd dat hij na een tijdspanne van een jaar of drie, vier geneigd is om weer ‘naar buiten te kijken’ en op zoek te gaan naar een nieuwe uitdaging.

Voor hem is dat aanleiding om een beroep te doen op mij. En in een begeleidingstraject bewust stil te staan bij de vraag ‘Hoe wil ik verder in mijn loopbaan?

Vooralsnog gaat hij uit van de organisatie waar hij nu werkt. Want die organisatie wil hem graag behouden en hij heeft het er goed naar je zin.

 

Kortom

 

Wacht niet met het dempen van de put tot het kalf verdronken is.

Voorkom een burn out of een bore out.

Wacht ook niet met werk maken van ander werk tot je door gedwongen ontslag bij reorganisatie voor het blok wordt gezet. En dan op stel en sprong werk moet zien te maken van ander werk.

Stuur daarom tijdig bij en anticipeer op ontwikkelingen.

 

 

 

Zou je wel ander werk willen, maar heb je geen idee hoe dat andere werk eruit zou kunnen zien?

Laat het me horen. Klik op deze link en boek een afspraak in voor een oriënterend gesprek.

 

 

 

 

 

En balans is nodig om niet om te vallen.

Dat balans nodig is om niet om te vallen en vooruit te komen heb ik een kleine twee jaar geleden ervaren. Door wondroos aan een oor was mijn evenwichtsorgaan aangedaan. Ik heb nooit geweten dat je wondroos aan een oor kunt krijgen, terwijl je daar geen wondje hebt.

Toch was het zo.

Ik was totaal uit balans. Bij de trap aflopen moest ik me vasthouden aan beide leuningen. En voor een wandelingetje had ik een stevige hand nodig van Martin. En die moest voortdurend bijsturen om mij een beetje in het gareel te houden.

Alleen eropuit kon echt niet. Ik weet nog dat ik voor een bezoek aan de huisarts voor de deur werd afgezet met de auto. Als een dronken vrouw me vast moest houden aan deurstijlen. En in de gang houvast moest vinden door mijn handen steeds weer op de muur te zetten.

Ik kwam vooruit, maar hoe.

Toen het weer wat beter met me ging en ik weer wat stabieler kon lopen, wilde ik wel eens proberen of ik kon fietsen. Natuurlijk wel onder begeleiding.

 

Balans is nodig om vooruit te komen. Net als bij fietsen.

 

Martin voorop en ik braaf in zijn kielzog.

Dat ging best aardig. Zo aardig dat ik misschien een beetje overmoedig werd.

In het buitengebied van Zutphen, met weinig verkeer, trapte ik even lekker door om Martin te passeren. Dat ging prima en ik genoot van het weer vrij kunnen fietsen.

Na een paar honderd meter was ik nieuwsgierig of Martin mij volgde en waagde ik het om even achterom te kijken. Dat was dus niet slim. Ik raakte uit balans, maakte een U-turn, een draai van 180 graden, en kwam in omgekeerde richting in de berm tot stilstand. Gelukkig wel met beide voeten op de grond, alhoewel een beetje in onbalans.

Daarna was het wel afgelopen met de pret. Heel voorzichtig ben ik verder gefietst, braaf achter Martin aan en met mijn hoofd recht vooruit en strak vooruitkijkend.

 

Niet alleen fietsen en lopen, maar alles in het leven draait om balans.

Balans in je privéleven, in je werk en balans tussen je privéleven en je werk.

En zoals je met je fiets geen balans hebt als je stil staat, zo vraagt balans in je leven voortdurend om beweging.

Als je denkt dat je een goede balans gevonden hebt, dan komt er vaak wel weer iets op je pad dat noodzaakt tot bijsturing om weer in balans te komen. Bijvoorbeeld een extra opdracht of een zieke collega op je werk. Een ziek kind thuis of dat je bij moet sturen omdat je zelf weinig energie hebt.

Het is een kwestie van voortdurend manoeuvreren om met name je energie in balans te houden. Het is dan ook belangrijk om je ervan bewust te worden en voor jezelf in kaart te brengen wat je energie kost en wat je energie oplevert. Zodat je tijdig bij kunt sturen en balans kunt creëren.

 

 

Kost je werk je meer energie dan het je oplevert?

En vind je het moeilijk om de vinger erachter te krijgen wat maakt dat je opbrandt, met als risico een burn-out?

Zou je weleens willen weten waar je aan kunt ‘sleutelen’, zodat je werk weer beter bij je past en je energie geeft in plaats van dat het je energie kost?

Plan een afspraak in voor een oriënterend gesprek met deze link.

 

 

 

 

Handreikingen om in de flowmodus te komen

 

Flow; je kent en herkent het zelf vast wel. Van die momenten dat je je helemaal ‘top’ voelt en topprestaties levert.

Dat je gefocust aan het werk bent en je werk superlekker loopt. Alsof het vanzelf gaat. En je je niet bewust bent van plaats en tijd.

Voor mij is dat bijvoorbeeld als ik een artikel schrijf en de tekst als het ware vanzelf uit mijn pen vloeit. Of als ik bezig ben met mijn keramiek en zodanig daarin opga, dat ik mijn omgeving en de tijd vergeet.

Of bij mijn coaching. Dat ik samen met mijn coachklant zo lekker aan het werk ben, dat het proces zich heel organisch voltrekt en een en ander zich gaande het proces ontvouwt.

Onlangs nog, had ik die ervaring en deelde die spontaan met mijn coachklant. Zelf voelend hoeveel energie het me geeft als ik lekker in de flow ben.

 

In de flow zitten is goed voor je lichaam en je geest. En weet dat flow universeel is; iedereen kan in de flow komen en je kunt zelf flow oproepen.

Ik geef je een aantal handreikingen om in de flowmodus te komen.

