Tag Archief van: loopbaanvragen

Betere antwoorden op loopbaanvragen door het aangaan van gesprekken

 

Veel van mijn coachklanten willen niet zomaar een baan. Zij zijn op zoek naar werk waarin hun kwaliteiten optimaal tot hun recht komen en werk waarmee ze een maatschappelijke bijdrage kunnen leveren.

Ze willen van betekenis zijn met het werk dat ze doen.

Maar hoe die betekenis dan concreet ingevuld moet worden? Of in welke richting je dan moet denken?

Misschien heb jij je die vragen ook al eens gesteld.

Om te komen tot een antwoord op je loopbaanvragen kun je in eentje gaan reflecteren, maar vaak kom je sneller tot een antwoord als je in gesprek gaat met een sparringpartner. Wie dat dan voor jou ook mag zijn.

Elke keer voelt het voor mij als loopbaancoach als een bijzonder voorrecht om die gesprekken te voeren. En kan ik samen met mijn coachklant genieten van hoe stap voor stap het antwoord op loopbaanvragen duidelijk wordt.

 

Vind het antwoord op je loopbaanvragen

 

Introspectie of outrospectie om te komen tot een antwoord op loopbaanvragen

 

Introspectie betekent letterlijk naar binnen kijken. Van een afstandje naar jezelf kijken: je eigen gedachten, gevoelens, motieven, gedrag, fantasieën.

Het kan je helpen om te komen tot antwoorden op je vragen, bijvoorbeeld loopbaanvragen. Je kunt antwoorden op loopbaanvragen zoeken en vinden in jezelf.

Daarbij stel je jezelf vragen en door in gesprek te gaan met jezelf probeer je te komen tot antwoorden.

Maar of die antwoorden kloppen? Of de beelden die jij in je hoofd hebt overeenkomen met de werkelijkheid? Dat is nog maar de vraag.

Bovendien loop je met introspectie het risico dat je in je eigen hoofd, wat ik noem, in rondjes blijft draaien.

Dus, wil je komen tot antwoorden op je loopbaanvragen beperk je niet tot introspectie. Ga gesprekken aan met anderen; outrospectie. Door het voeren van gesprekken, anders dan met jezelf, kun je achterhalen of de indrukken die je hebt kloppen. En kom je tot betere antwoorden dan wanneer je alleen naar binnen kijkt.

Overigens is outrospectie nog geen gangbaar woord. Ik hoorde het in een podcast van de HKU met Peter Henk Steenhuis. Als woord vind ik het een mooie tegenhanger van introspectie.

 

 

Een goed gesprek voeren betekent nadenken, woorden vinden, jezelf of de ander bevragen

 

Een goed gesprek voeren gaat niet iedereen even makkelijk af. Het vraagt oefening, training.

Ik ervaar dat in coachtrajecten. Dat begint al, als we bezig gaan met het werken met succesverhalen en met name het benoemen van kwaliteiten.

In eerste instantie laat ik de ander benoemen welke kwaliteiten zij laat zien in het door haar geschreven verhaal. Vaak heeft betreffende persoon daar wel een beeld bij, maar hoe dat beeld te beschrijven is vaak lastig. ‘Ja, hoe zeg je dat?’ is dan een reactie die ik vaak hoor.

Als ik dan kenbaar maak hoe ik de kwaliteit omschreven heb, dan hoor ik met regelmaat: ‘Ja, dat heb je goed omschreven’. En soms: ‘Nee, dat is het niet echt, maar het gaat wel in die richting’. Al doorvragend en doorpratend komen we dan tot een label of omschrijving die past.

 

Het is de kunst om de juiste woorden voor de weergave van een specifieke inhoud of betekenis te vinden.

En niet iedereen is een taalkunstenaar of een taalwetenschapper.

En is iemand dat wel, dan kan het zijn dat die nog meer dan iemand die die achtergrond niet heeft, gaat wikken en wegen om te komen tot het juiste woord of de juiste woorden.

Zo gaf een van mijn coachklanten, een taalwetenschapper en communicatieadviseur aan: ‘Ik ga er nog eens goed over nadenken’.

Taalvaardigheid is een van haar kwaliteiten:

Door mijn gevoel voor taal en grote woordenschat kan ik me goed uitdrukken, zowel mondeling als schriftelijk. Ik kan in gesprekken woorden vinden die passen en in teksten zinnen maken die lopen. Door te spelen met taal ben ik in staat om nuances aan te brengen en te verwoorden wat mensen bedoelen. Weloverwogen kies ik de juiste woorden om contact te maken en verbinding te leggen. Daardoor voelen mensen zich gehoord en gezien.’

 

 

Een gesprek over loopbaanvragen krijgt diepgang door doorvragen

 

Een vraag, met name de ‘waarom-vraag’ doet nadenken.

Of varianten op die waarom-vraag, zoals: ‘Wat met name spreekt jou daarin aan?’ of ‘Wat in het bijzonder maakt dat belangrijk voor jou?

Door doorvragen kom je tot de essentie.

 

Zo had ik laatst een gesprek met een van mijn coachklanten over de bijdrage die hij wil leveren met zijn werk.

In eerste instantie was zijn antwoord: ‘Ik wil iets betekenen voor mensen, een maatschappelijke bijdrage leveren’.

Dat is een antwoord dat ik vaak hoor en dat heel algemeen en heel breed is. En dat dus vraagt om specificering, wil het richting geven.

Mijn volgende vraag in dit voorbeeld was: ‘Wat boeit je daaraan?’. Zijn antwoord daarop: ‘Verbeteren van een situatie, verbeteren van processen’.

Wat mij deed doorvragen: ‘Welk facet daaraan intrigeert je het meest?’. Waarop hij antwoordde: ‘Het verbeteren van de rechtspositie van mensen’.

Mijn volgende vraag: ‘Wat intrigeert je daaraan weer het meest?’. Ik kreeg als antwoord: ‘Rechtvaardigheid, eerlijke behandeling’.

Waarop weer mijn vraag: ‘Als je denkt aan rechtvaardigheid, eerlijke behandeling, waar zou je specifiek een bijdrage aan willen leveren?’. Zijn antwoord: ‘Rechtvaardigheid voor mensen in een kwetsbare positie’.

Het gesprek was een mooi samenspel met voor de coachklant een verrassende, maar er snel over nadenkend, ook herkenbare uitkomst.

Zijn reactie:

Dan zouden opties als vertrouwenswerk bij een vakbond, belangenbehartiging, Ombudsman bij de Gemeente *******, Ombudsman voor kinderen, heel goed daarin passen.

Dat zijn opties waaraan ik weleens heb gedacht.’

 

Het was alsof een en ander op zijn plek viel. Het was een bevestiging van opties die al eens waren opgeplopt in zijn denken.

Voor mijn coachklant is nu de volgende stap het doen van zijn onderzoek in die richting.

 

 

Verder onderzoek doen door het aangaan van gesprekken

 

Heb je een beeld van de richting die je uit wilt gaan, dan is het zaak om door het aangaan van gesprekken verder je opties te onderzoeken.

Enerzijds om te achterhalen welke concrete opties passen bij het werk dat je wilt doen. Want, uitgaande van het boven beschreven voorbeeld, zijn er vast nog meer concrete functies waarin je een bijdrage kunt leveren aan rechtvaardigheid voor mensen in een kwetsbare positie.

Zo werkt een van mijn netwerkcontacten bijvoorbeeld als cliëntenvertrouwenspersoon Wet Zorg en Dwang.

Anderzijds kun je door het aangaan van gesprekken toetsen of het beeld dat jij van een specifieke functie hebt, overeenkomt met de werkelijkheid. En als dat beeld in de praktijk anders is dan wat jij je had voorgesteld, of dat werk dan nog bij je past.

En niet onbelangrijk bij het doen van je onderzoek is achterhalen in hoeverre er behoefte is aan mensen, die het werk doen dat jij zou willen doen.

Dat doet me denken aan het Ikigai concept.

Ikigai, een Japans concept, en de sleutel voor gepassioneerd leven. Met waar je goed in bent en met wat je graag doet jouw bijdrage leveren aan waar behoefte aan is en wat aansluit bij jouw persoonlijke missie. En waar je dan ook nog een mooi inkomen mee kunt genereren.

