Een goede voorbereiding is meer dan het halve werk

 

Fijn werk vinden, een ideale baan, werk doen waar je dol op bent; voor sommigen lijkt het vrijwel onbereikbaar.

Misschien geldt dat ook voor jou. Ben je blij dat je werk hebt en ‘fijn werk’ bewaar je misschien voor later.

 

En toch, zomaar een baan accepteren, of dan maar het beste maken van onbevredigend werk; het kan de gevaarlijkste weg zijn om te volgen en is precies, wat je niet zou moeten doen.

Mensen, die ongelukkig en ontevreden zijn met het werk dat ze doen, leveren namelijk zelden topkwaliteit. Bij een reorganisatie maken zij vaak eerder kans op ontslag. Zeker als het werk niet overeenkomt met hun interesse en kwaliteiten.

En dan heb ik het nog niet eens over de gevolgen van niet passend werk op het welbevinden.

Laat je niet wijsmaken, dat mooi werk en een goed leven met balans tussen werk en privé onbereikbaar zijn.

 

Er zijn volop mensen die het lukt om hun ideale werk te realiseren, zelfs ongeacht hun leeftijd.

 fijn werk vinden en krijgen© photo University of Salford

Een goede voorbereiding is cruciaal voor fijn werk vinden en krijgen

 

Succesvolle mensen hebben in de voorbereiding van hun zoektocht naar een baan meestal het nodige werk verzet. Werk dat zich in de fase van de eigenlijke baanverwerving ruimschoots terug verdient. Ik zie dat ook in mijn coachtrajecten.

Die goede voorbereiding levert een aantal resultaten op, die een cruciale rol spelen bij het welslagen van de baanverwerving.

 

 

Drie factoren die een belangrijke rol spelen bij fijn werk vinden en krijgen

 

1. Succesvolle mensen hebben scherp voor ogen wat zij de arbeidsmarkt te bieden hebben.

Met name kun je daarbij denken aan jouw kwaliteiten.

Het is goed om je te realiseren waar en wanneer je met name succesvol was en waar dat succes wat jou betreft met name aan te danken was.

Haal je succeservaringen in herinnering, zodat ze weer voor je gaan leven. Dat zal je zeker helpen om je kwaliteiten overtuigd en overtuigend voor het voetlicht te brengen.

Voel ook waar je met name warm voor loopt en welke kwaliteiten je het liefst inzet in het werk dat je doet, zodat je energie (weer) gaat stromen.

 

2. Succesvolle mensen hebben een heel helder beeld van het werk dat zij willen doen.

Zij kunnen het profiel van hun ideale werk omschrijven. Zij kunnen aangeven wat zij zoeken, waar ze dat zoeken en wat verder voor hen qua werk belangrijk is.

Bij dat laatste punt kun je bijvoorbeeld denken aan de cultuur van de organisatie, al dan niet flexibele werktijden en/of flexplekken, mogelijkheden en faciliteiten voor Het Nieuwe Werken, reisafstand woon-werk, ontwikkelingsmogelijkheden.

Met het door hen omschreven profiel van het ideale werk (hun werkprofiel) voor ogen, hebben succesvolle mensen onderzoek gedaan naar de concrete mogelijkheden op de arbeidsmarkt en hun werkprofiel op grond van hun bevindingen aangescherpt.

Door hun onderzoek hebben zij bovendien een indruk gekregen van wat werkgevers zoeken en, dat klinkt je misschien een beetje vreemd in de oren, van wat zij waard zijn op de arbeidsmarkt. Je kunt je vast wel voorstellen dat een en ander zijn invloed heeft op hun presentatie en profilering.

 

3. Succesvolle mensen voelen zich niet (meer) gehinderd door eventuele negatieve gevoelens.

Omdat zij werden ontslagen of omdat hun contract anderszins niet werd gecontinueerd.

Ze staan vol zelfvertrouwen gereed voor een nieuwe stap en zijn klaar voor een nieuwe uitdaging. Dat vertaalt zich in hun uitstraling.

 

 

 

 

Voel je je absoluut nog onvoldoende voorbereid, bijvoorbeeld omdat je nog geen helder beeld hebt van het werk dat je wilt doen en van wat jij met jouw kwaliteiten op de arbeidsmarkt kunt betekenen?

Lees dan wat de driedaagse training ‘Bouw je ideale loopbaan’ voor jou kan betekenen.

 

Wil je je vragen eerst aan me voorleggen, bel (0575-544588 / 06 54762865) of e-mail me ([email protected]) voor het maken van een afspraak voor een oriënterend gesprek. Dat gesprek verplicht je tot niets.

 

Wil je reageren op dit artikel? Ik lees je reacties graag.

 

 

 

 

Een zevental tips om zelf de verantwoordelijkheid te nemen voor je (loop)baan

 

Wist je:

  • Dat men verwacht dat de arbeidsmarkt drastisch gaat veranderen?
  • Dat die verandering in de toekomst sneller gaat?
  • Dat acht jaar in de toekomst is als drie keer acht jaar in het verleden?
  • Dat de verhoudingen tussen werkgever en werknemer in de toekomst anders zullen zijn?

 

Er wordt volop gediscussieerd en gespeculeerd over de toekomstige arbeidsmarkt. Hoe de arbeidsmarkt er bijvoorbeeld in 2020 uit zal zien, is echter moeilijk te voorspellen.