 

In de flow zitten is goed voor lichaam en geest

In de flow zitten voelt flowy

 

In flow leidt elke actie, elk besluit naadloos naar het volgende. Er is beweging, het proces vloeit voort.

Wat dat betreft vind ik flowy ook een mooi woord, ook al is het Engels. Het staat voor vloeiend, zwierig.

Zie je het voor je? Of ervaar je in je lijf hoe dat is?

Die vloeiende, zwierige beweging ontstaat niet vanzelf. Om de beweging op gang te laten komen, is focus nodig. Flow ontstaat alleen als je aandacht hebt voor waar je mee bezig bent.

 

 

Flow voelt niet alleen flowy, neurobiologisch is flow ook flowy

 

In flow worden er andere hersenstructuren actief.

Elke hersenstructuur die snelle besluitvorming zou kunnen belemmeren, wordt letterlijk afgesloten. Transient hypofrontality; de prefrontale cortex, het deel van ons brein waar de hogere cognitieve functies zitten, gaat langzamer werken.

De bewuste verwerking, het extrinsieke systeem, wordt ingeruild voor de veel snellere en efficiëntere verwerking van het onderbewuste, intrinsieke systeem.

Bovendien worden als je in flow bent, ook geluksstofjes als dopamine en endorfine aangemaakt.

Daarom voelt flow ook zo flowy en krijg je er energie van.

 

 

Vijf intrinsieke motivatiefactoren

 

Zoals gezegd, gaat in flow het extrinsieke systeem langzamer werken. Terwijl het intrinsieke systeem juist sneller gaat werken.

Het is dan ook geen wonder dat intrinsieke motivatoren een cruciale rol spelen bij het al dan niet in flow komen.

Bij die intrinsieke motivatoren kun je denken aan nieuwsgierigheid, passie, missie, autonomie en meesterschap.

Passie heeft daarbij niet alleen betrekking op wat je heel erg leuk vindt om te doen. Maar ook op waar jij graag een bijdrage aan levert. Omdat je bijvoorbeeld vindt dat we het tij moeten keren en zaken anders moeten organiseren: eerlijker, menselijker, inspirerender en innovatiever.

Passie in die laatste betekenis raakt aan missie. Meer daarover lees je in een van mijn vorige artikelen.

Meesterschap staat voor de drijfveer om goed, een expert te worden in wat je doet. En autonomie heeft te maken met vrijheid, die nodig is om je passie en je missie te volgen.

 

 

Fysieke en mentale gezondheid als fundament voor flowervaringen

 

Fysieke en mentale gezondheid zijn van invloed op in de flow komen. Heb daar dan ook aandacht voor.

Zorg bijvoorbeeld dat je zeven of acht uur slaapt, genoeg drinkt, goede voeding tot je neemt en een sociaal netwerk hebt voor support.

Realiseer je dat angst een negatieve invloed heeft op flow. Schrijf bijvoorbeeld eens dagelijks drie zaken op waarvoor je dankbaar bent. Dat heeft een positief effect op je welbevinden en vermindert angst.

 

 

Vind je eigen flow-triggers

 

Ga bij jezelf eens na wat momenten zijn dat je je het lekkerst voelt en betere prestaties levert? Schrijf die eens op.

En wat doe je mogelijk om ervoor te zorgen dat je gefocust met iets bezig kunt zijn en dus in de flow te komen? Heb je daar je eigen rituelen voor? Of neem je maatregelen zodat je niet uit je concentratie gehaald wordt?

Zet je bijvoorbeeld zoals Elke Geraerts, CEO van Better Minds at Work en doctor in de psychologie, een fysiek olifantje op je bureau of op je laptop? Om aan je omgeving te laten zien dat je geconcentreerd bezig bent en niet gestoord wilt worden? Of hang je een bordje ‘niet storen’ op je deur of gebruik je een app om niet gestoord te worden?

 

 

Psychologische triggers voor flow en je sociale omgeving als trigger

 

Bij psychologische triggers voor flow kun je naast de al genoemde gefocuste aandacht denken aan heldere doelen; weten wat je doet en waarom je het doet. En het gevoel hebben dat je ‘in control’ bent en competent voor wat je doet.

Ook directe feedback, weten hoe je iets nog beter kunt doen, helpt om in de flow te komen.

Je kunt je vast wel voorstellen dat je makkelijker in de flow komt als de taken waarmee je bezig bent het midden houden tussen te saai en te moeilijk; Goudlokje taken.

Met betrekking tot je sociale omgeving is het samen met gelijkgestemden bezig zijn met het realiseren van een duidelijk doel, een trigger voor flow. Net als goede communicatie met elkaar en als er serieus gewerkt wordt.

Een duidelijke einddatum waarop iets moet worden afgeleverd kan ook een trigger zijn. In die zin dat je niet het risico wilt lopen dat je niet op tijd kunt (op)leveren.

 

 

 

PS: Mis je momenten van flow in je werk?

Vraag je je af hoe je je werk meer naar je hand kunt zetten zodat het beter bij je past? Kun je je kwaliteiten onvoldoende inzetten? Of werkt de omgeving eerder negatief voor je in plaats van dat die je inspireert?

Maak een afspraak voor een oriënterend gesprek met deze link.

 

 

 

 

Waarom werkdruk op zichzelf geen probleem hoeft te zijn

 

Werkdruk te hoog? Eigen schuld, dikke bult; las ik in MT/Sprout. Deels kan dat inderdaad zo zijn, maar om te hoge werkdruk nu te labelen als eigen schuld? Alsof jij als werknemer maar moet veranderen, anders naar je werk moet kijken en er anders mee moet leren omgaan?

Alsof het jouw schuld is dat je de werkdruk als te hoog ervaart omdat je je verantwoordelijk voelt voor je werk. En bijvoorbeeld als ok-assistente, je geroepen voelt om in te springen voor een zieke collega. Of als dierenarts, je geroepen voelt om na werktijd nog bloed- en urineonderzoekjes te doen. Omdat je daar tussen de consulten niet aan toe komt.