 

 

 

Wil je door het aangaan van gesprekken in een kleine groep gelijkgestemden inspiratie opdoen en begeleid komen tot antwoorden op je loopbaanvragen?

Wil je leren van elkaar en volop oefenen met het verwoorden van waar je goed in bent en wat belangrijk voor je is?

Lees mijn aanbod over de training Bouw je ideale loopbaan en meld je aan.

 

En wil je niet wachten tot september, maar nu werk maken van ander werk?

Neem gerust contact met me op.

 

 

 

 

Hoe streven naar perfectie leidt tot ‘ik ben nooit goed genoeg’

 

De leidende vraag in mijn leven is: ‘Ben ik überhaupt goed genoeg?’, zegt violiste Liza Ferschtman in het zomeravondgesprek in NRC. En ‘ben ik echt de beste rechtsback van het land?’ vroeg Leonne Stentler, ex voetbal international zich af.

Ben ik goed genoeg? Het is een vraag die veel mensen zich stellen op verschillende momenten in hun leven. En op verschillende levensterreinen. Om er een paar te noemen: studie, werk, sport, persoonlijk, relationeel, maatschappelijk.

De vraag Ben ik goed genoeg?, heeft te maken met al dan niet hebben van succes. Succes stamt van het Latijnse werkwoord succedere, dat slagen betekent. Slagen kun je op diverse levensterreinen. En iedereen maakt daar zijn eigen beelden bij en heeft zijn eigen meetlat om succes aan af te meten.

 

Ben ik goed genoeg?

 

Tegen de stroom in zwemmen of opgroeien in een omgeving waarin je talent gekoesterd en gevoed wordt

 

Huidig voetbal-analist Leonne Stentler haalde Ajax en Oranje, maar heeft flink tegen de stroom in moeten zwemmen om te bereiken wat ze voor ogen had. Voor een deel is ze daarin geslaagd.

Net als veel andere meiden in haar jeugd, moest ze meevoetballen met de jongens. Met het ouder worden schoof ze steeds meer naar achteren op het veld. En naar ze zelf zegt: ‘Van een technisch begaafde aanvaller ontwikkelde ik me tot dienstbare verdediger. Terwijl het belangrijk is meiden in een positie te brengen waarin ze de besten zijn, de leiders.’

Uiteindelijk brak ze door als international. Maar het gevoel ‘je bent niet goed genoeg’ zat diep in haar. Ook gevoed door nabesprekingen van wedstrijden. De teneur van een nabespreking in de kleedkamer vat ze samen als: ‘Het was goed, maar er is nog meer dan genoeg te verbeteren.’

Het is geen wonder dat je dan voortdurend een stemmetje in je hoofd hebt dat zegt: ‘Je bent niet goed genoeg.’

 

De violiste Liza Ferschtman groeide op tussen mensen die haar muzikale talent koesterden en voedden.

Naar haar zeggen is zij grootgebracht met het geloof dat een talent ten volle tot bloei dient te komen. Maar wanneer heb je je talent helemaal benut?

Liza ziet zichzelf als een harde werker, geen natuurtalent. In haar achterhoofd zit altijd de basale onzekerheid dat techniek niet haar sterkste kant zal zijn.

Ze streeft naar perfectie. Een verkeerde noot spelen is voor haar zetzelfde als een fout maken. Kennelijk kreeg ze vaak te horen dat ze een hartstochtelijk meisje was, dat nog niet alle ballen even goed in de lucht kon houden. ‘Dus dan wordt controle vanzelf belangrijk’, zegt ze.

Maar passie is voor haar nog belangrijker dan perfectie: ‘Perfectie die geen emotie uitdrukt, is nog duizendmaal erger dan een verkeerde noot spelen.’

 

Misschien herken je je in uitlatingen van Leonne of Liza, ook al ben je geen voetballer of violist.

 

 

Facetten van het woord ‘succes’

 

Volgens Peter Henk Steenhuis zijn we veroordeeld tot succes. Aldus de titel van zijn laatste boek. Met als ondertitel: op zoek naar een geslaagd leven.

Veroordeeld zegt naar mijn idee al genoeg. Alsof je een straf krijgt opgelegd.

Steenhuis raakte gefascineerd door het woord succes. We gebruiken het zo makkelijk. We gebruiken het zelfs in situaties waarin je amper een bijdrage kunt leveren aan succes. Bijvoorbeeld als je weggaat van huis voor een bezoek aan de tandarts en als boodschap bij het weggaan te horen krijgt ‘succes!’.

Eigenlijk is dat vreemd.

Ja, je kunt een bijdrage leveren aan het slagen van de behandeling door je eraan over te geven en te ontspannen, maar verder kun je beter de tandarts succes wensen.

 

Naast de positieve kanten van succes is er steeds meer oog voor en zien we de negatieve kanten, de valkuilen van het streven naar succes.

 

 

‘Ben ik goed genoeg?’, als valkuil van het streven naar succes

 

Succesvolle, mooie mensen zijn de standaard geworden. Het nieuwe mensbeeld is dat van perfectie. Met als gevolg een dwangmatig streven ernaar. En je bent nooit perfect en dus vanuit het denken van perfectie, nooit goed genoeg.

Bovendien is volgens Steenhuis door onze hang naar succes eind twintigste eeuw een nieuwe identiteit ontstaan. Kern daarvan is dat je jezelf moet maken, jij moet het maken.

Met als gevolg daarvan dat we zijn gaan denken dat de mens zich altijd zelf kán maken, als hij maar zijn best doet. En dat is niet altijd het geval. Daarvoor zijn er te veel factoren, anders dan in de persoon zelf, die daarbij een rol spelen.

Dat doet me denken aan de verzuchting van een van mijn coachklanten. ‘Ik moet mijn bestaan nog helemaal opbouwen en dat op mijn leeftijd.’ Ze vergelijkt zichzelf met een jonger gezinslid. Die heeft een goede baan, heeft een eigen huis, is al een aantal jaren getrouwd, heeft een lief kindje. En zij is nog zoekende en in haar ogen niet geslaagd op alle fronten.

Ik kan me goed voorstellen dat je je dan afvraagt ‘Ben ik goed genoeg?’ Of misschien eerder: ‘Ben ik niet goed genoeg?’

Want ben je minder succesvol, dan ben je geneigd om het gebrek aan succes te wijten aan jezelf. Terwijl de succesvollen hun succes zien als een terechte beloning voor hun eigen kwaliteiten, hun eigen inspanningen en hun eigen prestaties.

De mensen die hoog van de toren blazen daargelaten. Die matigen zich iets aan, maar kunnen het vaak niet waarmaken. Veel geschreeuw, maar weinig wol.

 

 

Tot slot

 

In het zomeravondgesprek van Liza Ferschtman en Leonne Stentler blijft voor beiden de vraag ‘Ben ik goed genoeg?’.

Liza zegt: ‘De leidende vraag in mijn leven is: ben ik überhaupt goed genoeg? Het idee dat je niet weet of je ooit weer op hoog niveau kunt spelen beangstigt me.

Het blijft laveren, zegt Liza terecht. Wanneer is je gedrevenheid nuttig en wanneer ondermijnend.’

Leonne tobt nog steeds met de vraag of het dapper of laf was om te stoppen met voetbal. Maar ze vindt het wel goed van zichzelf dat zijzelf de keuze heeft gemaakt om te stoppen en dat ze niet heeft afgewacht tot anderen dat voor haar zouden doen.

En zelf die keuze maken is krachtig.

Liza geeft te kennen blij te zijn met het gesprek. ‘Als het mij één ding geleerd heeft, dan is het dat ik ruimte moet scheppen om te kunnen zien waar ik op mijn berg sta en hoe mooi het ter plekke is.’

Als Peter Henk Steenhuis dat zou lezen, dan zou hem dat deugd doen. Want zijn boek Veroordeeld tot succes is een pleidooi voor het niet langer eenzijdig interpreteren van succes als beter, hoger, meer. En dat het goed is om gesprekken te leren voeren over wat we willen, waarin we willen slagen.

 

 

 

 

Worstel jij met de vraag ‘Ben ik goed genoeg?

