Tag Archief van: ideale baan

Hoe je je accu oplaadt door inzet van jouw ‘top vijf’

 

“Ik hoop een nieuwe start te kunnen gaan maken met nieuwe energie en motivatie, iets wat nu ver te zoeken is…….”

Zo mailde me een potentiële klant.

Zit je niet goed op je plek in je werk, dan kost dat inderdaad veel energie. Zoveel energie dat je na een werkdag wellicht uitgeblust thuiskomt. Te moe, om wat dan ook nog op te pakken.

Dat wordt anders, als je werk doet dat optimaal bij je past.

Je kunt het je misschien niet voorstellen, maar dan hoeft werk je geen energie te kosten. Integendeel, het levert je energie op.

Als je werk doet dat écht bij je past, dan werkt dat werk als een dynamo. Je laadt je accu ermee op.

Of je werk optimaal bij je past, heeft onder andere te maken met welke kwaliteiten van jezelf, jij inzet in je werk. Het is het mooist als je jouw top vijf kunt inzetten in het werk dat je doet.

Want dan kost je werk je niet alleen minder energie, het levert je zelfs energie op, doordat je werk werkt als een dynamo.

Meer daarover lees je in mijn artikel.

 

Hoe je ervoor zorgt dat je werk werkt als een dynamo

 

Wil je dat je werk werkt als een dynamo? Zorg dan dat je je kwaliteiten helder hebt.

 

Waar ben je met name goed in? Wat gaat jou zo goed af, dat je het bijna als vanzelf doet? Dat je het zelf misschien niet eens meer onderkent als een kwaliteit?

Als je je échte kwaliteiten kunt inzetten in het werk dat je doet, dan kost je dat minder energie dan wanneer je kwaliteiten inzet die je je met veel moeite hebt eigen gemaakt.

Zo vertelde iemand mij laatst dat hij jarenlang teveel op zijn tenen had gelopen. Dat hij van zichzelf niet zo analytisch was. Hij had zich, ook gestimuleerd door zijn omgeving, die vaardigheid wel eigen gemaakt. En zette die ook volop in, in zijn werk.

Omdat het analytische niet van nature in hem zat, kostte het werk hem veel energie. Bij tijd en wijle was hij ook bang om door de mand te vallen. Bang dat men in de gaten kreeg, dat hij eigenlijk niet zo analytisch was.

Om dat te voorkomen zette hij zich nog meer in voor zijn werk. Dat werd nog versterkt doordat het leveren van kwaliteit voor hem een belangrijke drijfveer was.

Helaas uiteindelijk resulterend in een burn-out.

 

Waar liggen met name jouw kwaliteiten? Welke activiteiten gaan jou zo gemakkelijk af dat je ze als het ware als vanzelf doet?

Kun je bij het in kaart brengen van je kwaliteiten nog wat handreikingen gebruiken? Lees mijn artikel over het werken met succesverhalen.

 

 

Wil je dat je werk werkt als een dynamo? Zorg dan dat je kwaliteiten inzet waar je graag mee bezig bent.

 

Een paar kanttekeningen wil ik daarbij maken.

Met regelmaat hoor ik dat mensen denken, dat als je goed bent in iets, dat je het dan ook leuk vindt om te doen.

Dat is een misverstand, want dat hoeft lang niet altijd zo te zijn.

Zo ben je misschien goed in organiseren en coördineren van zaken. Maar moet je er niet aan denken dat je van die kwaliteiten je werk zou moeten maken.

Veel liever ben je met andere zaken bezig, ook al zien mensen in jouw omgeving jou heel makkelijk in een coördinerende rol of functie.

 

Het is ook niet zo, dat als je iets leuk vindt om te doen, dat het dan voor de hand ligt om er gelijk je werk van te maken.

Zo herinner ik me een deelnemer aan een van mijn trainingen. Ze was heel creatief met haar hobby.

“Waarom maak je daar je werk niet van?”, zo kreeg ze kennelijk met regelmaat te horen. “Maar dat wil ik helemaal niet”, was haar reactie.

Aan haar stem was te horen hoe boos ze er nog over kon worden.

 

Als je iets leuk vindt, dan wil dat nog niet altijd zeggen dat je er ook goed in bent.

Door menigeen wordt aangenomen dat iets leuk vinden per definitie inhoudt dat je er ook goed in bent. Dat hoeft helemaal niet zo te zijn.

En vind je iets leuk, maar ben je er niet goed in, dan kan het werk je meer energie kosten dan het je oplevert. En uiteindelijk trek je je accu dan leeg.

 

 

Wil je dat je werk werkt als een dynamo? Zet je top vijf dan in, in je werk.

 

Kom tot een gewogen rangordening van je kwaliteiten.

Welke zijn de kwaliteiten die je relatief het liefste inzet? En welke kwaliteiten  zijn relatief jouw sterkste kwaliteiten?

Door je kwaliteiten te rangordenen op deze twee aspecten kom je tot jouw ‘top vijf’; een gewogen rangordening van de kwaliteiten die je relatief het liefste inzet in je werk en waarin je relatief het beste bent.

Als je die kwaliteiten kunt inzetten in het werk dat je doet, dan werkt dat als een dynamo. Je laadt je accu ermee op.

 

 

Hoe je komt tot een gewogen rangordening van je kwaliteiten.

 

Ik help je graag op weg met een stappenplan.  Een tweede stappenplan lees je in mijn boek ‘WAT WIL IK NU ECHT?

 

Stap 1: ‘Welke kwaliteiten zet je het liefst in, in je werk’?

Pak je lijst met kwaliteiten.

Heb je die nog niet, breng dan eerst jouw kwaliteiten in kaart.

Bekijk jouw kwaliteiten en schrijf op welke kwaliteit je het liefst inzet in je werk. Welke kwaliteit komt op de tweede plaats? En welke op de derde? En op de vierde? Ga zo door tot je al jouw kwaliteiten een plek hebt gegeven in jouw rangordening.

Geef je kwaliteiten een nummer dat correspondeert met de plek in de rangorde met betrekking tot de vraag ‘Welke kwaliteit zet ik het liefste in, in het werk dat ik doe?’.

Leg je rangordening vast.

 

Stap 2: In welke kwaliteiten ben je het beste?

Waar ben je het beste in, als je kijkt naar jouw lijst van kwaliteiten? Zet die bovenaan.

Wat vervolgens kun je het best?

Maak zo een rangordening van je kwaliteiten naar aanleiding van de vraag ‘Waar ben ik het beste in?

Het is het handigst als je voor de nummering de cijfers aanhoudt die je de kwaliteiten bij stap 1 hebt gegeven.

 

Stap 3: Het samenvoegen van de twee lijsten in één lijst, waarin de gewogen rangordening naar voren komt.

Zet je twee lijsten naast elkaar.

De twee lijsten zijn nooit helemaal hetzelfde.

De nummers kun je zien als alternatief voor de namen van de kwaliteiten.

Trek nu een lijn tussen het punt waarop een kwaliteit scoort in de lijst ‘Hoe graag doe ik het?’ en het punt waarop een kwaliteit scoort in de lijst ‘Hoe goed ben ik erin?’.

Doe dat voor elke kwaliteit.

Trek dan een middenlijn tussen beide kolommen. Welke vijf kwaliteiten scoren het hoogst op de snijpunten op de middenlijn?

Die vijf zijn jouw ‘top vijf’.

 

Klik hier voor een voorbeeld van een gewogen rangordening.


Het is het mooist als die vijf terugkomen in het werk dat je doet.

Als je jouw top vijf in kunt zetten in het werk dat je doet, dan werkt je werk als een dynamo. Je laadt je accu ermee op.