Deels kun je anders leren omgaan met je werk; je minder verantwoordelijk voelen, minder hoge eisen stellen aan jezelf in relatie tot je werk, duidelijk je grenzen aangeven en op je strepen staan. Maar of dat je werkplezier en werkgeluk ten goede komt?

 

Werkdruk te hoog?

 

Werkdruk is niet hetzelfde als het druk hebben op je werk

 

Je kunt het druk hebben en geen werkdruk ervaren omdat je heel enthousiast bent over wat je doet. Je voelt je betrokken bij je werk en de organisatie waarvoor je werkt.

Hard werken houd je dan goed vol, omdat je tijdens je werk vooral flow ervaart. Je gaat helemaal op in wat je doet, beleeft er plezier aan en bent intrinsiek gemotiveerd.

Als je bevlogen je werk doet, dan levert werk je energie op, in plaats van dat het je energie kost. Het druk hebben met je werk is dus niet per definitie ongezond.

Werkdruk ervaar je als je functie hoge eisen aan je stelt en je wordt uitgedaagd om je kwaliteiten ten volle te benutten.

 

 

Werkdruk is niet per definitie ongezond

 

Werkdruk kan heel gezond zijn.

Het wordt pas een probleem als de druk te hoog of te laag is. Bij te hoge werkdruk heb je het gevoel dat je niet kunt voldoen aan de eisen die je aan je worden gesteld. Met als gevolg stress, waardoor je werk je meer energie kost dan het je oplevert. Dat kan uiteindelijk leiden tot burn-out.

Bij te lage werkdruk word je onvoldoende uitgedaagd en kun je jouw kwaliteiten onvoldoende benutten. Met als risico dat je in een bore-out belandt; je wordt ziek van verveling.

Het lastige is, dat de symptomen van een bore-out deels hetzelfde zijn als de symptomen van een burn-out. Waardoor je de symptomen soms verkeerd interpreteert. En dat je, zoals ik weleens van coachklanten hoor, de indruk hebt dat je een burn-out hebt, terwijl je juist onvoldoende aan je trekken komt. En dus een bore-out hebt.

 

 

Als aan basisbehoeften wordt voldaan, dan kun je heel wat werkdruk aan

 

Bij die basisbehoeften moet je denken aan autonomie (vrijheid en vertrouwen), competentie (uitdaging en waardering) en verbinding (ervaren van steun en voldoening).

Arnold Bakker, hoogleraar arbeids- en organisatiepsychologie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, doet onderzoek naar bevlogenheid op het werk. Bekend van zijn werk is het JD-R-Model. JD staat voor Jobdemands (taakeisen) en R voor Resources (hulpbronnen/ energiebronnen).

Taakeisen die aan je worden gesteld kun je als stressoren ervaren, maar ook als uitdaging. Dat hangt af van de energiebronnen die er zijn om de taakeisen op te vangen. Naarmate je meer de beschikking hebt over energie- en hulpbronnen, kun je hoge taakeisen beter aan.

Die energiebronnen kunnen persoonlijk gerelateerd zijn, maar ook werk gerelateerd en dus gekoppeld aan je werkomgeving.

Wil je nog eens nalezen hoe dat werkt? Klik dan hier.

 

 

Werkdruk te hoog?

 

Ik vind het al te makkelijk geredeneerd en te kort door de bocht om te zeggen: ‘Werkdruk te hoog? Eigen schuld, dikke bult’.

Daarvoor spelen bij te hoge werkdruk te veel factoren een rol. En kan de werkomgeving in combinatie met de persoonlijkheid ervoor zorgen dat je opbrandt in je werk of juist heel gemotiveerd presteert.

Inzicht in de factoren die een rol spelen kan je wel degelijk helpen om meer grip te krijgen op de werkdruk die je ervaart en waar je zelf verandering kunt bewerkstelligen.

In een coachtraject onderzoeken we dan ook waar je tegenaan loopt in je werk en wat met name maakt dat je werk je zo veel energie kost. Zo veel, dat je met enige regelmaat té moe bent om te werken.

En niet onbelangrijk, in hoeverre je zaken naar je hand kunt zetten. Op en in je werk, maar ook daarbuiten. Want vaak is te weinig opladen buiten je werk ook een belangrijke factor die een rol speelt bij te hoge werkdruk.

 

 

 

Ervaar je de druk op je werk als te hoog?

Wil je graag de vinger erachter krijgen wat maakt dat je werk je zoveel energie kost in plaats van dat het je energie oplevert?

Plan gelijk even een afspraak in voor een oriënterend gesprek met deze link. In een oriënterend gesprek onderzoeken we wat maakt dat je ‘leegloopt’ op je werk. En wat punten zijn om aan te ‘sleutelen’ om daarin verandering te brengen.

 

 

 

 

Hoe je door goed onderhandelen een betere balans creëert tussen je werk en je privéleven

 

In mijn vorige artikel heb je kunnen lezen hoe je door het maken van keuzes voorkomt dat je achteloos meegaat in de stroom van drukte.

Ook gaf ik je in dat artikel een aantal tips om jouw drukte de baas te zijn.

Een van die tips betreft het bewaken van je grenzen. Je kunt niet ongestraft meer verplichtingen op je nemen. Er is een punt waarop je ten behoeve van jezelf, je gezin, je werk zult moeten onderhandelen over je grenzen.

Dat onderhandelen gaat lang niet iedereen gemakkelijk af.

In mijn artikel help ik je op weg, zodat je je door goed onderhandelen een weg kunt banen uit de drukte en komt tot een betere werk-privé-balans.

 

 

Drie manieren van omgaan met drukte die je te groot wordt

 

Drukte hoef je niet over je heen te laten komen. Je hebt wel degelijk een keuze hoe met drukte om te gaan.