Maar hoe dan ook, men verwacht dat de verantwoordelijkheid voor de eigen loopbaan steeds meer bij het individu komt te liggen.

De grote verandering zal zijn dat mensen zelf hun broek op moeten houden en zelf moeten zorgen voor hun houdbaarheid. Medewerkers, die in loondienst blijven zullen zich eveneens verantwoordelijk dienen te voelen voor hun eigen knapzak, en wat daarin zit moet vooral vers zijn”. (Evert Hatzmann, Loopbaanvisie augustus 2012)

 

Betekent dat dan dat men geen rol meer voor de werkgever ziet weggelegd?

Jawel, ook voor de werkgever ziet men duidelijk een rol. Maar meer dan in het verleden, word jij als werknemer zelf verantwoordelijk geacht voor fitheid en inzetbaarheid in werk. Het is aan je werkgever om jou te faciliteren, als jij als medewerker de initiatieven neemt.

 

Hoe kun je zorgen voor ‘fitheid en inzetbaarheid in werk’?

In dit artikel geef ik je een zevental tips om zelf de verantwoordelijkheid te nemen voor je (loop)baan en interessant te blijven voor werkgevers.

 

interessant blijven voor werkgever

 

1.  Vertrouw niet op de bestendigheid van je huidige baan

 

Misschien ken jij ze ook; werknemers die in alle vertrouwen op hun werkgever in de baan blijven zitten waar ze zitten.

Maar de eigen werkgever heeft steeds minder loopbaanmogelijkheden in huis. Concerns vallen steeds meer uiteen in kleinere eenheden. Daarmee  verdwijnen de interne arbeidsmarkten en de regels om de doorstroom binnen de eigen organisatie in goede banen te leiden.

Uitstroom is dan vaak ook noodzakelijk om de loopbaan voort te zetten. Als een werknemer dan die stap naar buiten gaat zetten, dan kan het zijn dat hij ontdekt dat zijn competenties verouderd zijn en zijn kansen elders vrijwel verkeken.

 

2.  Zorg voor een periodieke APK-keuring voor je (loop)baan

 

Met regelmaat wordt daarvoor gepleit. Onze auto laten we jaarlijks keuren. Ons gebit laten we (half)jaarlijks controleren door de tandarts. Maar controleren of we met onze loopbaan nog op het goede spoor zitten? Dat doen we meestal pas als daar een directe aanleiding toe is. En dan is vaak het ongeluk al geschied.

Een functioneringsgesprek is geen vervanging voor een loopbaan-APK. Bovendien voer je dat gesprek met je leidinggevende. Het is beter om een periodiek loopbaangesprek te voeren met een onafhankelijke derde. Bij mij als loopbaancoach ben je daarvoor aan het goede adres.

Niet alleen is de blik van een leidinggevende op talenten en mogelijkheden van medewerkers doorgaans beperkt. Ook hebben leidinggevenden mogelijk meer oog voor de belangen van de organisatie en zijn zij minder gericht op ontwikkelingsmogelijkheden en inzetbaarheidsvragen van de medewerker.

 

3.  Realiseer je dat vaste arbeidsrelaties voor onbepaalde tijd belemmerend kunnen zijn voor ontwikkeling

 

Niet alleen voor jou als werknemer, maar ook voor de organisatie waarvoor je werkt. In een eerder artikel heb ik daarover al geschreven.

Enige zekerheid is voor een werknemer overigens wel belangrijk. Dat komt in mijn artikel ook naar voren.

Zo geeft bijvoorbeeld Hans Hoekstra, hoogleraar personeelspsychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, aan dat het in de huidige samenleving passend zou zijn om arbeidscontracten aan te gaan met een looptijd variërend van minimaal drie tot maximaal zeven jaar. Daarna zou ontbinding of hercontractering een open kwestie moeten zijn. (Loopbaanvisie, april 2012)

Echte zekerheid vind je mijns inziens overigens niet in een baan, maar in jezelf. Lees mijn artikel daarover er nog eens op na.

 

4.  Zorg dat je je vakkennis en -vaardigheden op peil houdt

 

Wist je dat je gemiddeld nu nog maar drie jaar vooruit kunt met wat je hebt geleerd, terwijl dat eerder twaalf jaar was?

Dat stelt onderzoeker Andries de Grip. Uiteraard is verouderingssnelheid van kennis sterk branche afhankelijk. Maar voor iedereen geldt, dat het zaak is om te blijven leren.

Misschien denk je bij ‘leren’ gelijk aan het volgen van trainingen, cursussen of een opleiding. Maar dat hoeft niet zo te zijn. Leren kan ook de vorm hebben van ‘learning on the job’. Denk maar eens aan de vroegere ‘meester-gezel’ relatie. De eigentijdse variant daarvan is het meewerken met een collega, die jou de kneepjes van een nieuw (aspect van je) vak kan leren.

 

5.  Investeer in je ontwikkeling als persoon

 

Alleen vaktechnische kennis en -vaardigheden maken jou onvoldoende aantrekkelijk voor een werkgever.

Zoals het voor jou belangrijk is om te bepalen of een organisatie bij je past, zo kijkt een organisatie naar jou vanuit de vraag of jij als persoon bij de organisatie past.

Jouw persoonlijke identiteit (‘wie jij bent’) wordt naast geschiktheid voor een functie dan ook steeds belangrijker gevonden.