 

 

Kun jij wel wat hulp gebruiken bij het in kaart brengen van jouw kwaliteiten?

Neem contact met me op voor een vrijblijvend oriënterend gesprek.

 

 

 

 

En balans is nodig om niet om te vallen.

Dat balans nodig is om niet om te vallen en vooruit te komen heb ik een kleine twee jaar geleden ervaren. Door wondroos aan een oor was mijn evenwichtsorgaan aangedaan. Ik heb nooit geweten dat je wondroos aan een oor kunt krijgen, terwijl je daar geen wondje hebt.

Toch was het zo.

Ik was totaal uit balans. Bij de trap aflopen moest ik me vasthouden aan beide leuningen. En voor een wandelingetje had ik een stevige hand nodig van Martin. En die moest voortdurend bijsturen om mij een beetje in het gareel te houden.

Alleen eropuit kon echt niet. Ik weet nog dat ik voor een bezoek aan de huisarts voor de deur werd afgezet met de auto. Als een dronken vrouw me vast moest houden aan deurstijlen. En in de gang houvast moest vinden door mijn handen steeds weer op de muur te zetten.

Ik kwam vooruit, maar hoe.

Toen het weer wat beter met me ging en ik weer wat stabieler kon lopen, wilde ik wel eens proberen of ik kon fietsen. Natuurlijk wel onder begeleiding.

 

Balans is nodig om vooruit te komen. Net als bij fietsen.

 

Martin voorop en ik braaf in zijn kielzog.

Dat ging best aardig. Zo aardig dat ik misschien een beetje overmoedig werd.

In het buitengebied van Zutphen, met weinig verkeer, trapte ik even lekker door om Martin te passeren. Dat ging prima en ik genoot van het weer vrij kunnen fietsen.

Na een paar honderd meter was ik nieuwsgierig of Martin mij volgde en waagde ik het om even achterom te kijken. Dat was dus niet slim. Ik raakte uit balans, maakte een U-turn, een draai van 180 graden, en kwam in omgekeerde richting in de berm tot stilstand. Gelukkig wel met beide voeten op de grond, alhoewel een beetje in onbalans.

Daarna was het wel afgelopen met de pret. Heel voorzichtig ben ik verder gefietst, braaf achter Martin aan en met mijn hoofd recht vooruit en strak vooruitkijkend.

 

Niet alleen fietsen en lopen, maar alles in het leven draait om balans.

Balans in je privéleven, in je werk en balans tussen je privéleven en je werk.

En zoals je met je fiets geen balans hebt als je stil staat, zo vraagt balans in je leven voortdurend om beweging.

Als je denkt dat je een goede balans gevonden hebt, dan komt er vaak wel weer iets op je pad dat noodzaakt tot bijsturing om weer in balans te komen. Bijvoorbeeld een extra opdracht of een zieke collega op je werk. Een ziek kind thuis of dat je bij moet sturen omdat je zelf weinig energie hebt.

Het is een kwestie van voortdurend manoeuvreren om met name je energie in balans te houden. Het is dan ook belangrijk om je ervan bewust te worden en voor jezelf in kaart te brengen wat je energie kost en wat je energie oplevert. Zodat je tijdig bij kunt sturen en balans kunt creëren.

 

 

Kost je werk je meer energie dan het je oplevert?

En vind je het moeilijk om de vinger erachter te krijgen wat maakt dat je opbrandt, met als risico een burn-out?

Zou je weleens willen weten waar je aan kunt ‘sleutelen’, zodat je werk weer beter bij je past en je energie geeft in plaats van dat het je energie kost?

Plan een afspraak in voor een oriënterend gesprek met deze link.

 

 

 

 

Durf op tijd te stoppen met iets dat niet voor je werkt of niet langer bij je past

 

Iets nieuws beginnen geeft energie. Heerlijk!

Maar loslaten van het oude is lang niet altijd makkelijk.

Een van mijn coachklanten gaf aan op LinkedIn: ‘Ik heb er lang over gedaan om de knoop door te hakken, maar nu durf ik het. Als ik echt naar mijzelf luister, dan zegt mijn hart dat deze functie simpelweg niet bij mij past. Bij wie ik ben, waar mijn kwaliteiten liggen en wat ik wil.’
Ik zat lang vast in de wanhoop stand: ‘Ik móet iets anders vinden maar ik weet niet wat en al helemaal niet waar, dus ik blijf maar doorgaan in een functie die mij helemaal niet past tot ik het gevonden heb’. Die vicieuze cirkel doorbreek ik nu doordat ik mijn werk heb opgezegd. Dit geeft ruimte en rust zodat ik vanuit een gezonde en energieke positie een baan kan vinden die wél bij mij past.

Het is krachtig dat ze de moed heeft gehad om tegen zichzelf te zeggen ‘dit werkt niet voor mij.’ Zeker als je er jaren naartoe gewerkt hebt en er veel voor hebt opgeofferd.

Te lang doorgaan met iets dat niet voor je werkt, is niet alleen onverstandig, het is ook ongezond. Zowel fysiek als mentaal.

Maar de stekker eruit trekken doe je niet zomaar. Het is dan ook de kunst om dat op tijd te doen.

Vaak zijn er signalen die erop wijzen dat het daarvoor de tijd is. Het is zaak om die signalen serieus te nemen.

 

Alles is gedurfd voor wie niets durft
Tudo é ousado para quem a nada se atreve
Alles is gedurfd voor wie niets durft

 

Signalen dat het tijd is om werk te maken van ander werk

 

Aan welke signalen kun je dan denken?

Ik geef je een aantal voorbeelden van signalen, die ik met regelmaat hoor van mijn coachklanten. Signalen, die voor hen aanleiding zijn om contact met mij op te nemen als loopbaancoach.

Herken je een aantal van deze signalen? Neem ze serieus en doe er wat mee.
1. Werk vreet al je energie en je werkplezier is ver te zoeken
2. Je loopt voortdurend te klagen, te mopperen over je werk
3. Je passie is weg
4. Je bent vaak humeurig en gestrest
5. Je hebt lichamelijke klachten; je bent vaak moe, hebt concentratieproblemen, vaak hoofdpijn, rugpijn
6. Je zit niet meer op één lijn met de organisatie waarvoor je werkt
7. Je voelt je niet gewaardeerd of krijgt onvoldoende erkenning voor de kwaliteit en het belang van wat je doet in je werk
8. Je hebt geen mogelijkheden meer om te groeien als professional; je hebt het gevoel dat je stilstaat
9. Je hebt behoefte aan een nieuwe uitdaging
10. Je wilt meer autonomie. Je voelt je voortdurend gecontroleerd.
11. Je wilt intellectueel meer geprikkeld worden
12. Je wilt meer met je handen werken in plaats van alleen met je hoofd

 

 

Tijdig stoppen op basis van een lijst met kill-criteria

 

Kill-criteria : signalen die je vertellen dat het tijd is om te stoppen.

Ben Tiggelaar schreef erover in een van zijn columns in NRC.

Geïnspireerd door het boek Quit: The Power of Knowing When to Walk Away van Annie Duke geeft Ben Tiggelaar zijn advies op basis van Dukes belangrijkste les: maak op het moment dat je aan iets nieuws begint, meteen een lijstje met signalen dat je weer moet stoppen. Je zogenaamde kill-criteria.

Hoe doe je dat?

Maak je een voorstelling van hoe het zou zijn als het werk dat je doet je op een gegeven moment tegen gaat staan. Hoe merk je dat zelf? Wat mis je dan in je werk? Waar loop je tegenaan? Wat denk je? Hoe voel je je? Hoe gedraag je je? Wat zeggen anderen over hoe jij je werk doet en hoe praat je zelf over je werk?