Een manier van omgaan met drukte is drukte accepteren als deel van leven. Zeker als drukte de sociale norm is in de kringen waarin jij verkeert. Bovendien is het vaak veel makkelijker om je mee te laten nemen in de stroom van drukte en te zien hoe dat uitpakt, dan om eruit te stappen.

Een andere manier van ermee omgaan is je er resoluut aan onttrekken. Door bijvoorbeeld je ontslag in te dienen en werk te maken van ander werk, als de drukte op je werk te groot wordt. Onder het motto “Ze bekijken het maar”.

Beide manieren zijn niet echt optimaal. Je lost het probleem op dat moment misschien wel op, maar er is alle kans dat je er een vervelend onvoldaan gevoel aan over houdt.

Beter is het aangaan van het gesprek en zaken bespreekbaar maken. En kijken of je in goed overleg, door goed onderhandelen, kunt komen tot een oplossing die beide partijen past.

 

 

Niet alleen in je werk, maar ook in je privéleven heb je de keus om te onderhandelen

 

En zo jouw weg te banen uit de drukte.

Werk-privé-balans heeft te maken met balans in je werk, balans in je privéleven en balans tussen je werk en je privéleven.

 

Met de mensen die jou lief zijn is het over het algemeen gemakkelijker onderhandelen, dan met een leidinggevende.

In werksituaties is het sowieso vaak moeilijk om nee te zeggen en al helemaal tegen een hoger geplaatst iemand.

In de privésituatie is dat anders. Je hebt een veilige, respectvolle, gelijkwaardige relatie en dat maakt het gemakkelijker om in gesprek te onderhandelen en afspraken te maken over een juiste verdeling van tijd en energie. En over wie wat doet en welke taken je eventueel uitbesteedt.

Bijvoorbeeld aan een huishoudelijke hulp, zodat je je op die manier een weg kunt banen uit de drukte.

 

Ook al vind je onderhandelen in de werksituatie moeilijker dan in je privéleven, er komt een punt waarop je dat wel zult moeten doen.

Als je tenminste je eigen grenzen wilt bepalen en niet maar domweg wilt blijven doen wat je gezegd wordt.

 

 

Principieel onderhandelen versus positioneel onderhandelen

 

De beste manier van onderhandelen is een manier waarbij beide partijen baat hebben. Waarbij er geen winnaar en verliezer is, maar er een win-win situatie wordt gecreëerd.

Fisher en Ury hebben deze manier van onderhandelen beschreven in hun boek, in het Nederlands verschenen onder de titel Excellent onderhandelen.

De door hen gepropageerde methode van principieel onderhandelen is gestoeld op het blootleggen van de belangen die aan de wederzijdse posities ten grondslag liggen. En op het zoeken naar oplossingen die het wederzijds belang dienen.

Maak je wederzijdse belangen als uitgangspunt van een onderhandeling, dan staan er ineens veel meer wegen open om samen oplossingen te bedenken.  Oplossingen waarbij niemand zich de verliezer voelt. En zonder dat beiden iets van hun belang hebben hoeven inleveren.

Als de onderliggende belangen helder zijn, dan ligt de weg open voor een win-win-oplossing.

 

 

Hoe je op een positieve, productieve manier onderhandelt over nieuwe grenzen, uit de drukte

 

Bij een positieve, productieve manier van onderhandelen over nieuwe grenzen ga je als volgt te werk:

  • Ga voor jezelf goed na wat precies je onderliggende belangen zijn en waarin deze verschillen van de positie die je in een onderhandeling over hetzelfde onderwerp zou innemen.
  • Begin met een omschrijving van je belangen. Vergeet daarbij niet het woord omdat te gebruiken. Ik kom daarop terug bij mijn voorbeeld.
  • Stel je open voor de belangen van de ander.
  • Ga op zoek naar verenigbare belangen voor je op zoek gaat naar oplossingen.
  • Neem deze verenigbare belangen als uitgangspunt voor het zoeken naar creatieve oplossingen die tegemoetkomen aan de belangen van beide partijen.

Het woord omdat en wat erop volgt is cruciaal in deze, omdat het inzicht geeft in jouw waarom.

Zo was een van mijn coachklanten met een potentiële werkgever in onderhandeling over een mooie baan. Vier dagen wilde hij werken, omdat hij vader wordt van zijn eerste kindje. En in overleg met zijn werkende partner een deel van de week de zorg op zich wil nemen.

Zijn waarom was doorslaggevend.

Ook al was er tot nu toe niemand bij het nieuwe bedrijf die vier dagen werkte, hij kreeg zijn akkoord. Wellicht ook omdat de potentiële werkgever een zeer aantrekkelijke kandidaat niet wilde laten lopen.

 

 

Tips die je helpen om je grenzen te bewaken en ‘nee’ te zeggen als dat voor jou nodig is

 

Nee zeggen is over het algemeen niet gemakkelijk.

Zeker als jouw Ik (k)en mijn ikken sterk aanwezig is. En als je eerder geneigd bent om moeilijke situaties te vermijden dan uitdagingen aan te gaan.

Geïnspireerd door Tony Crabbe geef ik je een aantal tips die je helpen om je grenzen te bewaken en nee te zeggen, als dat nodig is.

 

1. Leer nee te zeggen

Oefen ermee. Zeg komende week nee tegen minstens één verzoek waar je normaal gesproken ja tegen zou zeggen.

 

2. Ga de uitdaging aan, ga voor een oprecht nee

Verzin geen smoesjes om ergens onderuit te komen. Een smoes kan je mogelijk uit een lastige situatie redden, maar je loopt het risico dat je je met een smoes in de vingers snijdt.

 

3. Vergeet niet jouw omdat

Met omdat geef je niet alleen aan waar jouw prioriteiten en jouw grenzen liggen. Je concentreert je ook op de positieve reden waarom je nee zegt.