Dat betekent dat naast vaktechnische kwalificaties  zogenoemde sociaalnormatieve kwalificaties meegewogen worden op de arbeidsmarkt. Je kunt daarbij denken aan bijvoorbeeld communicatieve vaardigheden en bereidheid tot samenwerken.

 

6.  Ontwikkel en onderhoud je loopbaancompetenties

 

De baan voor het leven is aan het verdwijnen. Dat betekent dat je in de toekomst vaker van baan zult ‘switchen’. En dus vaker een nieuwe passende baan zult moeten zien te verwerven.

Dat vraagt loopbaaninzichten en -vaardigheden. En die zijn aan verandering onderhevig.

Vroeger kon je voor de baanverwerving volstaan met het zoeken naar vacatures en vervolgens het schrijven van een goede sollicitatiebrief en het opstellen van een mooi cv. Nu kun je dat wel vergeten.

Nu zul je om te beginnen zelf je onderzoek moeten doen naar ‘baanopeningen’. Immers, 70% van de ‘baanopeningen’ wordt überhaupt geen vacature, maar wordt anderszins ingevuld.

Het is aan jou om te ontdekken wat de arbeidsmarkt nodig heeft en waar dus voor jou kansen liggen. Je moet precies weten waar bedrijven behoefte aan hebben, waar ze naar op zoek zijn en wat ze van een medewerker verwachten.

Dat kun je ontdekken door je onderzoek te doen, te netwerken en met meerdere bedrijven te gaan praten.

 

7.  Zorg dat je zichtbaar bent in je eigen organisatie en daarbuiten.

 

Je zult je in de markt moeten profileren, als werknemer of als zelfstandig professional. Je zult aan ‘personal branding’ moeten doen.

De trend zal steeds meer worden: zichtbaar zijn. Laten zien wat je kunt, waar je voor staat en waar jouw belangstelling ligt.

Maak professioneel gebruik van de Social Media, maar wees ook actief in offline netwerken. Ook als je een vaste baan hebt.

 

 

Tot slot

 

In de toekomst zal iedereen veel meer dan nu bezig moeten zijn met zijn of haar sociaal en menselijk kapitaal. Hoe vertaal je op een concrete manier jouw talent in de wereld? Hoe blijf je je constant ontwikkelen? (Aukje Nauta, hoogleraar employability)

Zorg dat je daarop bent voorbereid.

 

Kun je daar wel wat hulp bij gebruiken? Bel (0575-544588 / 06-547 628 65) of e-mail ([email protected]) me voor het maken van een afspraak.

 

Hoe blijf jij interessant voor een werkgever? Heb je nog aanvullende tips? Ik lees het graag.

 

 

 

 

 

Hoe een andere bril, net als een andere denkhoed, een nieuwe focus biedt

 

Wist je:

  • dat ieder mens een eigen focus op de werkelijkheid heeft;
  • dat we allemaal door een andere bril naar die werkelijkheid kijken;
  • dat onze focus sterk wordt bepaald door onze capaciteiten, waarden, overtuigingen en onze identiteit?

 

Ter illustratie geef ik je een paar uitspraken.

Allereerst een uitspraak van een hoger opgeleide vrouw:

“Ik ben langdurig werkloos, ik kom voorlopig niet meer aan een baan. Als er straks wel weer banen komen, ben ik of te oud, of te lang uit het arbeidsproces. En ik weet zeker dat ook u niet in staat bent om mij aan een baan te helpen”.

En onderstaand een fragment uit het verhaal van Wim, een van mijn oud-coachklanten:

“De periode van het zoeken en vinden van nieuw werk was voor mij zeker niet altijd rozengeur en maneschijn. Ook het woord NEE heb ik bij sollicitaties geregeld te horen gekregen. Ik heb ervaren dat het dan belangrijk is om uit te gaan van je eigen kracht en positief te blijven, ook al valt dat niet altijd mee.

Als 50 plusser wil ik werkzoekenden meegeven:

Waar een wil is, is ook voor een 50 plusser een weg. Ik heb ervaren dat er met goede begeleiding en enthousiasme, doorzettingsvermogen en wilskracht zeer zeker mogelijkheden zijn”.

 

Je focus is heel bepalend voor hoe naar je situatie kijkt

 

 

Iedereen heeft een eigen focus op de werkelijkheid

 

Wim heeft duidelijk een positieve instelling. Ook al heeft hij een aantal keren ‘nee’ te horen gekregen, hij is positief gebleven. Door die instelling is het hem gelukt om zich nieuwe vaardigheden eigen te maken en door netwerken een nieuwe baan te verwerven.

Behalen van succes is moeilijker als je naar de wereld kijkt door een donkere bril. Het beeld is dan somber gekleurd en leidt ook eerder tot een kritische uitlating.

Iedereen maakt een eigen interpretatie van de werkelijkheid. Alles wat je waarneemt wordt gefilterd door bijvoorbeeld je overtuigingen en de waarden die voor jou leidend zijn. Voor een ander kan de interpretatie van dezelfde werkelijkheid heel anders zijn.

We kijken naar de werkelijkheid als door een gekleurde bril. Misschien herinner je je de aankoop van een nieuwe zonnebril. Met de ene kleur glas wordt de wereld om je heen zonnig en warm. Een andere kleur maakt het beeld juist rustig en overzichtelijk. En heel donker glas kan de wereld somber maken, alsof het elk moment kan gaan regenen.