Zet al die signalen in een lijstje.

Maak ook een positief lijstje met signalen dat je met je werk op het goede spoor zit en je werk voldoet aan je behoeften. Hoe denk je dan over je werk? Hoe voel je je? Hoe praat je over je werk met anderen? Wat zeggen anderen over hoe jij je werk doet en hoe zij jou in je werk ervaren?

En een belangrijke laatste stap: zet data in je agenda waarop je evalueert of je nog op het goede spoor zit of dat het tijd is om stappen te zetten. En zet die data niet alleen in je agenda, maar maak bijvoorbeeld ook een taak aan, zodat je echt met die evaluatie aan de slag gaat.

 

 

Durf eerlijk te zijn ten opzichte van jezelf en ga je ervaringen niet relativeren

 

Durf conclusies te trekken op basis van je evaluatie. Ga de confrontatie niet uit de weg. Durf op tijd te stoppen met iets dat niet voor je werkt of niet langer bij je past

Op tijd stoppen is niet zwak, maar juist krachtig en slim. Want elke dag die je eerder stopt met iets dat niet werkt, kun je besteden aan iets dat wél de moeite waarde is.

Realiseer je dat door deuren te sluiten, nieuwe deuren voor je opengaan.

En: ‘Tudo é ousado para quem a nada se atreve’ (Fernando Pessoa, Portugees dichter). In het Nederlands: ‘Alles is gedurfd voor wie niets durft.’

 

 

 

Wil jij, net als coachklanten die jou zijn voorgegaan, met mijn hulp in kaart brengen waar je kwaliteiten liggen en wat er bij je past? En op basis van het profiel van je ideale werk die nieuwe deur voor jou geopend laten worden?

Maak een afspraak voor een oriënterend gesprek in mijn online agenda. Dat kan met deze link.

 

 

 

 

Handreikingen om in de flowmodus te komen

 

Flow; je kent en herkent het zelf vast wel. Van die momenten dat je je helemaal ‘top’ voelt en topprestaties levert.

Dat je gefocust aan het werk bent en je werk superlekker loopt. Alsof het vanzelf gaat. En je je niet bewust bent van plaats en tijd.

Voor mij is dat bijvoorbeeld als ik een artikel schrijf en de tekst als het ware vanzelf uit mijn pen vloeit. Of als ik bezig ben met mijn keramiek en zodanig daarin opga, dat ik mijn omgeving en de tijd vergeet.

Of bij mijn coaching. Dat ik samen met mijn coachklant zo lekker aan het werk ben, dat het proces zich heel organisch voltrekt en een en ander zich gaande het proces ontvouwt.

Onlangs nog, had ik die ervaring en deelde die spontaan met mijn coachklant. Zelf voelend hoeveel energie het me geeft als ik lekker in de flow ben.

 

In de flow zitten is goed voor je lichaam en je geest. En weet dat flow universeel is; iedereen kan in de flow komen en je kunt zelf flow oproepen.

Ik geef je een aantal handreikingen om in de flowmodus te komen.

 

In de flow zitten is goed voor lichaam en geest

In de flow zitten voelt flowy

 

In flow leidt elke actie, elk besluit naadloos naar het volgende. Er is beweging, het proces vloeit voort.

Wat dat betreft vind ik flowy ook een mooi woord, ook al is het Engels. Het staat voor vloeiend, zwierig.

Zie je het voor je? Of ervaar je in je lijf hoe dat is?

Die vloeiende, zwierige beweging ontstaat niet vanzelf. Om de beweging op gang te laten komen, is focus nodig. Flow ontstaat alleen als je aandacht hebt voor waar je mee bezig bent.

 

 

Flow voelt niet alleen flowy, neurobiologisch is flow ook flowy

 

In flow worden er andere hersenstructuren actief.

Elke hersenstructuur die snelle besluitvorming zou kunnen belemmeren, wordt letterlijk afgesloten. Transient hypofrontality; de prefrontale cortex, het deel van ons brein waar de hogere cognitieve functies zitten, gaat langzamer werken.

De bewuste verwerking, het extrinsieke systeem, wordt ingeruild voor de veel snellere en efficiëntere verwerking van het onderbewuste, intrinsieke systeem.

Bovendien worden als je in flow bent, ook geluksstofjes als dopamine en endorfine aangemaakt.

Daarom voelt flow ook zo flowy en krijg je er energie van.

 

 

Vijf intrinsieke motivatiefactoren

 

Zoals gezegd, gaat in flow het extrinsieke systeem langzamer werken. Terwijl het intrinsieke systeem juist sneller gaat werken.

Het is dan ook geen wonder dat intrinsieke motivatoren een cruciale rol spelen bij het al dan niet in flow komen.

Bij die intrinsieke motivatoren kun je denken aan nieuwsgierigheid, passie, missie, autonomie en meesterschap.

Passie heeft daarbij niet alleen betrekking op wat je heel erg leuk vindt om te doen. Maar ook op waar jij graag een bijdrage aan levert. Omdat je bijvoorbeeld vindt dat we het tij moeten keren en zaken anders moeten organiseren: eerlijker, menselijker, inspirerender en innovatiever.

Passie in die laatste betekenis raakt aan missie. Meer daarover lees je in een van mijn vorige artikelen.

Meesterschap staat voor de drijfveer om goed, een expert te worden in wat je doet. En autonomie heeft te maken met vrijheid, die nodig is om je passie en je missie te volgen.

 

 

Fysieke en mentale gezondheid als fundament voor flowervaringen

 

Fysieke en mentale gezondheid zijn van invloed op in de flow komen. Heb daar dan ook aandacht voor.

Zorg bijvoorbeeld dat je zeven of acht uur slaapt, genoeg drinkt, goede voeding tot je neemt en een sociaal netwerk hebt voor support.

Realiseer je dat angst een negatieve invloed heeft op flow. Schrijf bijvoorbeeld eens dagelijks drie zaken op waarvoor je dankbaar bent. Dat heeft een positief effect op je welbevinden en vermindert angst.

 

 

Vind je eigen flow-triggers

 

Ga bij jezelf eens na wat momenten zijn dat je je het lekkerst voelt en betere prestaties levert? Schrijf die eens op.

En wat doe je mogelijk om ervoor te zorgen dat je gefocust met iets bezig kunt zijn en dus in de flow te komen? Heb je daar je eigen rituelen voor? Of neem je maatregelen zodat je niet uit je concentratie gehaald wordt?

Zet je bijvoorbeeld zoals Elke Geraerts, CEO van Better Minds at Work en doctor in de psychologie, een fysiek olifantje op je bureau of op je laptop? Om aan je omgeving te laten zien dat je geconcentreerd bezig bent en niet gestoord wilt worden? Of hang je een bordje ‘niet storen’ op je deur of gebruik je een app om niet gestoord te worden?

 

 

Psychologische triggers voor flow en je sociale omgeving als trigger

 

Bij psychologische triggers voor flow kun je naast de al genoemde gefocuste aandacht denken aan heldere doelen; weten wat je doet en waarom je het doet. En het gevoel hebben dat je ‘in control’ bent en competent voor wat je doet.

Ook directe feedback, weten hoe je iets nog beter kunt doen, helpt om in de flow te komen.

Je kunt je vast wel voorstellen dat je makkelijker in de flow komt als de taken waarmee je bezig bent het midden houden tussen te saai en te moeilijk; Goudlokje taken.

Met betrekking tot je sociale omgeving is het samen met gelijkgestemden bezig zijn met het realiseren van een duidelijk doel, een trigger voor flow. Net als goede communicatie met elkaar en als er serieus gewerkt wordt.