Heb je onvoldoende zicht op wat jij op de arbeidsmarkt te bieden hebt?

Neem gerust contact met me op. Via telefoon (06-54762865/ 0575-544588) of via e-mail ([email protected]).

 

En wil je samen met anderen gesprekken (leren) voeren over wat je wilt en waarin je wilt slagen?

Meld je aan voor de 3-daagse training ‘Bouw je ideale loopbaan’. Na twee jaar corona is er eindelijk weer een training gepland. Ik heb er zin in!

 

 

 

 

Waarom minder uren werken lang niet altijd de oplossing is als je grote werkdruk ervaart.

 

Je bent goed gek’, zei mijn man. ’Dan ga je nog meer werken in je eigen tijd.’

Ik herinner het me nog goed. Het was jaren geleden, voordat ik als zelfstandig ondernemer aan het werk ging.

Al met al heb ik 25 jaar als docent in het onderwijs gewerkt. Vier jaar als docent handvaardigheid, zeven jaar als docent Algemene Onderwijskunde, vier jaar als docent gesprekstechnieken en observatiekunde en tien jaar als docent theorie en methoden loopbaanbegeleiding.

Met uitzondering van de jaren als docent handvaardigheid, heb ik steeds deeltijdbanen gehad. Met wisselende taakomvang, variërend van 0,4 tot 0,7 fte met soms een aanvulling tot 0,9 fte. Afhankelijk van de vraag.

Bij tijd en wijle was ik buiten mijn werkuren nog behoorlijk druk met mijn werk. Met name met het voorbereiden van mijn lessen en nawerk, zoals het beoordelen van opdrachten, nakijken van toetsen of het beoordelen van casuïstiek.

Dat deed me weleens verzuchten: ‘Misschien moet ik wat minder uren gaan werken.’

Maar of het verkleinen van je taakomvang dan de oplossing is?

 

Hoe kleiner de aanstelling, hoe meer werkdruk

 

Meerderheid van de docenten werkt niet voor niets in deeltijd

 

De gemiddelde aanstelling in het onderwijs is 28,8 uur.

Veel docenten werken parttime omdat ze anders hun werk niet afkrijgen. Of geen tijd meer overhouden voor wat naast hun werk belangrijk voor hen is.

Want werk je zelf fulltime in het onderwijs, dan zul je dat vast herkennen. En kijk je huiswerk of opdrachten bijvoorbeeld na in het weekend en bereid je je lessen voor in de avonduren, omdat je daar overdag niet aan toe komt omdat je dan je lessen geeft.

Parttime werken in het onderwijs heeft overigens niet alleen te maken met de keuze van de onderwijsgevenden. Als je de onderwijsvacatures een beetje in de gaten houdt, dat weet je dat veel parttimebanen worden aangeboden. Soms is het sprokkelen geblazen als je fulltime wilt werken. En wordt het bijvoorbeeld 0,4 fte op de ene school, aangevuld met 0,5 of 0,6 fte op een andere school.

En dan maar op en neer, van de ene school naar de andere en vergaderingen hier en vergaderingen daar. Waardoor het aantal uren dat je bezig bent met je werk alleen maar toeneemt. En de eventuele werkdruk eveneens.

In onderzoek van de Algemene Onderwijs bond (AOb) komt naar voren dat docenten structureel overwerken. Omgerekend naar fulltimebanen draaien docenten in het primair onderwijs een gemiddelde werkweek van 46,9 uur. Docenten in het voortgezet onderwijs komen aan 45,2 uur.

En ook docenten in het hoger onderwijs ervaren een steeds hogere werkdruk.

 

 

Werkdruk is niet hetzelfde als het druk hebben op je werk.

 

Het druk hebben op je werk is niet per definitie ongezond.

Je kunt het druk hebben op je werk en heel enthousiast zijn over wat je doet. Je voelt je betrokken bij je werk en de organisatie waarvoor je werkt.

Hard werken houd je dan goed vol, omdat je tijdens je werk vooral flow ervaart. Je gaat helemaal op in wat je doet, beleeft er plezier aan en bent intrinsiek gemotiveerd.

Als je bevlogen je werk doet, dan levert werk je energie op, in plaats van dat het je energie kost.

 

Ongezonde werkdruk levert werkstress op.

Bij een ongezonde werkdruk is er een structurele disbalans tussen wat er van iemand wordt verwacht op het werk en wat hij kan doen.

 

 

Er is een verschil tussen objectieve en subjectieve werkdruk

 

Bij objectieve werkdruk vraagt de uitvoering van het werk meer tijd van je dan je als medewerker beschikbaar hebt. Wil je dat als medewerker oplossen, dan kun je dat doen door te overwerken of accepteren dat er achterstanden ontstaan in het werk.

Subjectieve werkdruk heeft meer te maken met hoe jij als werkende de werkdruk beleeft. Daarbij maak je een inschatting van de taakeisen die aan je worden gesteld en de regelmogelijkheden die je ervaart. Die laatste hebben namelijk invloed op jouw beleving van werkdruk.

Zo werkt bijvoorbeeld een van mijn coachklanten structureel over, omdat na werktijd nog bloed- of urineonderzoekjes moeten worden gedaan of patiënten moeten worden teruggebeld. Het zou voor haar minder werkstress geven als ze daarin zelf zou kunnen sturen, bijvoorbeeld tussen de praktijkafspraken door tijd zou kunnen reserveren voor het terugbellen van patiënten. En bloed- en of urineonderzoeken zou kunnen uitbesteden aan de assistente.

Pogingen om haar afsprakenagenda zo in te richten dat ze in ‘werktijd’ de ruimte heeft voor taken zoals genoemd, blijken niet succesvol. Steeds weer wordt er in die geplande tijd een beroep op haar gedaan. En de assistentes zijn meestal op tijd naar huis, waardoor zij na ‘werktijd’ met regelmaat nog enige tijd bezig is voordat ze naar huis kan.

In een van mijn vorige artikelen lees je hoe taakeisen die aan je worden gesteld als stressoren kunnen worden ervaren, maar ook als uitdaging.

 

 

Minder uren werken is lang niet altijd de oplossing als je grote werkdruk ervaart

 

Een risico van parttime werken is dat je in vergelijking met mensen die fulltime werken meer kunt ‘uitdijen’ in je werk.

Werk je fulltime, dan werk je sowieso al vijf dagen. Misschien met overwerk nog iets meer. Werk je parttime, dan heb je mogelijk meer ruimte voor werk, buiten je werk. Waardoor je er makkelijker meer tijd voor kunt pakken. En je ‘werktijd’ dus minder begrensd is. Met het risico dat een contract voor minder uren leidt tot nog meer uren werken in eigen tijd.

Ben je een toegewijde werker met een groot verantwoordelijkheidsgevoel? Wees erop bedacht dat je niet doorschiet in perfectionisme. Goed is goed genoeg.

Wat dat betreft kun je veel leren van de mensen waar je de grootste moeite mee hebt. Want die hebben, zij het in een doorgeschoten vorm, een kwaliteit waarvan het goed zou zijn dat je daarvan iets zou ontwikkelen.

Voordat je besluit om minder te gaan werken, waarvoor je dubbel de prijs betaalt, benut de regelruimte die je zelf hebt om de druk te laten afnemen. Voor sommigen is het bijvoorbeeld veel beter om nog een uurtje langer op je werk te blijven, het werk af te hebben en met een lege tas naar huis te gaan. In plaats van er thuis nog veel meer uren aan te besteden.

Heb je zelf niet de mogelijkheid om je taken te herschikken, ga dan in gesprek met je leidinggevende over hoe je je werk zo kunt kneden, dat het beter bij je past; jobcraften.

 

 

 

Heb je last van ongezonde werkdruk en ervaar je veel stress op je werk?

Neem contact met me op, via e-mail ([email protected]) of via telefoon 06-54762865/ 0575-544588.

In een oriënterend gesprek onderzoeken we wat er schort aan je huidige werk en wat je nodig hebt om het tij te keren.

 

 

 

 

Hoe je goed kunt kiezen als je veel leuk vindt en een brede interesse hebt

 

“Hoe kan ik goed kiezen? Er is zoveel dat ik leuk vind.”