 

De “zes denkende hoofddeksels” van Edward de Bono

 

In dit boek stelt de Bono dat denken een complex gebeuren is. Hij vergelijkt het met jongleren, waarbij je probeert verschillende ballen tegelijk in de lucht te houden.

Hij laat zien hoe je door het opzetten van een van de zes denkhoeden kunt focussen op een bepaald aspect van het denken.  In plaats van te proberen bij het denken alles tegelijk te doen.

De denkhoeden heeft de Bono ieder een eigen kleur gegeven. Door het opzetten van een andere kleur denkhoed kun je je verplaatsen in een andere rol. De Bono noemt de objectieve denker (wit), de subjectieve (rood), de positieve  (geel), de kritische  (zwart), de creatieve denker (groen) en de denker over het denken (blauw).

De zes denkhoeden stellen ons in staat om ons denken te dirigeren zoals een dirigent zijn orkest dirigeert”, zegt de Bono in zijn boek. Zie je het voor je?

 

Wil je de Bono horen, klik dan hier

 

Kijken door gekleurde brillen

 

Een andere kleur denkhoed betekent de focus op een andere denkrichting. Je stelt scherp op een ander aspect van het denken.

Door het opzetten van een anders gekleurde bril ga je andere dingen zien. Zo zoek je met een groene bril naar andere zaken dan met een zwarte bril. En zo stel je met groene vooringenomenheid op andere zaken scherp dan met zwarte.

Bij het interpreteren van de werkelijkheid spelen overigens naast kijken ook de vier andere zintuigen (horen, ruiken, proeven en voelen) een rol. Sommige mensen hebben dan nog een ‘zesde zintuig’.

Bovendien zijn waarnemingen altijd subjectief. Jij selecteert en interpreteert de gegevens die voor jou belangrijk zijn en die in jouw bekende denkpatroon passen. Het gaat om wat jij ziet en wat jij erin ziet. Dat kan van mens tot mens verschillen.

 

Zes focussen, de brillen in zes kleuren.

 

Grofweg zijn er zes manieren om te kijken naar de werkelijkheid. Elke manier, elke focus heeft zijn eigen kleur.

1. Wit

Wit is eigenlijk geen kleur; het is neutraal en objectief. Bij de witte focus staat het zoeken naar informatie (feiten en gegevens) centraal.

2. Rood

Rood is een warme kleur, de kleur van het hart. En is daarmee een treffende metafoor voor emoties, gevoelens en intuïtie.  Door een rode bril ben je mensgericht, zoek je verbinding en ben je gericht op het voelen, het beleven.

3. Geel

Geel is een zonnige kleur, dus positief. En symboliseert het optimisme, de hoop. Met een gele focus zie je voordelen, kansen en mogelijkheden.

4. Zwart

Zwart is net als wit eigenlijk geen kleur, maar wordt algemeen geassocieerd met somberheid en negativiteit. De zwarte focus is gericht op de risico’s en de negatieve aspecten, de redenen waarom iets niet kan worden gedaan of niet gaat lukken.

5. Groen

Groen is de kleur van uitbundig groeiende vegetatie op een vruchtbare voedingsbodem. De groene focus symboliseert dan ook creativiteit en stelt scherp op alternatieven, nieuwe inzichten en denkbeelden.

6. Blauw

Blauw is een ‘koele’ kleur, de kleur van de hemel die alles overkoepelt. Met een blauwe bril zoek je inzichten, analyses, verbanden, samenhang, structuur.

 

De kunst van het multifocussen

 

De Bono is van mening dat iedereen kan denken met  een bepaalde focus. En dus in staat is om in te zoomen op een bepaald aspect van het denken. Als hij zich maar bewust opstelt als een denker die een bepaalde denkhoed op zet; een bepaalde rol op zich neemt. De Bono noemt dat actief denken, creatief denken. Naar zijn mening zou iedereen dat moeten leren.

Het zou ook mooi zijn als iedereen zou leren multifocussen.  Multifocussen is het vermogen om van perspectief te kunnen wisselen, te kunnen schakelen tussen verschillende focussen. Dat betekent kunnen kijken door verschillende brillen.

Het gaat om het ter discussie durven stellen van je eigen vertrouwde zienswijze en de bereidheid om je open te stellen voor andere perspectieven.

Alle kans dat die andere perspectieven nieuwe inzichten opleveren.

 

Een oefening in multifocussen

 

Neem een situatie in gedachten die je zou willen veranderen of een vraag waar je voor jezelf een antwoord op wilt.

Beantwoord naar aanleiding van de zes kleuren onderstaande 6 vragen:

  1. Hoe is de situatie? Wat speelt er? Beschrijf de situatie zo objectief mogelijk. (wit)
  2. Hoe ziet de ideale situatie eruit? Kijk eens in de toekomst. Fantaseer maar. Alles mag. (groen)
  3. Hoe zou je je voelen als de ideale situatie er is en hoe merk je dat aan je lijf? (rood)
  4. Welke overtuigingen zitten jou in de weg? Welke risico’s zie je? (zwart)
  5. Welke kansen en mogelijkheden zie je? Wat zou jou kunnen helpen? Waar zie je kansen om het te realiseren? (geel)
  6. Welke inzichten levert deze exercitie je op? Wat is je conclusie? Heb je iets ontdekt? Wat zou je morgen of de komende weken kunnen doen om die situatie te bereiken? Noem één stap. (blauw)

 

 

Onlangs werd mij gevraagd welke twee of drie kleuren mijn focus in mijn rol als loopbaancoach ‘kleuren’. Dat zijn met name blauw, groen en rood. Maar ook een kritische blik en feiten verzamelen zijn mij niet vreemd. Ook ik oefen mijzelf in multifocussen.