Begin met het uiteenzetten van je grote ja, zeg dan helder en beslist nee, waarop je met een voorstel komt.

 

4. Gun jezelf de tijd om na te denken over een antwoord

Onder druk ben je gauw geneigd om te kiezen voor de veilige optie. Dat is instemmen.

Soms heb je meer tijd nodig om goed af te kunnen wegen of nieuwe verplichtingen te combineren zijn met bestaande. Of weet je al dat je nee wilt zeggen, maar heb je meer tijd nodig om na te denken over hoe je dat wilt formuleren.

Gun jezelf die tijd en geef aan “Daar wil ik even over nadenken”. Of “Kan ik je daar over vijf minuten een antwoord op geven?”

 

5. Leg uit wat er zou gebeuren als je ja zou zeggen

Tony Crabbe noemt dat een restrictief nee.

Je zegt dan nee omdat het inwilligen van dit nieuwe verzoek niet haalbaar is of een te zware belasting zou vormen voor de verplichtingen die je al aan bent gegaan.

Je legt uit wat er zou gebeuren als je ja zou zeggen. Met je nee op het onhaalbare verzoek creëer je ruimte voor iets dat wel haalbaar is.

 

 

Tot slot

 

Overtuigd en overtuigend nee zeggen en onderhandelen om jouw drukte de baas te blijven heeft alles te maken met heel helder hebben wat voor jou belangrijk is, jouw persoonlijke missie.

Niet alleen met betrekking tot werk, maar ook met betrekking tot wat naast werk voor jou belangrijk is.

 

 

Heb je dat nog onvoldoende scherp om daar overtuigd en overtuigend over te communiceren?

Bel (0575-544588/ 06-54762865) of e-mail ([email protected]) me gerust om een afspraak te maken voor een oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Hoe je door het maken van keuzes de verleiding weerstaat van het volgen van de weg van de minste weerstand

 

“Zoals Boeddha tweeënhalfduizend jaar geleden al zei…we zijn allemaal compleet gestoord”. (Albert Ellis, 1913-2007, psychotherapeut)

We laten ons als vanzelf meenemen in de drukte die op ons afkomt. Drukte, die we deels ook zelf creëren. Ook al zijn we ons daarvan vaak niet bewust.

Als druk mens zit je al gauw in een vicieuze cirkel. Vergelijk het met een muis die steeds maar rondjes loopt in zijn muizenrad.

Waar druk zijn lang geassocieerd werd met succesvol zijn, belangrijk zijn, heb ik de indruk dat druk zijn steeds meer gezien wordt als iets waar je niet trots op hoeft te zijn. Integendeel.

Zo wil bijvoorbeeld Tony Crabbe dat we druk zijn niet zien als iets om over op te scheppen. Druk zijn is volgens hem eerder iets wat je met enige schaamte zou moeten bekennen.

Mensen die druk zijn volgen volgens hem de weg van de minste weerstand. Zij maken geen keuzes, maar laten zich gedachteloos meevoeren met de stroom.

 

Geïnspireerd door zijn boek Nooit meer te druk, laat ik je zien hoe je door het maken van keuzes vermijdt dat je achteloos in de drukte meegaat. En geef ik je een aantal tips om jouw drukte de baas te zijn.

 

Hoe je vermijdt dat je achteloos meegaat in de alledaagse drukte

 

Psychologisch kun je drukte zien als de weg van de minste weerstand

 

Volgens Tony Crabbe is drukte het gevolg van niet kiezen en niet weten wanneer je genoeg hebt gehad. 

Je realiseert het je vast niet altijd, maar in veel opzichten leven we in een tijd van overvloed. We hebben een overvloed aan bijvoorbeeld producten, relaties, e-mails, tweets, maar ook een overvloed aan tijd. Ook al voelt dat laatste misschien niet zo.

Bovendien kun je nagenoeg alles altijd doen. Je kunt bijvoorbeeld dag en nacht reizen, shoppen, je entertainen en door de Social Media kun je het hele etmaal contact hebben met de hele wereld.

En door die overvloed wil je ook eerder alles doen.

 

Menigeen loopt het gevaar aan overconsumptie te bezwijken.

Letterlijk denk ik dan aan het grote probleem van overgewicht.

Maar in bredere zin loop je het risico te bezwijken als je toegeeft aan alles wat er op je af komt. Het is onmogelijk om daar gehoor aan te geven. Je moet echt keuzes maken. Hoe moeilijk dat soms ook is.

Doe je dat niet, dan stapelt een en ander zich op en loop je groot risico dat je bezwijkt.

 

 

Geen enkele keus is zonder gevolgen

 

Elke keuze voor het een betekent een keuze tegen iets anders. Want als je het een kiest, dan kies je iets anders niet.

Wat dat betreft kan een gemaakte keuze een zekere spanning oproepen, min of meer pijn doen.

 

Het mooie is dat die kiespijn over het algemeen snel verzacht wordt en zelfs verdwijnt.

De spanning die door de gemaakte keuze ontstaan is, leidt in eerste instantie tot een zekere disbalans. In de sociale psychologie spreekt men dan van cognitieve dissonantie.

Die cognitieve dissonantie ervaar je als onprettig en dat onprettige gevoel wil je kwijt. Onbewust komt er dan een psychologisch mechanisme op gang, waardoor je jouw mening of attitude onbewust herziet.

Zo kan dan bijvoorbeeld wat je niet gekozen hebt in een ander daglicht komen te staan. En duidelijk als een minder aantrekkelijk alternatief worden weggezet. Je keuze voelt dan als uitgebalanceerd, consonant. En zo breng je jezelf na een keuze weer in balans.

 

 

Drukte als passieve keuze

 

Drukte is lang niet altijd een actieve keuze.