Een duidelijke einddatum waarop iets moet worden afgeleverd kan ook een trigger zijn. In die zin dat je niet het risico wilt lopen dat je niet op tijd kunt (op)leveren.

 

 

 

PS: Mis je momenten van flow in je werk?

Vraag je je af hoe je je werk meer naar je hand kunt zetten zodat het beter bij je past? Kun je je kwaliteiten onvoldoende inzetten? Of werkt de omgeving eerder negatief voor je in plaats van dat die je inspireert?

Maak een afspraak voor een oriënterend gesprek met deze link.

 

 

 

 

Wat te doen als je door vroege specialisatie in een richting belandt waarin je uiteindelijk niet gelukkig wordt?

 

Wat is een goede keuze? Die vraagt doet me weer denken aan mijn tijd als docent theorie en methoden loopbaanbegeleiding bij Saxion Hogeschool Deventer.

Over het antwoord op die vraag kun je hele discussies voeren. Het is maar vanuit welk perspectief je die vraag bekijkt.

Mijn stelling is: Maak je geen zorgen over een verkeerde keuze, zorg dat je goed toegerust bent voor je loopbaan en weet wanneer je bij moet sturen.

 

Bijsturen als je niet gelukkig bent met je werk

 

Al vroeg weten welke beroepsrichting bij je past of gaandeweg erachter komen

 

Ik weet niet welke van de twee opties het best bij jou past. Ik weet wel dat ikzelf er gaandeweg achter gekomen ben waar ik écht warm voor loop en welk werk optimaal bij me past.

Denkend aan mijn vorige artikel ben ik misschien een laatbloeier. Feit is in elk geval dat ik na mijn voortgezet onderwijs geen idee had in welke richting ik me verder wilde ontwikkelen. Ik wist wel dat ik niet het onderwijs in wilde. En een negatieve keuze is ook een keuze.

Ben je nieuwsgierig hoe mijn loopbaan pad is verlopen? Je leest het hier.

 

Hoe anders is het als je al heel vroeg en heel duidelijk weet welke richting je uit wilt. Als je bijvoorbeeld weet dat je dierenarts wilt worden, of huisarts. Of dat je van jongs af aan weet dat je sportjournalist of anderszins schrijver wilt worden. Of piloot.

En hoe vervelend en moeilijk het dan is als je die kans niet krijgt. Bijvoorbeeld omdat je uitgeloot wordt voor betreffende studie. En al dan niet als overbrugging op zoek moet naar een alternatief, in de richting van wat je beoogt.

Of dat je na een kostbare studie bijvoorbeeld niet als piloot aan het werk komt en je maar tevreden moet zijn met een baan als luchtverkeersleider.

 

 

Als het beoogde werk er in de praktijk anders uitziet of je het anders ervaart dan je had gedacht

 

Bijvoorbeeld het werk als huisarts. Dat je na je studie geneeskunde en de driejarige opleiding tot huisarts erachter komt, dat de verantwoordelijkheid als huisarts jou te zwaar valt. En dat je daarom je geroepen voelt om op zoek te gaan naar een alternatief.

Of dat je als gezelschapsdierenarts veel moeite hebt met de tijdsdruk in de dierenartsenpraktijk waarin je werkt. Je voortdurend het gevoel hebt dat je productie moet maken, in plaats van dat je het dier en de klant de aandacht en de zorg kunt bieden, die jou voor ogen staan.

Of dat je tijdens je master tandheelkunde en het eigenlijke werk met patiënten, erachter komt dat voor jou het werk als tandarts te veel curatief is. Dat je liever een bijdrage levert aan preventie. En misschien ook niet onbelangrijk, dat communicatieve en sociale vaardigheden een belangrijke rol spelen in je werk. Terwijl jij het met name mooi vindt om als tandarts ‘vakwerk’ te leveren.

Zo kan ik nog legio voorbeelden noemen, voorbeelden waaruit blijkt dat de specifieke beroepspraktijk er toch net iets anders uit kan zien dan je had gedacht toen je de keuze maakte voor die richting.

Dan is het de kunst om een alternatief te vinden.

 

 

Alternatieven, al dan niet aansluitend bij de richting die je uit bent gegaan

 

In mijn coachtrajecten brengen we jouw interesses en kwaliteiten in kaart en de omgeving die het beste bij jou past. We staan stil bij wat werk voor jou betekent en de bijdrage die jij wilt leveren met je werk.

Dat alles vormt de input voor het profiel van jouw ideale werk. Dat is het antwoord op de vragen ‘Wat wil ik?’, ‘Waar wil ik dat?’ en ‘Wat is verder daarbij voor mij belangrijk?

Door het werken met ‘succesverhalen’ ervaar je letterlijk in je lijf waar je warm voor loopt. En welke alternatieven bij je passen.

Zo ervaarde een hbo-verpleegkundige die vastliep in haar werk als dialyseverpleegkundige dat ze energie krijgt van het werken met jonge kinderen. Ze heeft haar PABO-diploma weer ‘afgestoft’ en ze heeft, zoals ze het zelf noemt, ‘een heel leuke, fijne, positieve werkplek gevonden’. Ze gaat fulltime aan de slag als leerkracht.

De afgestudeerde huisarts heeft een mooi alternatief gevonden als arts bij de GGD. De masterstudent tandheelkunde heeft de overstap gemaakt naar bestuur en beleid in de gezondheidszorg.

De dierenarts is zich aan het oriënteren in de richting van het doen van research, uitwerken van casuïstiek, interpreteren van resultaten en adviseren met betrekking tot gezondheid en welzijn van dieren.

 

 

Tenslotte

 

Kun je wel wat tips gebruiken voor het maken van een loopbaanswitch? Die vind je hier:
Geen spijt van je loopbaanswitch
Hoe je succesvol een loopbaanswitch kunt maken
Als je een loopbaanswitch wilt maken, gaat je cv je niet helpen
Hoe je jouw LinkedIn profiel optimaliseert voor een loopbaanswitch
Drie aandachtspunten voor een succesvolle loopbaanswitch

 

 

 

 

Waarom het goed is om de tijd te nemen om stil te staan bij wat je echt wilt

 

Het is zo gek nog niet om een laatbloeier te zijn. Ik las het in een artikel in mtsprout. Het is goed om je de tijd te gunnen voor ontwikkeling en uitgebreid stil te staan bij wat je echt wilt. Want je bewust worden van je kwaliteiten en vervolgens ze op een voor jou zinvolle manier gebruiken om ze tot volle bloei te laten komen, is het fundament voor de ontwikkeling van een goed leven.

 

Debuut laatbloeier

copyright foto: Anton_Ivanov / Shutterstock.com

 

Het risico van zo vroeg mogelijk pieken en zo snel mogelijk carrière maken

 

Persoonlijke voldoening wordt te vaak ondergeschikt gemaakt aan professionele prestaties, volgens Rich Karlgaard, uitgever van Forbes Magazine en auteur van het boek Late Bloomers.

Vroeg presteren weerhoud je ervan om je passies te ontdekken.

In plaats van het hebben van diverse interesses, in de breedte te studeren en je tijd te nemen om jezelf te leren kennen, word je door je omgeving algauw aangemoedigd om een bepaalde richting te kiezen. En veilige, stabiele en lucratieve loopbaanpaden te volgen. Met als gevolg dat uitblinken in een specifieke beroepsrichting door velen wordt verkozen boven persoonlijke voldoening. Daardoor kunnen ze zichzelf in dat proces verliezen.