Hoe is dat voor jou? Welke kleur(en) ‘kleuren’ jouw kijk? In hoeverre verschilt dat voor jou per context?

Ik lees je reactie graag.  

 

 

 

 

Een zestal tips die je helpen je goed te profileren in een selectiegesprek

 

Het is jou als sollicitant misschien ook wel eens overkomen. Je hebt een sollicitatiegesprek gehad. Zelf heb je het gevoel dat het gesprek prettig verliep en dat je je goed hebt kunnen profileren. Je schat in, dat je een goede kans maakt op de baan. Toch krijg je een afwijzing.

Voor jou komt het negatieve bericht als een donderslag bij heldere hemel. Je begrijpt er helemaal niets van. Voor jouw gevoel ging het gesprek heel goed. Hoe kan het dan dat je afgewezen bent?

 

De afwijzing kan met veel factoren te maken hebben. Het is van belang om bij een afwijzing te achterhalen waarom men gekozen heeft voor een andere kandidaat.

Het is goed om je te realiseren dat je in een selectiegesprek vaak meer laat zien en horen, dan je zelf in eerste instantie denkt. En dat de selecteur mogelijk andere interpretaties maakt, dan jij hebt ingeschat.

Goed toegerust op weg naar je doel

 

Onlangs las ik een artikel met als titel “3 Interview Questions That Reveal Everything’.  De titel maakte mij nieuwsgierig. Welke 3 vragen zijn dat?  En hoe werkt die techniek?

Kennelijk kun je als selecteur met die manier van interviewen al na een paar minuten wezenlijke informatie over een kandidaat vergaren. En die informatie kan positief of negatief zijn voor de kandidaat.

 

Bij deze techniek loopt de selecteur chronologisch je werkervaring met je door en stelt jou bij elke baan onderstaande 3 vragen, zonder overigens op je antwoorden door te vragen :

  1. Hoe ben je aan die baan gekomen?
  2. Wat sprak je aan in die baan, voordat je daadwerkelijk begon?
  3. Waarom ging je weg?

 

De vragen lijken heel feitelijk, maar in je antwoorden laat je veel van jezelf zien. En de selecteur maakt zijn eigen interpretaties.

 

Zonder verder in te gaan op de techniek en de systematiek van de drie vragen zal ik een tipje van de sluier voor je oplichten en je laten zien hoe de drie vragen kunnen werken.

Vervolgens geef ik je tips hoe jij je voordeel kunt doen met de handreikingen voor recruiters. En wat de techniek van de 3 vragen jou leert over hoe je je krachtig kunt profileren in een selectieproces.

 

 

1.   Hoe ben je aan die baan gekomen?

 

Was dat via een vacaturesite? Of via een banenmarkt? Voor een selecteur is dat voor eerste banen kennelijk heel acceptabel. Maar wist je dat als je die strategie blijft volgen, ook later in je loopbaan, dat dat mogelijk vragen oproept bij een selecteur?

Dat hij zich af kan vragen of jij als kandidaat wel weet wat je wilt qua werk en waar je zou willen werken? Door de strategie die je volgt stel je je immers afhankelijk op van de mogelijkheden die zich voordoen, in plaats van dat je zelf proactief op zoek gaat naar wat jij wilt.

Het kan zelfs zo zijn dat de selecteur door de door jou gevolgde strategie de indruk krijgt dat je alleen maar op zoek bent naar een baan, of sterker nog, op zoek bent naar werk. En dat is meestal niet het type werknemer dat de opdrachtgever zoekt.

Kennelijk verwacht een selecteur dat je op een gegeven moment in je loopbaan, ergens op aanbeveling binnen komt. Hij gaat er dan van uit, dat je dan zoveel vertrouwen hebt opgebouwd of een zodanig competentieniveau hebt ontwikkeld, dat iemand je aanbeveelt bij een organisatie.

Gevraagd worden voor een functie is natuurlijk heel erg mooi en werkt ook beter dan een aanbevelingsbrief.

Dat overkwam onlangs ook een van mijn coachklanten. Door een oud-collega werd zij benaderd voor een vacature bij de organisatie waar hij nu werkt.

 

2.   Wat sprak je aan in de baan voordat je daadwerkelijk begon?

 

Selecteurs verwachten dat je gaande je loopbaan je keuze voor een baan specifieker moet kunnen benoemen dan “grote uitdaging”, “kans om meer te leren over het werkveld” of “volgende stap in mijn carrière”.

Goede werknemers werken in hun ogen niet hard voor een mooie titel of een geweldig salaris. Zij werken hard omdat ze hun werkomgeving waarderen en omdat zij houden van wat zij doen.

 

3.   Waarom ging je weg?

 

Soms gaan mensen weg voor een betere kans. Soms gaan ze weg voor meer geld. Vaak ook gaan mensen weg omdat een werkgever te hoge eisen stelt of teveel vraagt. Of de werknemer kan niet goed overweg met zijn of haar leidinggevende of collega’s.

Jouw antwoord op de vraag “Waarom ging je weg?” brengt informatie aan het licht met betrekking tot jouw relatie met het management of eventuele wrijvingen met andere medewerkers of met het nemen van verantwoordelijkheid. Issues die je, als ze jou die vraag niet gesteld hadden, wellicht niet zo gemakkelijk had gedeeld.