Ik hoor het met regelmaat van mijn coachklanten. En wat ze dan leuk vinden, kan sterk uiteenlopen. Van docent wiskunde tot uitvaartverzorger. Van kunstenaar tot zelfstandig boekhouder. Of van zelfstandig reisadviseur tot sales advisor in een winkel. En dat allemaal door een en dezelfde persoon.

Ik kan me goed voorstellen dat je je dan afvraagt ‘Wat moet ik kiezen?’. En dat je daarover graag duidelijkheid wilt.

 

In plaats van je af te vragen ‘Wat moet ik kiezen?’, is het volgens Harry Kunneman, emeritus-hoogleraar aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht, goed om eerst eens te luisteren naar wat er in je leeft. Je af te vragen ‘Wat raakt mij?’, ‘Wat fascineert mij?’ of ‘Wat inspireert mij?’

Je zou kunnen zeggen ‘Wat kiest mij?’ in plaats van ‘Wat moet ik kiezen?

 

Waarom goed kiezen ook goed luisteren is

 

Niet weten wat je moet kiezen maakt onrustig

 

Zoals een van mijn coachklanten aangaf: “Ik wil heel graag helder krijgen hoe mijn ideale baan eruitziet. Het schiet nu alle kanten op en dat voelt onrustig.”

Ik kan me dat goed voorstellen.

Je wilt dan zo snel mogelijk een antwoord op de vraag wat je moet kiezen. Zodat je naar de volgende stap kunt gaan; werk maken van wat je gekozen hebt.

Als je niet weet wat je moet kiezen, dan word je voor je gevoel alle kanten uit getrokken. Zeker als de alternatieven ver uit elkaar liggen. Dat is op zijn zachtst gezegd onprettig en je wilt zo snel mogelijk van die ‘kies’ pijn af.

 

 

Een activistische en een meer passieve manier om van de ‘kies’ pijn af te komen

 

Heb je een keuzeprobleem, dan ben je al gauw geneigd om in de actie te schieten om je probleem zo snel mogelijk op te lossen.

Het is de vraag of dat de beste aanpak is. Misschien is het beter om eerst eens een meer passieve houding aan te nemen. En bij jezelf te rade te gaan en te luisteren naar wat er in je leeft.

 

Vaak is het goed om bij een keuzeprobleem eerst eens aandacht te hebben voor passiviteit, receptiviteit en sensibiliteit. En goed te luisteren naar wat je raakt, wat je inspireert en wat voor jou van betekenis is.

Passiviteit heeft dan alles te maken met de bereidheid om te horen en te luisteren. En vooralsnog nog geen plannen te maken, geen toekomstscenario’s, geen gewenste en ideale situaties.

 

 

Wat wel en niet helpt om goed te luisteren naar wat voor jou van betekenis is

 

Als je niet weet wat te kiezen, komen er allerlei stemmen op je af.

Dat kunnen stemmen zijn in jezelf, maar ook stemmen van anderen.

Ik zou maar kiezen voor een baan in loondienst, want dan ben je tenminste verzekerd van je inkomen.” Of “Doen wat je graag wilt is maar voor een paar mensen weggelegd.”

Welke andere intenties overstemmen ze?

Bijvoorbeeld “Ik wil meer aandacht voor creativiteit”, “Ik wil tijd voor goed contact met mensen om me heen”, “Ik wil werk waarin ik van betekenis kan zijn met wat ik doe in mijn werk”

Vaak zijn dat zachtere stemmen. Het is de kunst om die zachte stemmen te horen. Ze worden gauw overschreeuwd.

 

Het is goed om juist die schreeuwende stemmen te wantrouwen, of dat nu stemmen zijn van mensen om je heen of stemmen in jezelf.

 

Wantrouw ook het simplificeren van het keuzeproces. Want het maken van een loopbaankeuze is lang niet altijd makkelijk.

Zoek plekken op waar ook, zoals dat weleens genoemd wordt, morele klopsignalen kunnen worden gehoord.

Die signalen hebben alles te maken met waar jij warm voor loopt, jouw persoonlijke missie. En het is belangrijk om signalen daarover op te vangen en ernaar te luisteren.

 

Kies voor een optie waarin niet alleen materiële rijkdom aan de orde is, maar kies voor een functie of een vak waardoor je gegrepen wordt.

Welk vak of welke functie dat is, kun je het beste achterhalen door je ervoor open te stellen en te ervaren, te voelen wat dat werk met je doet.

 

 

Dertig dagen oefening; een mooie manier om te ontdekken wat jou iets te zeggen heeft

 

Zowel in de 3-daagse training ‘Bouw je ideale loopbaan’ als in individuele loopbaancoaching komt de dertig dagen oefening aan bod.

Houd dertig dagen een map bij waar je alles in stopt wat jou inspireert en aanspreekt. Dat kunnen bijvoorbeeld stukjes uit de krant zijn, van internet, een foto, een citaat, een kaart, een voorwerp, een opmerking op straat of een gesprek in de trein.

Wees alert op wat voor jou de moeite waard is om gezien of gehoord te worden en verzamel dat. Dat kan zijn in een envelop, maar ook een map op de computer. De kunst is om in eerste instantie alleen te verzamelen en verder niets. Kijk wat jou iets te zeggen heeft.

Dan kan bijvoorbeeld ook blijken dat het echt niet alles is wat jou interesseert, maar dat er duidelijk thema’s te ontdekken zijn in het materiaal dat jij verzameld hebt.

 

 

 

Kun je wel wat hulp gebruiken bij het in kaart brengen van wat voor jou van betekenis is?

Lees mijn boek Wat wil ik nu echt? – een loopbaanstrategie voor gedreven hbo’ers en academici die meer waarde willen realiseren in hun werk.

Met de strategie in dit boek realiseer je het werk dat je echt wilt. Met de inzichten op basis van onderzoek en ervaring en de praktische tips vind of creëer je werk waarin je een bijdrage kunt leveren die voor jou van betekenis is.

 

 

 

 

Tips hoe je kunt voorkomen dat je weten je op een dwaalspoor brengt.

 

Blindvaren; zonder twijfel vertrouwen op iemand of iets.

Je doet het heel gemakkelijk. Bijvoorbeeld als het gaat om informatie of advies van iemand die je hoog acht. Iemand waarvan je verwacht dat die van wanten weet.

Blindvaren op informatie of advies van anderen is niet zonder risico.

Maar wist je dat het ook risicovol is om te blindvaren op wat je zelf weet? Dat je eigen weten misleidend kan zijn?

Dat je jezelf bijvoorbeeld gemakkelijk laat leiden door informatie, die onvolledig of niet juist is? En dat je op grond van die gebrekkige informatie je eigen interpretaties maakt?

Je denkt dan, het te weten. Maar in werkelijkheid laat je je gedrag bepalen door veronderstellingen en waarheden zoals jij die ziet. Terwijl het geen algemeen gedeelde waarheden zijn. Laat staan, dat ze objectief zijn.

Je aannames kunnen je flink op een dwaalspoor brengen. Ook al denk je zelf dat je goed bezig bent. Dat geldt ook met betrekking tot je loopbaan.

Ik geef je een aantal tips die je helpen voorkomen, dat je weten je op een dwaalspoor brengt.

 

Waarom je niet moet blindvaren op wat je denkt te weten

 

Blindvaren op grond van wat je denkt te weten, beperkt je mogelijkheden

 

Onlangs las ik daarvan een historisch voorbeeld.

Lang geleden dachten mensen te weten dat de aarde plat was. Voor hen was dat de waarheid. Ze lieten hun gedrag daardoor bepalen.

Ze waren dan ook bang dat als ze te ver reisden, dat ze dan over de rand van de aarde zouden vallen. Het merendeel van de mensen deed dat dan ook niet.

 

Totdat men ontdekte dat de aarde rond was. Een ogenschijnlijk detail, maar het had grote impact op het wereldbeeld en er ging een wereld aan mogelijkheden open.

 

Zo kan het ook gaan met betrekking tot je loopbaan.

Misschien heb je het helemaal niet naar je zin in je huidige werk. Maar denk je te weten dat je geen alternatieven hebt. Dat je moet blijven zitten waar je zit en dat je je maar moet schikken in je lot.