Dat doet mij denken aan iemand die ik heb geholpen met het maken van een cv, aangepast aan de vacature en het schrijven van een overtuigende sollicitatiebrief. Het betrof een zware functie. Een functie die een zware wissel zou trekken op zijn jonge gezin. Dat realiseerde hij zich goed. Hij besefte ook dat hij flinke concurrentie zou hebben van geïnteresseerden met meer levenservaring dan hij. Maar ondanks dat alles, wilde hij er als eind dertiger voor gaan. Voor hem was het een kans om een stapje hoger te komen op de ladder. En qua salaris in een hogere schaal. Helaas viel de keus op iemand met meer levenservaring dan hij. Voor zijn welbevinden misschien wel zo goed.

 

 

In plaats van vroeg pieken in een specialisme is het goed om je van jongs af aan breder te oriënteren

 

Het zijn juist de generalisten die op veel gebieden – vooral die complex zijn – uitblinken. Dat beschrijft David Epstein in zijn boek ‘Waarom generalisten verder komen’. Generalisten zijn creatiever, flexibeler en in staat om verbindingen te maken die hun meer gespecialiseerde collega’s niet zien.

Terwijl je misschien zelf als generalist zou denken, dat je minder waarde kunt leveren op de arbeidsmarkt omdat je geen specialisme hebt.

Ik hoor dat soms van coachklanten. Ze denken dat ze als generalist nergens écht goed in zijn, omdat ze zo breed georiënteerd zijn. Maar juist door die brede oriëntatie hebben ze zich breed ontplooid en breed ontwikkeld.

 

 

Met een laatbloeier is niets mis, integendeel

 

Het is goed om je de tijd te gunnen om je passies en je talenten te ontdekken.

Rich Karlgaard geeft in zijn boek Late Bloomers een wetenschappelijke verklaring voor het pas op latere leeftijd tot bloei komen.

Pas rond je vijfentwintigste zijn je hersenen voldoende ontwikkeld. Voor sommigen is dat zelfs nog iets later. En in feite pieken de capaciteiten van onze hersenen op verschillende leeftijden. We ervaren eigenlijk meerdere periodes van bloei in ons leven.

Doordat laatbloeiers de tijd nemen om hun weg in het leven te ontdekken, ontwikkelen zij sterke punten die zijzelf misschien niet direct als zodanig zien of ervaren. Bij die sterke punten kun je denken aan kwaliteiten als nieuwsgierigheid, inzicht, veerkracht, wijsheid, mededogen. Het zijn kwaliteiten die door werkgevers worden gewaardeerd en die zeker op een arbeidsmarkt die sterk aan verandering onderhevig is, heel waardevol zijn.

Levenservaring geeft laatbloeiers bovendien het voordeel dat ze minder gevoelig zijn voor wat anderen van hen denken. Ze zijn minder afhankelijk van de erkenning van anderen en ze hebben daardoor over het algemeen meer zelfvertrouwen. Als persoon ben je dan ook stabieler en voel je je vrijer.

 

 

Het is nooit te laat om jezelf te worden

 

Zo las ik dat Aristoteles zich pas wijdde aan schrijven en filosofie vanaf zijn vijftigste.

En aansprekend en misschien bekend is onderstaand voorbeeld, dat ik las in een artikel van Kevin Evers in Harvard Business Review:

In vrije vertaling:

Als je steeds weer vastloopt. Bijvoorbeeld zoals Joanne, een getalenteerde en creatieve vrouw, die hopte van baan naar baan in haar twenties, werkend als onderzoeker, secretaresse en docent Engels als tweede taal.

Ze was depressief, zag geen uitweg en voelde zich een totale mislukkeling. Maar ze eigende zich het gevoel van wanhoop toe en zette het om in iets positiefs. Doordat het haar niet gelukt was om een standaard loopbaan pad te volgen, voelde ze zich vrij om te doen wat ze altijd al had willen doen. Dat was fantasieverhalen schrijven voor kinderen. Zoals ze later zou vertellen, “Ik stopte met mezelf voor te doen alsof ik iemand anders was dan wie ik was.

Alle kans dat je van haar gehoord hebt of misschien zelfs werk van haar gelezen hebt.

Haar schrijversnaam is J.K. Rowling.

 

 

 

Ben je niet gelukkig met het loopbaan pad dat je tot nu toe gelopen hebt? En vraag je je, zoals een van mijn coachklanten, af ‘Wat zijn mijn ankers voor werkgeluk?’ en ‘Op welke plek in de organisatie functioneer ik het beste?’.

Neem contact met me op en leg je vragen aan me voor.

 

 

 

 

Waarom je in de communicatie je werkprofiel niet te smal moet maken met lieverkoekjes

 

Lieverkoekjes worden hier niet gebakken’; misschien heb jij die uitdrukking ook weleens gehoord. Mogelijk in je jeugd. Of misschien gebruik je die zelf af en toe als ouder of als je werkt met jonge jeugd.

Het is een uitdrukking die gebruikt wordt als iemand niet tevreden is met wat men hem geeft. En zegt liever iets anders te willen hebben. Of te doen.

Ik kan me die uitdrukking goed herinneren uit mijn jeugd.

In mijn coachtrajecten heb ik het af en toe ook over lieverkoekjes. En wel als we het hebben over het profiel van je ideale werk. Want in je profilering naar buiten toe is het niet slim om je te veel te profileren met je nice to haves, je lieverkoekjes. Lees waarom.

 

Met lieverkoekjes verklein je je kansen op de arbeidsmarkt

 

Wil je als werkgever sollicitanten binnenhalen: maak in vacatureteksten onderscheid tussen ‘musthaves’ en ‘nice to haves’

 

In een artikel in NRC las ik tips om als werkgever een vacaturetekst zo aantrekkelijk mogelijk te maken en sollicitanten binnen te halen.

Een van die tips is om in een vacaturetekst onderscheid te maken tussen musthaves en nice to haves. Om te beginnen bevordert dat de leesbaarheid. Maar niet alleen dat. Het is ook belangrijk voor de diversiteit.

Want zoals in het betreffende artikel ook naar voren komt: eerder dan mannen zijn vrouwen geneigd om niet te reageren als ze niet aan álle punten voldoen.

Dat herken ik bij mijn coachklanten. Mannen denken over het algemeen makkelijker dat ze iets wel kunnen, ook al hebben ze er nog geen ervaring mee. Zij laten zich in vergelijking met vrouwen niet zo snel afschrikken door wat in een vacaturebeschrijving gevraagd wordt.

Wil je nog eens lezen wat ik in een van mijn vorige artikelen daarover schreef, klik dan hier.

 

 

Ook als je focust op ander werk is het goed om in eerste instantie te focussen op de ‘musthaves’ en niet op de ‘nice to haves’, de lieverkoekjes

 

Daarbij maakt het niet uit of je wilt werken in loondienst of als zelfstandige.

In mijn coachtrajecten kom je tot een omschrijving van het profiel van je ideale werk als antwoord op drie vragen: ‘Wat wil ik?’, ‘Waar wil ik dat?’ en ‘Wat is verder daarbij voor mij belangrijk?’.

Zoals het voor een werkgever goed is om in vacatureteksten onderscheid te maken tussen musthaves en nice to haves, zo is het in jouw presentatie van het werk dat je wilt doen, goed om een vergelijkbaar onderscheid te maken in criteria met betrekking tot werk.

Maak je profiel niet te smal. Want doe je dat wel, dan verklein je je kansen. In die zin dat je met een smal profiel het risico loopt dat slechts een beperkte groep potentiële werkgevers of opdrachtgevers zich aangesproken voelt. Want een smal profiel kan al gauw de indruk oproepen dat je veel eisen hebt: ‘die heeft veel noten op haar zang’.