Realiseer je dat drukte vaak een passieve keuze is. Dat je bijvoorbeeld gedachteloos reageert op bliepjes over nieuwe e-mail, appjes of anderszins prikkels die bij je binnenkomen.

Of dat je keuzes maakt op basis van wat jij ervaart als algemeen aanvaarde afspraken. Bijvoorbeeld het als vanzelfsprekend aanwezig zijn op verjaardagsfeestjes. Terwijl je als je bewust stil zou staan bij de keuze, mogelijk de voorkeur zou geven aan een andere activiteit.

Of dat je je laat beïnvloeden door je sociale omgeving. Bijvoorbeeld dat je net als medepassagiers in de trein je smartphone pakt en je e-mail gaat checken, of je Twitter, Facebook of LinkedIn.

 

Zeker als de mensen waarmee jij je graag identificeert druk zijn, kan drukte een aanpassing zijn aan de sociale norm.

Vraag je af in hoeverre het gedrag dat je om je heen ziet je beïnvloedt en hoe je zelf met drukte omgaat.

 

 

Wil je minder druk zijn, ben dan huiverig voor wel of niet- beslissingen

 

Druk-zijn is de makkelijke keuze tussen wel of niet iets doen, waardoor je uiteindelijk teveel op je bord hebt liggen.

Volgens Tony Crabbe zou je vaker een welke-keuze moeten maken.

Wel of niet-keuzes zijn in zijn ogen ondoelmatige keuzes, omdat je daarbij het grotere plaatje buiten beschouwing laat. Dat geldt vooral ook bij drukte.

Zo blijkt bijvoorbeeld dat je bij wel of niet-keuzes vaker kiest voor ja, dan eigenlijk zou moeten, gezien de ruimte in je agenda (de ruimte op je bord).

Bovendien blijkt dat hoe drukker je het hebt, hoe meer je geneigd bent je keuzes te beperken tot wel of niet-keuzes. In plaats van dat je de gevolgen van deze keuzes overdenkt.

 

Het kenmerkende van een welke-keuze is dat je alle alternatieven in overweging neemt en vervolgens kiest welke van alle keuzes die je hebt, de meeste prioriteit heeft.

Zo stond een van mijn coachklanten laatst voor de keuze wel of niet als neventaak studenten begeleiden bij hun afstuderen. In eerste instantie was ze geneigd positief op het aanbod te reageren. In tweede instantie, het aanbod bekijkend vanuit het grotere geheel, werd het een nee.

Voor de inkomsten hoefde ze het niet te doen, want die waren niet dekkend voor de uren die zij gezien haar kwaliteitsnorm aan de begeleiding zou besteden. Als het dan deels hobby zou zijn, dan besteedde ze haar vrije tijd liever aan haar hobby schilderen.

 

Laat je niet misleiden door de meer in het oog springende voordelen van de keus iets wel te doen.

Vraag je af wat je opoffert door de wel-keuze. En waaraan je de tijd en de aandacht zou kunnen besteden als je ervoor kiest om het niet te doen.

Realiseer je dat niets willen missen mogelijk een van de redenen is waarom je zoveel op je bordje laadt.

 

 

Tot slot: Een aantal tips om jouw drukte de baas te zijn

 

Geïnspireerd door Tony Crabbe geef ik je een drietal tips om jouw drukte de baas te zijn.

 

1. Sluit wat deuren

Welke activiteiten ga je schrappen? Zodat je meer gerichte aandacht hebt voor de dingen die je doet en je minder opgejaagd voelt?

 

2. Herken jouw stempel van drukte

Wanneer heb jij het punt bereikt dat het genoeg is geweest? Hoe merk je dat?

Realiseer je dat hoe verder je voorbij dat punt gaat, hoe meer je vermogen om nieuwe zaken aan te pakken afneemt.

 

3. Bewaak je grenzen

Zorg dat je voor jezelf heel helder hebt wat met name belangrijk voor je is. Niet alleen met betrekking tot werk, maar ook met betrekking tot alle andere levensterreinen die belangrijk voor je zijn.

Maak dat specifiek en wees daarin duidelijk. Ook naar anderen toe.

Baken je grenzen af. Bepaal wat je op wilt geven ten gunste van de dingen die het allerbelangrijkste voor je zijn en handel daarnaar.

 

 

 

Vind je het moeilijk om jouw grenzen te bewaken?

Ook omdat je jouw persoonlijke missie niet helder hebt?

Bel (0575-544588/ 06-54762865) of e-mail ([email protected]) me gerust voor het maken van een afspraak voor een oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Waarom je met een moreel ambitieus leven niet vroeg genoeg kunt beginnen

 

‘Verspilling van talent is de grootste verspilling van onze tijd’; dat zegt Rutger Bregman in zijn artikel op decorrespondent.nl

‘Over de hele wereld zijn er miljoenen mensen die een grote bijdrage kunnen leveren aan een betere wereld, maar het niet doen.’

Een deel daarvan, ongeveer de helft van de wereldbevolking, krijgt daarvoor niet de kans. Maar het problematische is, dat met name de mensen die de kans wel krijgen, die kans onvoldoende benutten.

Enerzijds omdat ze blijven hangen in wat hij noemt ‘suffe, nutteloze of schadelijke banen’. Anderzijds door gebrek aan wat hij noemt ‘morele ambitie’; de wil om de wereld een veel betere plek te maken.

 

Verspilling van talent is de grootste verspilling van onze tijd

 

Verspilling van talent door de vele parttimebanen

 

We hebben nog steeds te kampen met krapte op de arbeidsmarkt.

Bij die krapte is het probleem niet zozeer dat de mensen er niet zijn, maar de mensen die er zijn, zorgen voor onvoldoende economisch aanbod.

Het gemiddelde aantal werkuren per week is 29. Zeven op de tien vrouwen in ons land werken tussen de 12 en 32 uur. En dat terwijl beneden de leeftijd van 35, vrouwen hoger opgeleid zijn dan mannen. En meisjes betere prestaties leveren in het onderwijs dan jongens.