Stel je voor dat je de stap naar buiten zou wagen? Misschien val je dan figuurlijk wel over de rand.

 

Hoe anders zou je wereld van werk eruitzien, als je zou weten dat die niet zo plat is, als je denkt?

Als je zou weten dat er mogelijkheden zijn, die je nu nog niet ziet? En dat je heus niet zo gemakkelijk over de rand valt als je misschien zelf vreest?

 

We laten ons gedrag bepalen door wat we weten.

Sterker nog, door wat we denken te weten. Zeker als individu.

Het is goed om je te realiseren, dat je je eigen interpretatie maakt op grond van wat je waarneemt. Je maakt je eigen veronderstellingen. Soms op grond van onvolledige of verkeerde informatie.

Dat betekent dat je weten vaak geen objectief weten is, maar persoonlijk gekleurd.

Wees dan ook voorzichtig met wat je denkt te weten, want het is niet zonder risico om te blindvaren op wat je weet.

 

 

Een aantal tips die je helpen voorkomen, dat je weten je op een dwaalspoor brengt

 

Durf jezelf te bevragen op je veronderstellingen en ter discussie te stellen wat je geneigd bent voor waar aan te nemen. Stel je open voor nieuwe mogelijkheden. Ga gesprekken aan en verruim je horizon.

 

Ik geef je een aantal concrete tips met betrekking tot je loopbaan:

 

1. Durf jezelf te bevragen op je veronderstellingen

Doe dat aan de hand van de volgende vier vragen:

  • Is het waar?
  • Weet ik absoluut zeker dat het waar is?
  • Hoe reageer ik, wat gebeurt er als ik geloof dat het waar is?
  • Wie zou ik zijn en wat zou ik doen als ik die veronderstelling niet had?
     

2. Doe je onderzoek naar een vacature

Controleer in een gesprek, voorafgaand aan daadwerkelijk solliciteren, of jouw interpretatie klopt.

Bereid een aantal relevante vragen voor om helder te krijgen of het beeld dat jij van de vacature hebt, overeenkomt met het beeld dat de organisatie ervan heeft.

 

3. Vraag feedback op gesprekken

Zeker in een selectietraject. Of als je anderszins in gesprek bent met potentiële werkgevers.

Verifieer of jouw indruk van het gesprek overeenkomt met die van je gesprekspartner(s). En bij een afwijzing, of de reden van afwijzing overeenkomt met wat jij had ingeschat.

 

4. Doe zelf je onderzoek naar waar mensen zoals jij nodig zijn

Als je weinig vacatures ziet betreffende het werk dat jij wilt doen, dan wil dat nog niet zeggen, dat er geen behoefte is aan mensen zoals jij.

Trek daarbij niet te snel conclusies. Ga bijvoorbeeld niet af op de mening van één persoon. Want daarmee doe je jezelf tekort. Je denkt het dan te weten, maar de mening van één persoon is absoluut nog onvoldoende bewijs.

 

5. Stel je niet afwachtend op, maar neem zelf de verantwoordelijkheid voor je loopbaan.

Kun je daarvoor nog wat tips gebruiken? Die vind je hier.

Als je aan het werk gaat met die tips zul je al ervaren dat er meer kansen voor je zijn, dan je aanvankelijk had gedacht.

 

6. Durf af te wijken van de traditionele manier van baanverwerving

Focus niet langer op traditioneel solliciteren. Focus niet op het zoeken en vinden van vacatures en het schrijven van sollicitatiebrieven.

Stel je niet afhankelijk op van selecteurs, werving- en selectiebureaus of recruiters, maar neem zelf de regie.

 

7. Laat je niet uit het veld slaan als het een keer tegen zit

Krijg je nul op je rekest of bereik je anderszins niet het gewenste resultaat, zoek de oorzaak daarvan niet altijd bij jezelf.

En zie nul op je rekest ook niet direct als een bevestiging van een van jouw veronderstellingen.

De oorzaak kan ook bij de ander liggen. Of het is domweg een kwestie van pech of geluk.

 

 

Kortom

 

Laat je niet op een dwaalspoor brengen door wat je denkt te weten.

Wat dat betreft heb ik ooit een veelzeggende uitspraak gehoord.

Vrij vertaald vanuit het Engels:

Niet het gebrek aan kennis berokkent de mens schade, maar denken dat iets een feit is, terwijl het dat niet is”.

 

 

Heb jij nog aanvullende tips die je helpen voorkomen, dat je weten je op een dwaalspoor brengt?

Ik lees het graag.

 

 

 

 

Handreikingen en tips om persoonlijke groei en toenemend zelfbewustzijn in leven en werk te bereiken

 

Ook al is Oud en Nieuw voor menigeen hét moment om goede voornemens te maken, elk moment in het jaar is daarvoor geschikt.

Het maken van goede voornemens is niet zo moeilijk. Je eraan houden is dat des te meer.

Of het nu gaat om goede voornemens om jouw drukte te beperken, meer aandacht te hebben voor je gezin, gezonder te eten of wat dan ook.

Voordat je er erg in hebt, ga je weer achteloos mee in de stroom van wat er op je af komt.

Met alleen een goed voornemen gaat het je ook niet lukken om gedrag te veranderen. En met voornemens in meervoud vraag je al helemaal veel van jezelf.

Wat wil jij écht veranderen? Wat is voor jou hét belangrijkste om zelf de regie weer te krijgen in je leven en in je werk? En daarop te sturen?

Heb je dat topic te pakken?

Creëer dan voorwaarden om jouw doelen te realiseren en zet naar behoefte hulpmiddelen in.

 

In mijn artikel reik ik je zeven strategieën aan, die je helpen om goede voornemens ten uitvoer te brengen. En niet onbelangrijk, te komen tot blijvende gedragsverandering.

En mochten jouw goede voornemens al aan je aandacht zijn ontsnapt, het is nooit te laat om weer bij te sturen.

 

Zeven strategieën die je helpen om jouw goede voornemens te realiseren

 

Zeven strategieën die je helpen om goede voornemens te realiseren en verandering in je leven en werk te bewerkstelligen

 

Goede voornemens zijn niet genoeg om je gedrag te veranderen. En ook met alleen motivatie red je het niet.

Wil je gewoontes echt doorbreken en je als persoon ontwikkelen, dan is er meer nodig.

Geïnspireerd door Tony Crabbe reik ik je zeven strategieën aan, die hun waarde bewezen hebben als hulpmiddel bij het realiseren van doelen.

Dat de strategieën werken, heb ik ook zelf ervaren.

 

1. Stel jezelf een duidelijk doel

Maak het doel concreet. Omschrijf het gewenste gedrag specifiek in een specifieke context.

Zo laat ik mijn mobiele en mijn zakelijke telefoon, behoudens bijzondere omstandigheden, in mijn kantoor. Zo kan ik bijvoorbeeld in alle rust lunchen.

En zo zet ik mijn computer pas aan, na mijn ontbijt. Voor mijn ontbijt maak ik mijn ochtendwandeling zodat ik de dag met een fris en leeg hoofd kan beginnen.

 

2. Houd het klein

Maak je voornemen, je doel niet te groot. Elke verandering begint met een eerste stap. Na die eerste stap komt er wel weer een volgende en zo realiseer je stapsgewijs jouw grote doel.

 

3. Plan je volgende stap

Weten wat je volgende stap zal zijn, helpt om je doelen te realiseren.

Ook bij het verwerven van mooi nieuw werk. Als je niet weet welke stappen je daar naartoe leiden, dan is het moeilijk om je eerste stap te zetten.

 

4. Gebruik sociale beïnvloeding

Al eerder schreef ik over doelen formuleren volgens SPEER: Specifiek, Positief, Eigen controle, Ecologie en Realistisch.

Met name die ecologie (rol van de omgeving) helpt mij, om mijn doelen te realiseren.

 

5. Neem een nieuwe gewoonte op sleeptouw

Bij 1 schreef ik al over mijn ochtendritueel. Daar hoort nog bij dat ik een liter warm water gereed maak en meeneem naar mijn kantoor, zodat ik in de loop van de ochtend voldoende drink.