Met name in het antwoord op de vraag ‘Wat is verder daarbij voor mij belangrijk?’ zitten over het algemeen de lieverkoekjes. Bijvoorbeeld werkplek/kantoor op fietsafstand, deels thuiswerken of in een kantoortje in de stad, goede koffie, parkeergelegenheid, flexibiliteit in werktijden en locatie, budget voor persoonlijke ontwikkeling.

 

 

Wat een en ander betekent voor jouw profilering en jouw besluitvorming

 

Mijn advies is om bijvoorbeeld op LinkedIn bij ‘info’ met name te beschrijven voor wat voor werk je beschikbaar bent en waar je dat werk zou willen doen. Bij dat laatste punt denk ik aan jouw favoriete kennis- of vakgebied en jouw favoriete werkveld en soort organisatie.

Beperk je dus in je profilering tot een antwoord op de eerste twee vragen met betrekking tot het profiel van je ideale werk: ‘Wat wil ik?’ en ‘Waar wil ik dat?’.

Dat betekent niet dat wat je opgeschreven hebt als antwoord op de vraag ‘Wat is verder daarbij voor mij belangrijk?’ niet waardevol is. En niet meegenomen hoeft te worden in je besluitvorming. Het is zeker wel waardevol, maar lang niet in alle gevallen musthave. Het is aan jou om afwegingen te maken of een voorwaarde of criterium een musthave is of meer een lieverkoekje.

En wellicht kun je ook criteria min of meer tegen elkaar wegstrepen.

 

 

 

Heb je nog geen goed beeld van het werk dat je zou willen doen?

Lees mijn boek ‘Wat wil ik nu echt?’.

 

En kun je wel wat hulp gebruiken om te komen tot een antwoord op de vraag ‘Wat wil ik nu echt?’

Leg contact met me. Graag maak ik tijd voor je vrij om jouw vragen te beantwoorden.

 

 

 

 

Waarom je met een moreel ambitieus leven niet vroeg genoeg kunt beginnen

 

‘Verspilling van talent is de grootste verspilling van onze tijd’; dat zegt Rutger Bregman in zijn artikel op decorrespondent.nl

‘Over de hele wereld zijn er miljoenen mensen die een grote bijdrage kunnen leveren aan een betere wereld, maar het niet doen.’

Een deel daarvan, ongeveer de helft van de wereldbevolking, krijgt daarvoor niet de kans. Maar het problematische is, dat met name de mensen die de kans wel krijgen, die kans onvoldoende benutten.

Enerzijds omdat ze blijven hangen in wat hij noemt ‘suffe, nutteloze of schadelijke banen’. Anderzijds door gebrek aan wat hij noemt ‘morele ambitie’; de wil om de wereld een veel betere plek te maken.

 

Verspilling van talent is de grootste verspilling van onze tijd

 

Verspilling van talent door de vele parttimebanen

 

We hebben nog steeds te kampen met krapte op de arbeidsmarkt.

Bij die krapte is het probleem niet zozeer dat de mensen er niet zijn, maar de mensen die er zijn, zorgen voor onvoldoende economisch aanbod.

Het gemiddelde aantal werkuren per week is 29. Zeven op de tien vrouwen in ons land werken tussen de 12 en 32 uur. En dat terwijl beneden de leeftijd van 35, vrouwen hoger opgeleid zijn dan mannen. En meisjes betere prestaties leveren in het onderwijs dan jongens.

Maar helaas, gaat twee derde van de vrouwen die hoger onderwijs hebben gevolgd, parttime werken. Of werkt misschien helemaal niet buitenshuis.

En ook steeds meer mannen hebben een parttimebaan.

 

 

Angst voor verandering; de eerste ouderdomsziekte die zich aandient

 

‘De meeste mensen die de dertig zijn gepasseerd veranderen nog maar zelden van koers. Wie eenmaal een labrador, een taartschep of een elektrische grasmaaier heeft, is doorgaans een verloren zaak.’, zegt Bregman.

Ook al moet ik glimlachen bij die uitspraak, ik ben het niet helemaal met Bregman eens.

Deels hoor ik als loopbaancoach redenen waarom mensen denken dat ze hun koers niet bij kunnen stellen, verantwoordelijk als ze zich voelen voor verplichtingen die ze zijn aangegaan. Zoals bijvoorbeeld de kosten van hun hypotheek of de levensstandaard die ze zich eigen hebben gemaakt. Die ze graag voortzetten en waarop ze niet in willen leveren.

Aan de andere kant komen mensen bij mij terecht met hun loopbaanvragen, juist omdat ze het verschil willen maken met de bijdrage die ze leveren met hun werk.

Omdat ze niet langer in hun ogen nutteloos werk willen blijven doen of niet langer een bijdrage willen leveren aan wat voor hen niet betekenisvol is. Bijvoorbeeld toezicht uitoefenen op het toezicht of een bijdrage leveren aan het verhogen van de omzet van het bedrijf, terwijl ze niet achter het product kunnen staan.

En dan gaat het met name om eind dertigers, begin veertigers.

 

 

Financially Independent, Retire Early (FIRE)

 

FIRE; het is maar hoe je ernaar kijkt.

Bregman ziet aanhangers van FIRE niet als ambitieus en niet als idealistisch in de zin van de wereld een betere plek maken.

Aanhangers van FIRE streven ernaar om in korte tijd zoveel mogelijk geld te verdienen en/of te maken bijvoorbeeld door beleggingen, zodat ze tussen hun dertigste en veertigste financieel onafhankelijk zijn en lekker vroeg kunnen genieten van het vrije, blije leven en hun pensioen.

Bijvoorbeeld het verhaal van Puck Landewé in de Volkskrant. Ze is nu 33 en verwacht over een jaartje niet meer te hoeven werken omdat ze dan in principe kan leven van haar rendement uit beleggingen.

Ernst-Jan Pfauth, zelf FIRE-aanhanger, kijkt daar in Opinie in NRC anders naar.

Hij heeft zich verdiept in de ideeën van Pete Adeney, de grondlegger van FIRE. Dan blijkt FIRE niet te draaien om maximaliseren van inkomen, maar om minimaliseren van uitgaven. Als je minder uitgeeft, hoef je ook minder te sparen om financieel vrij te zijn.

En Adeney gelooft dat als we niet meer afhankelijk zijn van een salaris, we ons inzetten voor zaken die we echt belangrijk vinden.

In Adeney’s visie is FIRE dus geen ‘snel rijk worden programma’. FIRE worden draait om keuzes maken. Wel met pensioen, maar niet stoppen met werken. FIRE draait dan om Happy, Opportunity-rich en Time-rich (HOT). Balans en levensgeluk in het hier en nu.

Dat klinkt heel anders dan in korte tijd zo snel mogelijk rijk zien te worden, zodat je zo snel mogelijk een vorm van vrijheid bereikt waarbij je ‘niets meer hoeft’.

 

 

Morele ambitie; de wil om de wereld een veel betere plek te maken

 

Ze zijn er, mensen met de ambitie van een carrièretijger in combinatie met idealisme. Ik denk daarbij meteen aan Greta Thunberg. Zelf heb je vast andere voorbeelden.

Mensen met morele ambitie hebben plichtsbesef; ze voelen het als een plicht om met hun talenten de wereld een veel betere plek te maken. Bovendien worden ze gedreven door pure ambitie. Ze geloven dat ze het verschil kunnen maken. Denken dat er veel meer mogelijk is dan dat we nu doen. En ze komen in actie.

 

Welke carrièreladder wil jij beklimmen?