Zo herinner ik me een coachklant, die keer op keer strubbelingen had met haar baas en om die reden steeds weer veranderd was van baan. Kun je je voorstellen dat een nieuwe werkgever dan zijn reserves heeft?

 

Voor degenen die solliciteren naar een managementfunctie wordt er in het artikel nog een vierde vraag aan de drie vragen toegevoegd:

 

4.   Hoeveel mensen heb jij ingehuurd en waar heb je ze gevonden?

 

Jouw antwoord op die vraag, kan alles zeggen over jouw reputatie. Een selecteur kijkt namelijk niet alleen naar kandidaten die door iemand anders in een organisatie zijn binnen gebracht, maar ook naar kandidaten die zelf medewerkers in hun organisatie binnen brengen.

Goede werknemers willen graag werken met grote leiders. Als je een krachtige persoonlijkheid bent, eerlijk en je mensen goed behandelt, dan wil men graag met jou werken. Het feit dat werknemers van baan veranderden, alleen omdat ze voor jou konden werken, spreekt boekdelen over jouw leiderschap en jouw ‘people skills’.

 

 

Een zestal tips die je als sollicitant helpen, je goed te profileren in een selectie-interview

 

Als sollicitant kun je je goed voorbereiden aan de hand van de 3(4) bovenstaande vragen. Daarnaast geef ik jou nog een zestal tips die je helpen om je goed te profileren in een selectie-interview:

 

1.    Vorm je een helder beeld van het werk dat je wilt doen en zorg dat je je ideale werk specifiek kunt omschrijven.

Dat maakt het ook gemakkelijker om specifiek te benoemen waarom je kiest voor een bepaalde baan.

 

2.    Laat zien en horen dat je bewust kiest voor een bepaalde werkomgeving en welbewust kiest voor een bepaald type werk.

Een werkgever ziet graag mensen die dat ideale werk niet alleen kunnen omschrijven, maar die heel goed weten wat voor werk hen motiveert en uitdaagt en die weten in welke omgeving zij willen werken.

 

3.    Stel je proactief op.

Ga zelf op onderzoek uit in plaats van dat je je afwachtend opstelt en uitgaat van de vacatures die er worden geplaatst. Niet alleen wordt dat door selecteurs gewaardeerd, het biedt ook de meeste kans op een baan. Wellicht heb je dat ook al gelezen in mijn artikel “Stop met sollicitatiebrieven schrijven, ga netwerken”. 

 

4.    Zorg dat je zichtbaar bent in de organisatie waarvoor je werkt.

Investeer in relaties en laat zien hoe jij voor de organisatie van betekenis bent.

 

5.    Besteed tijd en aandacht aan netwerken.

Netwerken is belangrijk, ook als je een vaste baan hebt. Lees mijn artikel daarover er nog eens op na.

 

6.    Wees je bewust van de manier waarop jij communiceert over je werk.

Zo wordt bijvoorbeeld in het artikel gezegd “sommige mensen nemen nooit eigenaarschap en zien problemen altijd als een probleem van iemand anders”.

En zo laat bijvoorbeeld jouw reden van weggaan bij een organisatie iets horen van jouw motieven om te werken.

 

 

Wil je het artikel “3 Interview Questions That Reveal Everything’ nog eens nalezen? Klik hier.

 

Heb je nog niet zo’n helder beeld van het werk dat je wilt doen? En vind je het met name ook om die reden moeilijk om specifiek aan te geven wat je aanspreekt in een functie en je proactief op te stellen op de arbeidsmarkt?

Meld je dan nu aan voor de training ‘Bouw je ideale loopbaan’.

 

In hoeverre heb jij ervaring bij selectiegesprekken met de drie vragen, in mijn artikel genoemd? Wil je je ervaring delen? Of misschien heb je nog aanvullende tips? Ik lees je reactie graag.
 

 

 

 

 

 

Waarom alleen sollicitatiebrieven schrijven je niet helpt aan een baan

 

Rianne heeft vijftien jaar bij dezelfde werkgever gewerkt. Helaas kreeg ze haar ontslag. Ze is heel gedreven om werk te maken van ander werk en is dan ook driftig aan het solliciteren.

Soms schrijft zij wel twee brieven per week. Tot nu toe helaas met weinig resultaat. Met alle frustraties van dien. Dat kun jij je vast wel voorstellen, want een afwijzing doet pijn.

 

Helaas gaat alleen sollicitatiebrieven schrijven haar waarschijnlijk ook niet helpen aan een baan.

In mijn artikel lees je waarom.

 

netwerken opent de deur naar de toekomst

 

Om te beginnen moet je in een sollicitatieprocedure met veel andere gegadigden concurreren. Tweehonderd sollicitatiebrieven voor één vacature is geen uitzondering. Zie er dan maar eens uit te springen met je brief en je cv.

Bij traditioneel solliciteren is het ook moeilijk om je goed te profileren, zeker in de eerste fase. Want de selecteur kan jouw ware ‘gezicht’ niet zien. Hij heeft alleen een tekst en op grond daarvan moet hij zich een beeld vormen van jou.

De selecteur maakt zijn eigen interpretatie op grond van wat jij hebt gestuurd. En die hoeft niet overeen te komen met het beeld dat jij van jezelf hebt, of zoals jij jezelf neer wilt zetten.