Dat is overigens ook een mooi voorbeeld van een doel volgens SPEER. Ik richt mijn omgeving zodanig in dat de kans groot is dat ik mijn doel, voldoende drinken, realiseer.

Met die waterkan kon ik inhaken op mijn ochtendroutine, gedrag dat ik me al eigen heb gemaakt.

 

6. Beloon jezelf voor gewenst gedrag

Bijvoorbeeld door het kopen van een nieuw kledingstuk als het je gelukt is om het beoogde aantal kilo’s af te vallen.

Of door het maken van een wandelingetje of het drinken van een lekkere kop cappuccino, als je een moeilijke klus hebt geklaard.

In de psychologie heet dat operante conditionering. Misschien wil je jezelf niet conditioneren, maar het werkt.

 

7. Pas op voor ‘ach, wat maakt het ook uit’

Voor menigeen is een vast ritme belangrijk om zich te houden aan zijn doelen. Zo ook voor mij.

Houd je je een keer niet aan je specifieke doel, denk dan niet te gauw ‘Ach, wat maakt het ook uit. Ik heb me vandaag toch al niet aan mijn voornemen gehouden. Dan kan ik er maar beter van genieten ook en morgen opnieuw beginnen’.

Want morgen wordt dan al gauw overmorgen en overmorgen misschien niet meer.

Houd voor ogen dat het realiseren van goede voornemens niet staat of valt met een enkele terugval in je oude gedrag. Maar wél met hoe snel en hoe vasthoudend je de draad van je gedragsverandering weer weet op te pakken.

 

 

Oude gewoontes loslaten en je gedrag diepgaand veranderen is een proces

 

Het is niet alleen maar je anders gedragen.

Wil je jouw gedrag wezenlijk veranderen, dan zal je je niet alleen op je gedrag moeten richten, maar ook op jezelf. En dat is lang niet altijd gemakkelijk.

 

Ervaar je een probleem, dan ben je gauw geneigd om te zoeken naar wat men noemt een technische oplossing. Bijvoorbeeld minder uren gaan werken, als je te druk bent met je werk.

Maar of dat de oplossing is, dat is nog maar zeer de vraag. Mogelijk blijf je net zo druk met je werk, maar ga je je werk deels verschuiven naar privétijd.

Zo herinner ik me de tijd dat ik werkte als Hogeschooldocent. Ik werkte in deeltijd. Vaak, eerlijk gezegd meestal, meer dan het aantal uren van mijn aanstelling.

Terugbrengen van mijn taakomvang was niet de oplossing. Het was aan mij om mijn taakopvatting bij te stellen en zelf mijn grenzen en mijn taakomvang te bewaken.

Je kunt in zo’n situatie wel naar technische oplossingen blijven zoeken, maar die oplossing is er niet. De oplossing is jezelf veranderen en van daaruit stappen zetten; een adaptieve oplossing.

 

Heb je ooit een burn-out gehad, dan zal je dit herkennen. Een burn-out is geen technisch probleem. Er is geen eenduidige manier om het probleem op te lossen, geen strak omlijnde bewezen oplossing of gebruiksaanwijzing.

Een burn-out is eerder een adaptief probleem. De objectieve werkdruk speelt vast en zeker een rol. Maar de oplossing ligt voor een belangrijk deel ook in de persoon die met het probleem te maken heeft. En wel in een verandering van zijn denken, zijn overtuigingen, zijn aannames.

 

Hoe bijvoorbeeld onze waarden, overtuigingen en ons zelfbeeld ons gedrag beïnvloeden, heeft Mc Clelland weergegeven in zijn model van de IJsberg.

Wat we zien is het gedrag van mensen. Maar daar zit nog een hele wereld onder. Wil je een diepgaande verandering realiseren, dan zal ook wat onder water zit zichtbaar, bespreekbaar moeten worden.

Dat wil overigens niet zeggen dat door veranderingen in gedrag niet ook wat onder water zit kan veranderen. De verschillende niveaus houden verband met elkaar. Een verandering op het ene niveau heeft gevolgen voor andere niveaus.

 

 

Kortom

 

Gedrag verander je niet zomaar. Het is dan ook niet vreemd dat voornemens vaak voornemens blijven.

De aangereikte strategieën, mits goed en vasthoudend toegepast, zullen je kans op succes vergroten.

 

 

 

Kun je wel wat hulp gebruiken bij het realiseren van je doelen?

Bel (0575-544588/ 06-54762865) of e-mail ([email protected]) me gerust. Graag maak ik tijd voor je vrij om jouw vragen te beantwoorden.

 

 

 

 

Wat je met het woord ‘eigenlijk’ eigenlijk zegt

 

“Het meest mysterieuze woord uit de Nederlandse taal is wat mij betreft ‘eigenlijk’ ”, zegt Paulien Cornelisse in Taal is zeg maar echt mijn ding.

“Eigenlijk gebruik je als je wilt zeggen hoe iets ‘in wezen’ is, je kondigt de waarheid ermee aan. Bijvoorbeeld: ‘Ik doe wel aan fitness, maar eigenlijk vind ik het niet leuk’ ”.

Met die betekenis van het woord eigenlijk is niets mis.

Maar eigenlijk wordt vaak veel breder gebruikt. Bijvoorbeeld als je heel voorzichtig wilt zeggen wat je van iets of iemand vindt en je dat niet rechtlijnig durft te communiceren.

Of als andere belemmeringen je verleiden tot omzichtige, mistige formuleringen.

Een goede coach of selecteur is daar zeker alert op. Zo gaan bijvoorbeeld bij mij gelijk lampjes knipperen als ik dergelijke formuleringen hoor. En is er alle aanleiding om daarop door te vragen.

Het is goed om je bewust te zijn van wat je met eigenlijk eigenlijk zegt. En wat jou jezelf in nevelen doet hullen.

 

Hoe het woord eigenlijk je ontkracht en in nevelen hult

 

‘Eigenlijk’ kan erop duiden dat je nog geen definitieve keuze hebt gemaakt of je volledig verbonden hebt met je wens

 

“Eigenlijk zou ik wel iets anders willen qua werk”

of

Eigenlijk zou ik wel minder willen werken”

 

Wellicht heb jij die uitspraken ook vaker gehoord. Misschien denk of zeg je het zelf ook weleens.

Ergens zou je het wel willen, maar kennelijk doe je het niet. Je zet de wens niet om in acties. Om wat voor reden dan ook.

‘Willen’ is overigens al anders dan ‘zou willen’. Met ‘zou willen’ ben je volgens mij nog een flinke stap van ‘willen’ vandaan.

 

Ik zie en hoor het soms bij potentiële klanten. Zij geven dan te kennen dat ze graag ander werk zouden willen, maar zien om wat voor reden dan ook, af van het ondernemen van actie.

Soms uit angst om hun huidige baan te verliezen, mocht hun werkgever er lucht van krijgen dat ze zich oriënteren op ander werk.

Of omwille van de kosten of de tijdsinvestering van een loopbaantraject. Of om wat voor reden dan ook.

Ze willen dan misschien wel ander werk, maar willen alleen is onvoldoende om dat andere werk te realiseren.

 

 

‘Eigenlijk’ kan een verkapte ontkenning zijn

 

Paulien Cornelisse geeft daarvan een mooi voorbeeld. Zij hoorde iemand zeggen:

Nee, het was eigenlijk heel leuk op vakantie”.

Zij zegt: “Dan weet je zeker dat het niet leuk was, maar dat innerlijke discussie heeft uitgewezen dat klagen geen zin heeft of alles nog erger maakt. En dus was de vakantie ‘eigenlijk heel leuk’.”

 

Hetzelfde hoor ik van mensen die hun werk helemaal niet leuk vinden en die graag ander werk zouden willen doen. Die misschien zelfs enigszins jaloers zijn op mensen die heel veel plezier hebben en voldoening ervaren in hun werk.

Maar hun belemmerende overtuigingen doen hen denken dat er voor hen toch geen ander werk is weggelegd en dat ze maar moeten blijven zitten waar ze zitten.

En dus schikken ze zich in hun lot en zijn geneigd om te zeggen “Eigenlijk ben ik best tevreden met mijn werk”.