Zie je je werk vooral als een bron van inkomsten? Misschien zelfs een beetje als een noodzakelijk kwaad? En ben je niet zo kritisch met betrekking tot de inhoud van je werk?

Of heb je wel degelijk ambitie en wil je werk maken van waar jij een bijdrage aan wilt leveren? Waar jij warm voor loopt om de wereld een veel betere plek te maken?

Wil je een moreel ambitieus leven leiden? Volgens Bregman kun je dan niet vroeg genoeg beginnen. Want voordat je er erg in hebt, zit je vast in een doorsneebaan met gouden handboeien en kun je nog geen fractie van je tijd en inkomen missen omdat je de nodige (en onnodige) verplichtingen al bent aangegaan.

Als je de sprong durft te wagen, dan zijn volgens Bregman de mogelijkheden eindeloos. Want juist omdat zoveel mensen hun talent verspillen, kunnen moreel ambitieuze mensen verschil maken.

 

 

Tot slot

 

Vind je je huidige baan vrij nutteloos?

Of vind je dat jouw baan niets of weinig toevoegt aan de samenleving?

Vind je je huidige baan misschien zelfs ronduit schadelijk?

Lees mijn boek WAT WIL IK NU ECHT? – Een loopbaanstrategie voor gedreven hbo’ers en academici die meer waarde willen realiseren in hun werk.

 

Ben je nieuwsgierig naar de mogelijkheden voor begeleiding op jouw weg naar mooi werk?

Neem contact met me op.

 

 

 

 

 

Je richten op groei en promotie maken of betrokken je werk doen, niet gefocust op opklimmen

 

Dat is top! Jij bent een topper! Een top baan!

Er wordt veel over top gesproken en geschreven. Of het nu gaat over topsporters, topbanen, topfunctionarissen, topverdieners, topinvesteerders, toppresteerders of welke toppers dan ook.

Minder hoor of lees je over de flops of floppers; de mislukkingen of mislukkelingen. Zo kan een nieuwe baan in werkelijkheid geen top baan zijn, maar een flop. Of een nieuwe werknemer voor een werkgever geen topper blijken te zijn, maar een flopper.

Dat doet me denken aan Top of Flop, een televisieprogramma van vroeger. In het programma werden grammofoonplaten gedraaid. Als de muziek afgelopen was, dan mocht een jury van vier (on)bekende Nederlanders commentaar geven en daarna stemmen voor top of flop.

Beoordeelde de meerderheid de muziek als top, dan rinkelde de presentator met een bel, bij flop kneep hij in een toeter. Staakten de stemmen, dan vroeg de presentator wat het publiek in de zaal ervan vond.

Op de arbeidsmarkt gaat dat anders. Daar komt geen publieksjury aan te pas.

Wie een topper is of welke functie top, is in bepaalde sectoren op de arbeidsmarkt heel evident. Top en topper hebben in die sectoren ook alles te maken met carrière.

Maar of die carrière leidt tot een top baan?

 

Als topper gaan voor een top baan

 

Een top baan; een baan die goed verdient

 

Als je het woord topbanen als zoekwoord intypt op internet, dan krijg je allerlei opsommingen van bestbetaalde banen in Nederland.

Voor hogeropgeleiden staat Onderzoeker Klinische Chemie bovenaan. Gevolgd door piloot, commercieel directeur, accountant, neurochirurg, dermatoloog, burgemeester, bedrijfsjurist, advocaat, psychiater in de verslavingszorg.

Overigens wordt in die lijsten steeds een flinke bandbreedte genoemd met betrekking tot salaris. Zo kun je bijvoorbeeld als accountant een salaris verwachten tussen de € 2.250 en € 13.500. En als neurochirurg tussen € 5.800 en € 10.800.

Ben je echt geïnteresseerd in goed betaalde banen en beroepen? Kijk dan eens op nationale beroepengids.nl.

 

Maar of de hoogte van de inkomsten bepaalt of een baan een top baan is? Naar mijn mening is dat niet het geval. Voor mij is ‘veel geld’ een vrij platte connotatie van top.

Maar ik realiseer me heel goed, dat het anders wordt als de hoogte van het salaris allesbepalend voor je is.

Overigens is het ook niet zo, dat je met bijvoorbeeld de duurste advocaat een topadvocaat hebt, met de beste expertise. Maar dat terzijde.

 

 

Een top baan? Voor jonge hoogopgeleiden hoeft dat niet meer zo nodig

 

Hoogopgeleid zijn wil lang niet altijd zeggen dat je gelukkig wordt van daarop aansluitende functies. In een van mijn vorige artikelen heb je dat kunnen lezen.

En waar je je voorheen bijvoorbeeld als accountant of advocaat uit de naad werkte om hogerop te komen en uiteindelijk partner te worden, denkt menig jonge accountant of advocaat daar nu anders over. En vraagt zich serieus af of de prijs die je figuurlijk daarvoor betaalt, die positie waard is.

Dat kwam onlangs ook naar voren in een artikel in het FD. Arbeidsrechtadvocaat Els de Wind van advocatenkantoor Van Doorne zegt daarover: ‘Vooral bij die jonge generatie zie je dat het werk in hun leven moet passen. Zij willen graag werken om een goede advocaat te worden, maar niet doorlopend.’

Ik begrijp dat heel goed.

Wat dat betreft is het een hele winst dat je bij het genoemde advocatenkantoor kunt kiezen voor een stand still-periode in je loopbaan. Een periode waarin je aangegeven hebt niet te willen groeien of promotie te maken. Zoals advocaat De Wind zegt: ‘Je werkt gewoon, maar klimt niet op.’

 

 

De top bereiken resulteert lang niet altijd in kwaliteit van leven en welbevinden

 

De top in welbevinden is mijns inziens niet louter een vorstelijk salaris of een partnerschap bij een advocaten- of accountantskantoor.

De top in welbevinden is balans; balans tussen je werk en wat naast werk belangrijk voor je is.

Uit recent onderzoek van Randstad: Employer branding 2022: de kracht van trots en passie, blijkt dat een goede werk-privébalans voor veel werknemers (66%) een belangrijk punt is. Daarbij vinden vrouwen een fijne werksfeer (78%) en een goede werk-privébalans belangrijker (70%) dan mannen (68% en 62%).

Medewerkers die een goede balans tussen werk en privé hebben gevonden, voelen zich gezonder, presteren beter en halen meer voldoening uit hun werk.

 

Niet alleen jij als werknemer, maar ook jouw werkgever heeft baat bij een goede werk-privé balans voor werknemers.

Durf dan ook gerust aan te kaarten wat jij nodig hebt om die goede balans te ervaren. Ook afhankelijk van de levensfase waarin je zit. Denk maar aan de impact van het krijgen van kinderen, het volgen van een studie of de zorg voor zieke familieleden.

Maak je wensen kenbaar.

Op die manier creëer je een top baan. Een baan waarin jij je wel bevindt door een goede balans tussen werk en privé.

 

 

 

Vind je het moeilijk om de vinger erachter te krijgen hoe een top baan voor jou eruit moet zien?

Lees mijn boek WAT WIL IK NU ECHT?

 

Wil je samen met een kleine groep gelijkgestemden aan het werk om antwoorden te krijgen op jouw loopbaanvragen?

Meld je aan voor de 3-daagse training Bouw je ideale loopbaan.

 

 

 

 

Hoe een life event je doet stilstaan bij de vraag ‘Wat is echt belangrijk voor mij?’

 

Onlangs had ik een gesprek met een klant. Hij is herstellende van een hartinfarct en nu aan het re-integreren.