Maar helaas, gaat twee derde van de vrouwen die hoger onderwijs hebben gevolgd, parttime werken. Of werkt misschien helemaal niet buitenshuis.

En ook steeds meer mannen hebben een parttimebaan.

 

 

Angst voor verandering; de eerste ouderdomsziekte die zich aandient

 

‘De meeste mensen die de dertig zijn gepasseerd veranderen nog maar zelden van koers. Wie eenmaal een labrador, een taartschep of een elektrische grasmaaier heeft, is doorgaans een verloren zaak.’, zegt Bregman.

Ook al moet ik glimlachen bij die uitspraak, ik ben het niet helemaal met Bregman eens.

Deels hoor ik als loopbaancoach redenen waarom mensen denken dat ze hun koers niet bij kunnen stellen, verantwoordelijk als ze zich voelen voor verplichtingen die ze zijn aangegaan. Zoals bijvoorbeeld de kosten van hun hypotheek of de levensstandaard die ze zich eigen hebben gemaakt. Die ze graag voortzetten en waarop ze niet in willen leveren.

Aan de andere kant komen mensen bij mij terecht met hun loopbaanvragen, juist omdat ze het verschil willen maken met de bijdrage die ze leveren met hun werk.

Omdat ze niet langer in hun ogen nutteloos werk willen blijven doen of niet langer een bijdrage willen leveren aan wat voor hen niet betekenisvol is. Bijvoorbeeld toezicht uitoefenen op het toezicht of een bijdrage leveren aan het verhogen van de omzet van het bedrijf, terwijl ze niet achter het product kunnen staan.

En dan gaat het met name om eind dertigers, begin veertigers.

 

 

Financially Independent, Retire Early (FIRE)

 

FIRE; het is maar hoe je ernaar kijkt.

Bregman ziet aanhangers van FIRE niet als ambitieus en niet als idealistisch in de zin van de wereld een betere plek maken.

Aanhangers van FIRE streven ernaar om in korte tijd zoveel mogelijk geld te verdienen en/of te maken bijvoorbeeld door beleggingen, zodat ze tussen hun dertigste en veertigste financieel onafhankelijk zijn en lekker vroeg kunnen genieten van het vrije, blije leven en hun pensioen.

Bijvoorbeeld het verhaal van Puck Landewé in de Volkskrant. Ze is nu 33 en verwacht over een jaartje niet meer te hoeven werken omdat ze dan in principe kan leven van haar rendement uit beleggingen.

Ernst-Jan Pfauth, zelf FIRE-aanhanger, kijkt daar in Opinie in NRC anders naar.

Hij heeft zich verdiept in de ideeën van Pete Adeney, de grondlegger van FIRE. Dan blijkt FIRE niet te draaien om maximaliseren van inkomen, maar om minimaliseren van uitgaven. Als je minder uitgeeft, hoef je ook minder te sparen om financieel vrij te zijn.

En Adeney gelooft dat als we niet meer afhankelijk zijn van een salaris, we ons inzetten voor zaken die we echt belangrijk vinden.

In Adeney’s visie is FIRE dus geen ‘snel rijk worden programma’. FIRE worden draait om keuzes maken. Wel met pensioen, maar niet stoppen met werken. FIRE draait dan om Happy, Opportunity-rich en Time-rich (HOT). Balans en levensgeluk in het hier en nu.

Dat klinkt heel anders dan in korte tijd zo snel mogelijk rijk zien te worden, zodat je zo snel mogelijk een vorm van vrijheid bereikt waarbij je ‘niets meer hoeft’.

 

 

Morele ambitie; de wil om de wereld een veel betere plek te maken

 

Ze zijn er, mensen met de ambitie van een carrièretijger in combinatie met idealisme. Ik denk daarbij meteen aan Greta Thunberg. Zelf heb je vast andere voorbeelden.

Mensen met morele ambitie hebben plichtsbesef; ze voelen het als een plicht om met hun talenten de wereld een veel betere plek te maken. Bovendien worden ze gedreven door pure ambitie. Ze geloven dat ze het verschil kunnen maken. Denken dat er veel meer mogelijk is dan dat we nu doen. En ze komen in actie.

 

Welke carrièreladder wil jij beklimmen?

Zie je je werk vooral als een bron van inkomsten? Misschien zelfs een beetje als een noodzakelijk kwaad? En ben je niet zo kritisch met betrekking tot de inhoud van je werk?

Of heb je wel degelijk ambitie en wil je werk maken van waar jij een bijdrage aan wilt leveren? Waar jij warm voor loopt om de wereld een veel betere plek te maken?

Wil je een moreel ambitieus leven leiden? Volgens Bregman kun je dan niet vroeg genoeg beginnen. Want voordat je er erg in hebt, zit je vast in een doorsneebaan met gouden handboeien en kun je nog geen fractie van je tijd en inkomen missen omdat je de nodige (en onnodige) verplichtingen al bent aangegaan.

Als je de sprong durft te wagen, dan zijn volgens Bregman de mogelijkheden eindeloos. Want juist omdat zoveel mensen hun talent verspillen, kunnen moreel ambitieuze mensen verschil maken.

 

 

Tot slot

 

Vind je je huidige baan vrij nutteloos?

Of vind je dat jouw baan niets of weinig toevoegt aan de samenleving?

Vind je je huidige baan misschien zelfs ronduit schadelijk?

Lees mijn boek WAT WIL IK NU ECHT? – Een loopbaanstrategie voor gedreven hbo’ers en academici die meer waarde willen realiseren in hun werk.

 

Ben je nieuwsgierig naar de mogelijkheden voor begeleiding op jouw weg naar mooi werk?

Neem contact met me op.