 

 

‘Eigenlijk’ kun je zien als vorm van ‘ja-maar’

 

En ja-maar kan flink de kop op steken en je ontkrachten.

 

Zo ook bij een van mijn coachklanten.

Een van de stappen in een proces naar MEER WAARDE IN WERK is het verzamelen van bewijsmateriaal waaruit blijkt dat je de door jou genoemde competenties daadwerkelijk bezit. Ook inventariseer je dan wat de inzet van jouw kwaliteiten heeft opgeleverd.

 

In het zogenoemde praatpapier van mijn coachklant lees ik bij een van zijn competenties: “Eigenlijk heb ik alleen voorbeelden waar ik dit beter had kunnen doen”.

En bij de competentie ‘ik werk planmatig en systematisch toe naar wat ik voor ogen heb’: “Ik ben eigenlijk niet zo systematisch”.

 

Wellicht heeft zijn innerlijke criticus flink zijn stem doen gelden en hem doen twijfelen over betreffende kwaliteiten. En misschien nog wel meer dan dat.

Zijn opmerkingen zijn mogelijk het topje van de ijsberg. En komt eigenlijk, nu in de vorm van ja-maar, een stukje naar boven van wat er nog onder water zit.

 

 

Kortom

 

Het woord eigenlijk is een veelbetekenend woord. Ook al is het vaak mysterieus en verhult het wat je echt zeggen wilt.

 

Het is goed om je dat te realiseren.

Niet alleen roept het voor de aandachtige luisteraar vragen op. Jouzelf heeft het ook iets te zeggen.

Je zegt het niet voor niets. Wat dat betreft is het zeer betekenisvol en de moeite waard om te onderzoeken wat jou jezelf in nevelen doet hullen.

 

Heb je het antwoord daarop gevonden en kun je dat positief inzetten, dan komt dat jouw presentatie ten goede en kun je je krachtig profileren. Niet alleen op de arbeidsmarkt, maar ook daarbuiten.

 

 

 

Kun je daarbij wel wat hulp gebruiken?

Bel (0575-544588/ 06-54762865) of e-mail ([email protected]) me gerust voor het maken van een afspraak voor een vrijblijvend oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Stappenplan om te komen tot een oplossing van een loopbaandilemma

 

“Door mijn huidige werkgever is ontslag voor mij aangevraagd en verleend door het UWV (economische gronden). Per 1 april a.s. heb ik geen werk meer.

Nu kan ik ergens anders beginnen. Er wordt me een jaarcontract geboden. Het loon is helaas de helft van wat ik nu verdien.

Ik zit nu in dubio: wat als ik dit doe en na een jaar het contract niet verlengd wordt?

Wat als ik dit nu niet doe en ik over een jaar nog niks heb gevonden?

Wat is wijsheid?”

 

Als loopbaancoach beantwoord ik vragen van bezoekers op loopbaanadvies.net. Zo ook de vraag van Heidi.

De vraag van Heidi is een mooi voorbeeld van een loopbaandilemma. Een loopbaandilemma dat jij, mogelijk in een variant, herkent.

Welke keuze maak je? Wat is dan wijsheid?

 

Stappenplan oplossen loopbaandilemma

Een loopbaandilemma

 

Misschien sta je, net als Heidi, voor een keuzemoment in je loopbaan. En vraag je je af wat is verstandig om te doen?, wat kies ik?.

Je hebt een loopbaandilemma; je aarzelt om een keuze te maken tussen ja of nee, het een of het ander.

Zo’n lastige keuze staat meestal niet op zichzelf. Vooral ook, omdat de context waarin jij jouw besluit moet nemen, heel bepalend is.

In die context spelen verschillende factoren een rol. Die factoren kunnen jouw keuze positief of negatief beïnvloeden.

 

Heidi geeft daarvan zelf een paar voorbeelden.

Zij geeft voorbeelden van krachten die haar drijven in de richting van de andere baan. En tegenkrachten die haar eerder van die nieuwe baan afhouden.

Dat voelt als een spanningsveld. Een spanning tussen enerzijds krachten ten gunste van ‘ja’, anderzijds krachten ten gunste van ‘nee’.

Het is dan ook vaak moeilijk om de belangen tegen elkaar af te wegen en daarin een balans te vinden.

 

 

Het vinden van balans bij een loopbaandilemma

 

Bij een loopbaandilemma heb je te maken met een krachtenspel dat twee kanten op gaat. In zekere zin is er sprake van een tegenstelling.

Die tegenstelling zul je op de een of andere manier moeten overbruggen, daar een balans in vinden. Als je dat lukt, dan geeft dat rust. Bovendien geeft balans energie.

Als het je niet lukt om die balans te vinden, dan zal dat eerder energie kosten.

 

Zo zal het Heidi waarschijnlijk energie kosten als zij, ingegeven door angst om werk/inkomsten te verliezen, kiest voor werk dat niet bij haar past. Dat voor haar doen heel slecht verdient, bovendien. Zij loopt dan het risico dat zij haar motivatie verliest. Misschien zelfs opbrandt in haar werk.

Anderzijds kan het ook zijn, dat geen werk hebben Heidi zodanig beangstigt, dat ook dat haar veel energie kost. Waardoor zij maar weinig energie overhoudt voor werken aan werk.

Wil je lezen hoe dat werkt? Lees een van mijn vorige artikelen er (nog) eens op na.

 

 

Hoe een loopbaandilemma op te lossen; een stappenplan

 

Een loopbaandilemma geeft onrust. Een keuze kunnen maken geeft balans en dus rust. Zeker als voor jouw gevoel de keuze een goede is.

Ik geef je een stappenplan aan de hand waarvan jij jouw keuze kunt maken. Ik illustreer dat stappenplan aan de hand van het verhaal van Heidi.

 

1.   Omschrijf je loopbaandilemma

Om welke keuze gaat het? Wat is jouw loopbaandilemma?

Zo wil Heidi kiezen tussen Kies ik voor voorlopig even geen werk (en gebruik maken van een WW-uitkering)? of Kies ik voor het werk dat me aangeboden wordt?.

 

2.   Inventariseer welke krachten inwerken op de keuze die een dilemma voor je is

Dat kunnen zowel bevorderende als belemmerende krachten zijn. Bevorderende krachten trekken je naar de keuze voor een bepaald alternatief toe. Belemmerende krachten  houden je er eerder van af.

 

Naar aanleiding van het verhaal van Heidi geef ik je een paar voorbeelden:

a)   Over het algemeen kun je gemakkelijker van een baan naar een baan gaan, dan van een uitkering naar een baan.

b)   De baan voorziet haar van inkomsten en maakt haar onafhankelijk van een uitkering.

c)   Door die baan nu aan te pakken blijft ze in een werkritme en in de running.

d)   Het aangeboden werk kan een instrument zijn om te realiseren wat ze uiteindelijk voor ogen heeft. En zo kan die baan haar mogelijk helpen om weer aan het werk te komen in een functie en werkveld die echt bij haar passen.

e)   De baan kan sterk passen bij haar kwaliteiten en bij andere factoren die bepalend zijn voor fijn werk. Ik kan dat op grond van de door haar gegeven informatie niet inschatten.

f)    Het is niet altijd verstandig om zomaar ‘alles’ aan te pakken om maar aan het werk te zijn.

g)   De financiële risico’s met betrekking tot haar sociale zekerheid. Wat betekent het als het eenjarig contract niet wordt verlengd, temeer omdat zij daarbij nog maar de helft van haar huidig salaris gaat verdienen?

h)   De kansen en mogelijkheden die zij heeft, gegeven de huidige arbeidsmarkt.

 

3.   Ga van elke kracht na of die bevorderend werkt t.a.v. de keuze van een bepaald alternatief of juist remmend

Zo te zien zijn a tot met c bevorderende krachten. Eerder belemmerende krachten zijn f en g. De voorbeelden d, e en h kan ik op grond van de door Heidi gegeven informatie niet inschatten.

 

4.   Onderstreep welke krachten het meeste gewicht in de schaal leggen

Of maak ze vet of highlight ze. Stel ook vast of het om een niet veranderbare kracht gaat of om een kracht die beïnvloedbaar is.

Want belemmerende factoren kun je soms kleiner maken en bevorderende factoren kun je soms sterker benutten.