Re-integreren, vooral op deze manier gespeld, is voor mij een intrigerend woord. Volgens van Dale betekent integreren opgaan in, bijvoorbeeld integreren in de samenleving. Of tot een eenheid maken of worden.

Re-integreren betekent letterlijk weer laten functioneren. Waarbij dan meestal wordt gedoeld op re-integreren op de arbeidsmarkt. Weer deel worden van een groter geheel, de maatschappij of het arbeidsproces waarvan je deel uitmaakte, voordat je om wat voor reden dan ook, uitviel.

Zo’n periode van afwezigheid van werk is vaak ook een periode om van een afstand te kijken naar je werk en jezelf te bevragen over werk.

 

Hoe een life event je anders doet kijken naar je loopbaan

 

Een life event is niet per definitie negatief

 

Er zijn ook positieve life events zoals een huwelijk of een geboorte.

Dat doet me denken aan een andere coachklant. Als resultaat van het loopbaantraject ging ze aan het werk als managementconsultant voor een internationale organisatie. Internationaal werken, veel blijven leren, reizen en multicultureel waren belangrijke criteria voor haar. Die wilde ze terugzien in haar werk.

Maar door haar huwelijk veranderde haar leven ingrijpend. Ook omdat er een gezinnetje bij betrokken was en het moederschap voor haar een nieuwe ervaring was.

Dat zette aan tot denken over wat het meest belangrijk is en leidde tot andere keuzes. Hoe mooi de baan als managementconsultant ook was, hij matchte niet met haar nieuwe leven. Een switch was dan ook gauw gemaakt.

Of een life event positief of negatief is, in beide gevallen kun je je overweldigd voelen door de situatie. Al zal een negatief event, anders uitwerken dan een positief.

Bij negatieve life events kun je denken aan bijvoorbeeld verlies van een dierbare, je werk of je gezondheid. Maar bijvoorbeeld ook een verbroken relatie of verandering in de gezondheid van een familielid.

Een life event, positief of negatief, doet je nadenken over werk en leidt niet zelden tot verandering van je kijk op werk.

 

 

Loopbaan is niet hetzelfde als levensloopbaan

 

De levensloopbaan wordt niet gevormd door ons werk. Werk is deel van je levensloopbaan.

Ik zie werk als een van de levensterreinen. Naast werk zijn er meestal andere levensterreinen, die ook belangrijk voor je zijn. Zoals bijvoorbeeld het relationele: je partner, eventuele kinderen, familie, vrienden. Gezondheid: zowel fysiek als mentaal. Persoonlijke ontwikkeling op terreinen die voor jou belangrijk zijn. Het deelgenoot zijn van de maatschappij en de bijdrage die jij daaraan wilt leveren.

In mijn ogen doe je jezelf tekort door je te vereenzelvigen met je werk en je identiteit te ontlenen aan je werk. Je bent niet wat je doet in je werk, je bent (veel) meer dan dat.

Wat dat betreft vind ik het leuk en terecht als een coachklant, zoals onlangs, in een oriënterend gesprek aan me vraagt ‘Kun je nog eens wat meer over jezelf vertellen?’. Dat doe ik graag. Ik vertel dan kort over mijn loopbaan in opleiding en beroep. Maar bijvoorbeeld ook dat ik opgegroeid ben in een gezin met zeven kinderen. Dat ik moeder ben van vier ruim volwassen kinderen en oma van zeven kleinkinderen. Ik graag piano speel en sinds een half jaartje weer tweewekelijks pianoles krijg. Dat ik ook graag met keramiek bezig ben en het sowieso lekker vind om met mijn handen in de aarde zitten. Dus graag in de tuin werk en geniet van wat groeit en bloeit. Want dat ben ik ook, naast mijn rol als loopbaancoach.

 

Toch zijn er mensen die in hun werkzame leven zodanig gefocust hebben op werk, dat ze zich afvragen wat ze nog zijn of wie ze nog zijn als ze hun baan verliezen of met pensioen gaan. En dan ook erg opzien tegen hun pensioen. En zo snel mogelijk werk maken van alternatieven voor werk.

 

 

Loopbaan is niet hetzelfde als carrière

 

De loopbaan is de weg die iemand aflegt in de wereld van opleiding en arbeid of de reeks van maatschappelijke posities die iemand achtereenvolgens inneemt.

Het woord loopbaan is vrij neutraal en zegt weinig tot niets over de richting waarin je je hebt ontwikkeld. Of je bijvoorbeeld gestegen bent op de maatschappelijke ladder of gaande je loopbaan juist een paar sportjes lager op die ladder bent beland.

Voor het woord carrière ligt dat iets anders. Ook al wordt carrière gezien als synoniem voor loopbaan en is het Franse woord voor loopbaan carrière en het Engelse woord career, in het Nederlandse spraakgebruik heeft carrière een minder neutrale betekenis dan loopbaan. Bij carrière maken denk je algauw aan promotie maken. Dus een ontwikkeling in positieve zin, een stapje hoger komen in de rangorde.

 

 

Carrière maken heeft zijn schaduwkanten

 

Wist je dat het woord carrière een afgeleide is van het Italiaanse carriera? En van loopbaan of renbaan voor paarden in de loop van de tijd veranderd is in de snelle loop van een paard?

Peter Henk Steenhuis zegt in zijn Veroordeeld tot succes – op zoek naar een geslaagd leven, daarover:

‘Een kenmerk van paarden op een carriera is dat zij oogkleppen op hebben, om te voorkomen dat ze afgeleid worden en uit het oog verliezen dat zij als eerste bij de finish moeten willen aankomen. Succes in je carrière vereist kennelijk oogkleppen, zodat we niet afgeleid kunnen worden door hindernissen als zieke partners, of verdrietige kinderen die net ontslagen zijn uit een teleurstellingenfabriek.’

Wat dat betreft is het opmerkelijk dat van mensen die heel carrièregericht zijn, vaak wordt gezegd: ‘Die hebben oogkleppen op’.

 

 

Wil je echt gaan voor een carrière, dan zul je daarvoor veel andere zaken moeten laten voor wat ze zijn

 

Wat dat betreft moet ik denken aan een van mijn coachklanten van enkele jaren terug. Hij had een commerciële functie en was veel op reis voor zijn werk.

De organisatie waarvoor hij werkte ging reorganiseren. Hij raakte zijn baan kwijt en kwam bij mij terecht voor een outplacementtraject. Zonder baan thuiszittend werd hem pijnlijk duidelijk dat zijn vrouw met hun kinderen een andere relatie had dan hij als vader. En dat hij belangrijke momenten in het leven van zijn kinderen had gemist.

Ik was bijvoorbeeld niet bij de diploma-uitreiking, zei hij met spijt in zijn stem. Zat ik weer op een of ander vliegveld, in een vliegtuig of in een hotel ver weg. Vanaf nu doe ik dat anders.’

Zijn persoonlijke missie heeft hij duidelijk in het zicht opgehangen in zijn werkkamer. En nog een paar jaar op rij maakte hij jaarlijks met mij een afspraak om te bespreken of hij zijn leven nog leefde in lijn met zijn persoonlijke missie.

 

Voor hem was zijn ontslag een life event dat hem anders deed kijken naar zijn loopbaan en deed stilstaan bij de vraag ‘Wat is echt belangrijk voor mij?

 

 

 

Worstel jij met de vraag of je wilt gaan voor een carrière, een prestigieuze baan?

Of dat je tevreden kunt zijn met het niveau waarop je nu werkt en daarbij voldoende tijd en energie hebt voor wat naast werk belangrijk voor je is?

Neem gerust contact met me op. Graag denk ik met je mee en bied ik je handreikingen om te komen tot antwoorden op jouw vragen.