 

Veel ‘baanopeningen’ worden bovendien ingevuld zonder dat ze überhaupt een vacature worden. In een eerder artikel gaf ik al aan, dat we het dan hebben over zo’n 70%.

Waarom zou een organisatie een vacature plaatsen, als men al contact heeft met goede kandidaten? Kandidaten die zich zelf hebben gemeld, wetend dat er een behoefte aan vervanging is. Of professionals die eerder contact hebben gelegd, omdat ze geïnteresseerd zijn in het bedrijf en er graag komen werken, als er mogelijkheden zijn.

Wist je dat bij Philips 9% van de mensen die wordt aangenomen, binnen komt via aanbeveling door medewerkers? En dat die manier van werven kennelijk zoveel voordelen  heeft voor het bedrijf dat het percentage in 2012 omhoog moet naar 20%?

Het is dus zaak om bij bedrijven bekend te zijn, nog voordat er überhaupt een vacature is. Mocht er dan op termijn vacatureruimte ontstaan, dan ben jij wellicht een van de eersten die daarvan hoort.

Stop dus met sollicitatiebrieven schrijven. Besteed er in elk geval niet al je tijd aan. Dat geldt ook voor open sollicitaties.

Maar als sollicitatiebrieven schrijven niet werkt, wat werkt dan wel?

 

Netwerken, dat is de beste manier om nieuw werk te vinden.

 

Ga gesprekken aan met mensen, bij voorkeur ook met vakcollega’s. Zij weten het immers het eerst als er een vacature is. Of beter gezegd, als er een baan vrijkomt of als er behoefte is aan uitbreiding.

Het is belangrijk om met name bekend te zijn bij de mensen die nu het werk doen, dat jij zou willen doen. Dat lijkt wellicht vreemd, want voor jouw gevoel zitten zij op de stoel waar jij graag op zou willen zitten. Toch zijn zij het die jou het eerst kunnen tippen of naar voren kunnen schuiven of er als er zich kansen voordoen.

“Maar, ik kan toch niet zomaar aankloppen bij een bedrijf en vragen om een gesprek?” Dat hoor ik vaak van mijn coachklanten. Ik kan me voorstellen dat je het lastig vindt om bedrijven zomaar te benaderen en dat je misschien echt een drempel over moet. Maar realiseer je dat men het over het algemeen zelfs leuk vindt om te vertellen over het werk waar men zelf enthousiast over is. Men wil ervaringen delen en maakt daar ook graag een uurtje vrij voor.

Vind je het moeilijk om te beginnen met netwerken en wil je tips over waar en hoe je het best kunt beginnen, lees mijn artikel daarover  er nog eens op na.

Het is altijd zaak om je gesprek goed voor te bereiden. Volg bijvoorbeeld organisaties in de media, maar denk ook aan LinkedIn. Stel slimme, vakinhoudelijke vragen. Daardoor kun je je expertise laten blijken. En je laat in elk geval zien dat je je goed hebt voorbereid.

Zorg sowieso dat je bij organisaties in de picture komt. ‘Social media’ bieden je daarvoor veel mogelijkheden. Met name denk ik dan weer aan LinkedIn. Daar kun je heel goed laten zien wie je bent en wat je kunt.

Zorg dat je profiel op orde is en ga bedrijven volgen op LinkedIn. Stel daarbij je ‘settings’ zo in, dat je met naam en headline zichtbaar bent als je gekeken hebt op een bedrijfsprofiel. Dan kan men met naam en ‘toenaam’ zien dat jij geïnteresseerd bent in het bedrijf. Zo is menige coachklant van mij aan waardevolle contacten gekomen en zelfs aan een baan.

Laat ook je deskundigheid zien. Dat kan al door een goed profiel, maar je kunt dat versterken door gesprekken aan te gaan in online groepen. Bovendien blijf je door actief te participeren in discussies op de hoogte van ontwikkelingen. Dat helpt jou gegarandeerd bij het vinden of creëren van een baan.

 

Mocht je desondanks traditioneel solliciteren, voorkom in elk geval dat je op de stapel van de 200 brieven komt en op gaat in de massa. Onderzoek of er iemand in jouw netwerk zit, die jou bij betreffende organisatie kan aanbevelen.

Zo zag een van mijn coachklanten een aantrekkelijke vacature, maar vreesde dat zij een van de 200 gegadigden zou zijn. Zij schatte in dat het haar zou helpen als iemand haar zou aanbevelen, zodat zij in de spotlight kon komen.

Dat is haar gelukt. Via LinkedIn kwam zij een oud-collega op het spoor die binnen betreffende organisatie connecties had. Betreffende oud-collega heeft voor haar deuren geopend. Zijn tussenkomst resulteerde nog diezelfde dag in een uitnodiging voor een sollicitatiegesprek. Begin van de maand is zij begonnen in de nieuwe baan.

 

Wil je meer lezen over hoe jij LinkedIn kunt gebruiken om nieuw werk of nieuwe opdrachten te vinden, lees dan ‘Solliciteren via LinkedIn’ van Aaltje Vincent en Jacco Valkenburg.

Heb je nog niet zo’n helder beeld van het werk dat je wilt doen? En vind je het ook lastig om een antwoord te geven als ze je vragen wat voor werk je zoekt?

Schrijf je dan in voor de training ‘Bouw je ideale loopbaan’.