Zo krijgt Heidi een jaarcontract aangeboden, maar dat betekent niet dat zij er voor een jaar aan vast zit. Als haar baan niet te veeleisend is, zou ze naast haar baan volop werk kunnen maken van ander werk, dat beter bij haar past.

Het loon in de aangeboden baan is de helft van wat ze nu verdient, maar mogelijk kan ze daarover nog in onderhandeling.

 

5.   Het nemen van het besluit

Als je het proces van het expliciet benoemen en onderzoeken van de invloeden hebt doorlopen, kun je een beslissing nemen.

Doordat je de diverse invloeden op je keuzeproces onder ogen hebt gezien en hebt gewogen, heb je beter in de vingers waarvoor je kiest. En kun je een keuze maken waar je daadwerkelijk achter kunt staan. En waar je gemakkelijk met anderen over kunt communiceren.

Zodat je vol energie voor je keuze kunt gaan.

 

 

Heb jij een eigen voorbeeld van een loopbaandilemma? En wil je dat delen? Ik lees je reactie graag.

 

 

 

 

Waarom alleen een test niet voldoende is om aan de weet te komen wat voor jou de ideale baan is.

 

Onlangs werd ik gebeld door een potentiële klant. De organisatie waar zij werkt gaat verhuizen naar het centrum van het land. De medewerkers worden geacht mee te verhuizen. Voor wie dat niet mogelijk is, worden er faciliteiten geboden om een andere baan te verwerven in de huidige standplaats. Zo mocht mijn beller een loopbaanscan doen.

Voor haar wellicht een mooi aanbod, maar ik heb mijn bedenkingen.

Lees meer

Maak je geen zorgen over een verkeerde keuze, zorg dat je goed toegerust bent voor je loopbaan en weet wanneer je bij moet sturen

 

Hoe maak jij keuzes? Hoe neem jij beslissingen?

Wanneer is voor jou een keuze een goede keuze? En heb je wel eens een foute keuze gemaakt?

Wist je dat veel mensen moeite hebben met kiezen en dus het nemen van beslissingen? Zeker als het hun loopbaan betreft.

En dat de angst om een verkeerde beslissing te nemen hen ervan weerhoudt om verder te komen in hun leven?

 

Ik hoor het met regelmaat in gesprekken met potentiële klanten.

Met betrekking tot werk blijf je dan al gauw zitten waar je zit, uit angst om een verkeerde keuze te maken.

Misschien geldt dat ook wel voor jou.

 

Maar wist je dat het de kunst is om je geen zorgen te maken over een verkeerde keuze? Dat het vooral belangrijk is dat je goed toegerust bent voor je loopbaan en weet wanneer je bij moet sturen?

Meer daarover lees je in mijn artikel.

 

Een keuze is eigenlijk nooit een foute keuze

 

Een goede keuze vanuit theoretisch perspectief

 

Wat is een goede keuze?

Die vraag is niet eenduidig te beantwoorden. Het is maar net, wat voor jóu een goede keuze is.

Ik herinner me een van mijn collega’s van Saxion Hogescholen. Hij was niet zo’n ‘wikker en weger’, tenminste niet als het ging om het nemen van beslissingen. Hij koos vrij intuïtief en als een keuze goed voelde, dan was het voor hem oké.

Dat keuzegedrag past bij de psychologische benadering.

Vanuit psychologisch perspectief is een keuze een goede keuze als die goed voor je voelt. Als er na de keuze sprake is van een psychologisch evenwicht. En het grappige was, dat mijn collega ook psycholoog is.

Maar of iedereen zichzelf zo goed kent, dat je kunt vertrouwen op je intuïtie als je een goede keuze wilt maken? Ik heb daarover mijn twijfels. Je intuïtie kan ook heel misleidend zijn.

 

Lang dacht men ook dat een goede loopbaankeuze is gebaseerd op de juiste match tussen persoon en beroep.

Bij een traditionele benadering wordt die werkwijze nog met regelmaat toegepast. Men heeft het dan over matching.

Volgens die benadering komt een goede keuze tot stand als je een juist beeld hebt van bijvoorbeeld je capaciteiten, interesses, ambities, mogelijkheden en beperkingen.

Maar kennis van jezelf als persoon is niet voldoende om tot een goede keuze te komen. Naast kennis van jezelf is het belangrijk dat je een goed beeld hebt van de eisen die de functie aan je stelt, wil je de functie succesvol uitoefenen.

Bovendien is het volgens de matchingsbenadering voor het maken van een goede keuze belangrijk, dat je logisch nadenkt over de samenhang tussen beide groepen factoren. En je adequaat inschat of jij en de functie met elkaar matchen.

 

 

Matching leidt niet per definitie tot een goede keuze

 

Ook al denk je misschien dat je door je keuzeproces zo te benaderen het risico van een foute keuze verkleint.

Misschien herinner je je mijn artikel over het gebruik van tests om te komen tot een loopbaankeuze. Het gebruik van tests past bij deze benadering.

Maar in mijn artikel heb je kunnen lezen dat alleen tests niet voldoende zijn om aan de weet te komen wat voor jou de ideale baan is. En dus een goede keuze te kunnen maken. In mijn artikel kun je ook lezen waarom.

 

 

Angst om een foute keuze te maken

 

Susan Jeffers beschrijft in haar boek ‘Niet durven, toch doen’, dat ons geleerd is om voorzichtig te zijn en geen foute keuzes te maken.

Alsof een foute keuze ons iets zal ontnemen; geld, vrienden, geliefden, status of wat de goede keuze ons ook zou kunnen verschaffen.

Volgens Susan Jeffers hebben we kennelijk ook de behoefte om volmaakt te zijn en om de loop van gebeurtenissen te kunnen beïnvloeden.

Daarbij vergeten we, dat we juist door onze als ‘fout’ gelabelde keuzes, heel veel kunnen leren.

Volgens Jeffers heb je niets te verliezen, alleen maar iets te winnen. Welke keuze je ook maakt en welke actie je onderneemt in je leven.

 

 

Andere manier van denken over het maken van een keuze

 

Wist je dat je het maken van een loopbaankeuze gemakkelijker voor jezelf kunt maken door jouw manier van denken zo om te buigen, dat het onmogelijk wordt om een foute keuze te maken?

Ik geef je een voorbeeld.

Stel je voor dat je voor de keuze staat in je oude werkkring te blijven of een nieuwe baan die je aangeboden krijgt te accepteren.

Je kunt dan als volgt gaan redeneren:

“Als ik hier blijf, dan mis ik misschien een goede kans om vooruit te komen. Maar als ik wegga, dan loop ik misschien het risico dat ik na korte tijd ontslagen word en dan heb ik helemaal niets meer! En ik heb het hier nu naar mijn zin. Ik vergooi mijn hele toekomst als ik nu de verkeerde beslissing neem. Help, wat moet ik kiezen!”

Maar je kunt ook anders redeneren:

“ Is het niet geweldig! Ik heb een nieuwe baan aangeboden gekregen. Als ik hem aanneem, zal ik een schat aan ervaring opdoen. En als er iets tussenkomt, waardoor het toch niets wordt, dan is er geen man overboord.

Ook al is het tegenwoordig op de arbeidsmarkt wat moeilijker, ik ben ervan overtuigd dat ik wel weer een baan vind als dat nodig mocht zijn.

Doordat ik zo’n nieuwe baan aangeboden heb gekregen voel ik me sterk. Misschien kan ik, als ik blijf, om promotie vragen. En als het om de een of andere reden hier niet meer lekker gaat, dan komen er beslist nog wel andere kansen.

Van welke kant ik het ook bekijk, het is allemaal een groot avontuur.”

 

Bij de andere manier van redeneren is er geen sprake van een foute en een goede keuze. Of de persoon kiest voor blijven of voor weggaan, beide keuzes zijn goed.

Temeer omdat de betrokken persoon goed toegerust is om zelf de baas te zijn over zijn loopbaan. En uitstraalt dat hij goed weet wanneer hij bij moet sturen.

 

 

Wil jij ook zelf sturing geven aan je leven en de voor jou ideale loopbaan?

Schrijf je in voor de 3-daagse training ‘Bouw je ideale loopbaan