 

 

 

 

 

Je richten op groei en promotie maken of betrokken je werk doen, niet gefocust op opklimmen

 

Dat is top! Jij bent een topper! Een top baan!

Er wordt veel over top gesproken en geschreven. Of het nu gaat over topsporters, topbanen, topfunctionarissen, topverdieners, topinvesteerders, toppresteerders of welke toppers dan ook.

Minder hoor of lees je over de flops of floppers; de mislukkingen of mislukkelingen. Zo kan een nieuwe baan in werkelijkheid geen top baan zijn, maar een flop. Of een nieuwe werknemer voor een werkgever geen topper blijken te zijn, maar een flopper.

Dat doet me denken aan Top of Flop, een televisieprogramma van vroeger. In het programma werden grammofoonplaten gedraaid. Als de muziek afgelopen was, dan mocht een jury van vier (on)bekende Nederlanders commentaar geven en daarna stemmen voor top of flop.

Beoordeelde de meerderheid de muziek als top, dan rinkelde de presentator met een bel, bij flop kneep hij in een toeter. Staakten de stemmen, dan vroeg de presentator wat het publiek in de zaal ervan vond.

Op de arbeidsmarkt gaat dat anders. Daar komt geen publieksjury aan te pas.

Wie een topper is of welke functie top, is in bepaalde sectoren op de arbeidsmarkt heel evident. Top en topper hebben in die sectoren ook alles te maken met carrière.

Maar of die carrière leidt tot een top baan?

 

Als topper gaan voor een top baan

 

Een top baan; een baan die goed verdient

 

Als je het woord topbanen als zoekwoord intypt op internet, dan krijg je allerlei opsommingen van bestbetaalde banen in Nederland.

Voor hogeropgeleiden staat Onderzoeker Klinische Chemie bovenaan. Gevolgd door piloot, commercieel directeur, accountant, neurochirurg, dermatoloog, burgemeester, bedrijfsjurist, advocaat, psychiater in de verslavingszorg.

Overigens wordt in die lijsten steeds een flinke bandbreedte genoemd met betrekking tot salaris. Zo kun je bijvoorbeeld als accountant een salaris verwachten tussen de € 2.250 en € 13.500. En als neurochirurg tussen € 5.800 en € 10.800.

Ben je echt geïnteresseerd in goed betaalde banen en beroepen? Kijk dan eens op nationale beroepengids.nl.

 

Maar of de hoogte van de inkomsten bepaalt of een baan een top baan is? Naar mijn mening is dat niet het geval. Voor mij is ‘veel geld’ een vrij platte connotatie van top.

Maar ik realiseer me heel goed, dat het anders wordt als de hoogte van het salaris allesbepalend voor je is.

Overigens is het ook niet zo, dat je met bijvoorbeeld de duurste advocaat een topadvocaat hebt, met de beste expertise. Maar dat terzijde.

 

 

Een top baan? Voor jonge hoogopgeleiden hoeft dat niet meer zo nodig

 

Hoogopgeleid zijn wil lang niet altijd zeggen dat je gelukkig wordt van daarop aansluitende functies. In een van mijn vorige artikelen heb je dat kunnen lezen.

En waar je je voorheen bijvoorbeeld als accountant of advocaat uit de naad werkte om hogerop te komen en uiteindelijk partner te worden, denkt menig jonge accountant of advocaat daar nu anders over. En vraagt zich serieus af of de prijs die je figuurlijk daarvoor betaalt, die positie waard is.

Dat kwam onlangs ook naar voren in een artikel in het FD. Arbeidsrechtadvocaat Els de Wind van advocatenkantoor Van Doorne zegt daarover: ‘Vooral bij die jonge generatie zie je dat het werk in hun leven moet passen. Zij willen graag werken om een goede advocaat te worden, maar niet doorlopend.’

Ik begrijp dat heel goed.

Wat dat betreft is het een hele winst dat je bij het genoemde advocatenkantoor kunt kiezen voor een stand still-periode in je loopbaan. Een periode waarin je aangegeven hebt niet te willen groeien of promotie te maken. Zoals advocaat De Wind zegt: ‘Je werkt gewoon, maar klimt niet op.’

 

 

De top bereiken resulteert lang niet altijd in kwaliteit van leven en welbevinden

 

De top in welbevinden is mijns inziens niet louter een vorstelijk salaris of een partnerschap bij een advocaten- of accountantskantoor.

De top in welbevinden is balans; balans tussen je werk en wat naast werk belangrijk voor je is.

Uit recent onderzoek van Randstad: Employer branding 2022: de kracht van trots en passie, blijkt dat een goede werk-privébalans voor veel werknemers (66%) een belangrijk punt is. Daarbij vinden vrouwen een fijne werksfeer (78%) en een goede werk-privébalans belangrijker (70%) dan mannen (68% en 62%).

Medewerkers die een goede balans tussen werk en privé hebben gevonden, voelen zich gezonder, presteren beter en halen meer voldoening uit hun werk.

 

Niet alleen jij als werknemer, maar ook jouw werkgever heeft baat bij een goede werk-privé balans voor werknemers.

Durf dan ook gerust aan te kaarten wat jij nodig hebt om die goede balans te ervaren. Ook afhankelijk van de levensfase waarin je zit. Denk maar aan de impact van het krijgen van kinderen, het volgen van een studie of de zorg voor zieke familieleden.

Maak je wensen kenbaar.

Op die manier creëer je een top baan. Een baan waarin jij je wel bevindt door een goede balans tussen werk en privé.

 

 

 

Vind je het moeilijk om de vinger erachter te krijgen hoe een top baan voor jou eruit moet zien?

Lees mijn boek WAT WIL IK NU ECHT?

 

Wil je samen met een kleine groep gelijkgestemden aan het werk om antwoorden te krijgen op jouw loopbaanvragen?

Meld je aan voor de 3-daagse training Bouw je ideale loopbaan.