Kun je een helder beeld schetsen van het werk dat je wilt doen, maar kun je wel wat hulp bij de baanverwerving gebruiken? Bel (0575-544588) of e-mail ([email protected]) me voor het maken van een afspraak voor een vrijblijvend oriënterend gesprek. Afhankelijk van jouw vraag doe ik je dan een voorstel voor een begeleidingstraject op maat.

 

Welke ervaringen heb jij met het schrijven van sollicitatiebrieven en/of netwerken? Heb je nog aanvullende tips? Ik lees je reactie graag.

 

 

 

 

Ware succeservaringen zijn het bewijs van je kwaliteiten.

 

In VKBanen.nl las ik een artikel met de titel: Het selectiegesprek: Ontmasker leugenaars met STARR.

“Sollicitanten doen zich soms beter voor dan dat ze werkelijk zijn. Aan de werkgever of de selecteur de taak om deze jokkebrokken te ontmaskeren. Ze kunnen bijvoorbeeld explicieter vragen naar diploma’s en telefoonnummers van referenties. Maar doortrapte leugenaars zijn moeilijker te ontmaskeren”.

De schrijver, Jacco van den Berg, vertelt vervolgens hoe werkgevers het kaf van het koren kunnen onderscheiden tijdens het selectiegesprek: door te werken volgens de STARR-methode leugenaars ontmaskeren.

 

hoe je met je succesverhalen de selecteur overtuigt

 

“Leugenaars ontmaskeren”; wordt er zoveel gelogen bij sollicitaties?

 

Het kan inderdaad gebeuren dat mensen in hun cv moedwillig de werkelijkheid verdraaien. Bijvoorbeeld opleidingen vermelden, die ze beslist niet hebben afgemaakt of überhaupt niet hebben gevolgd. Of functietitels gebruiken, die beslist niet passen bij wat ze hebben gedaan.

Ik veronderstel dat mensen die moedwillig hun cv vervalsen een uitzondering zijn. Uiteraard zullen veel selecteurs waakzaam zijn. Niet voor niets moeten kandidaten bij een aanstelling steeds vaker originele diploma’s overleggen en worden hun antecedenten gecontroleerd.

Bewuste vervalsing zal waarschijnlijk niet zo veel voor komen. Sommige mensen zullen wel geneigd zijn om hun cv ‘op te poetsen’ en zich beter voor te doen dan klopt met de werkelijkheid. Of zichzelf te overschatten, al doen ze dat dan vaak onbewust.

De neiging ‘zich beter voor te doen’ zie ik ook in sollicitatiebrieven en cv’s, die mijn coachklanten in eerste instantie schrijven. Hun taal wordt dan opeens heel vormelijk, bijna deftig. Daardoor denken zij zichzelf mooier neer te zetten, maar het tegendeel is in mijn ogen waar. Er ontstaat dan afstand met wie ze werkelijk zijn en ze komen dan onbedoeld over als ‘gemaakt’ .

 

 

Een goede selecteur heeft behoefte aan bewijsmateriaal

 

Een goede selecteur heeft niet alleen behoefte aan originele diploma’s, maar hij wil ook graag onderzoeken of het klopt dat jij over bepaalde kwaliteiten beschikt. Hij heeft behoefte aan bewijsmateriaal en zal daar in een selectiegesprek dan ook naar zoeken.

Dat bewijsmateriaal kun jij verzamelen. Niet alleen door je diploma’s, maar vooral ook door het schrijven van jouw succesverhalen.

Rust je toe voor selectiegesprekken door jouw succeservaringen te inventariseren. Schrijf deze uit volgens het format voor succesverhalen, aangereikt in een eerder artikel. Door deze succesverhalen uit te schrijven heb je de situaties waarin jij succesvol was weer helder voor de geest en kun je ze inzetten als bewijsmateriaal van jouw kwaliteiten.

 

 

Hoe de STARR-methode werkt

 

Misschien herinner je je selectiegesprekken waarin aan je gevraagd werd hoe je in een geschetste situatie zou reageren, een hypothetische situatie dus. En jij maar nadenken hoe je gedrag idealiter zou moeten zijn en welk antwoord ze van jou verwachten.

Je kunt dan een mooi verhaal presenteren, dat beslist niet overeen hoeft te komen met jouw werkelijkheid. Waarschijnlijk wil je je helemaal niet beter neerzetten dan je bent, maar je wilt wel een zo goed mogelijk antwoord geven. Bovendien is het voor jou ook moeilijk om te bedenken hoe je werkelijk reageert, je kunt alleen een inschatting maken.

Deze inschatting hoeft niet reëel te zijn. Met alle effecten van dien. De selecteur kan zich daardoor behoorlijk vergissen. Jouw oplossing voor die bedachte situatie is een demonstratie van jouw fantasie of verbeeldingskracht en niet van jouw feitelijk gedrag in die situatie.

Bij de STARR-methode werkt het dan ook anders. Er wordt niet gevraagd naar hypothetische situaties, maar naar gedrag uit het verleden. Dat wordt gezien als de beste voorspeller van gedrag in de toekomst.

Selecteurs die werken volgens deze methodiek willen verhalen horen waaruit blijkt, dat jij bepaalde competenties bezit. Het is cruciaal dat je met jouw succesverhalen de selecteur van jouw kwaliteiten kunt overtuigen, vaak zonder dat je zelf die kwaliteiten expliciet benoemt.

De selecteur zal in een selectiegesprek dan ook steeds vragen naar concrete voorbeelden. Je hebt als kandidaat de opdracht om jouw voorbeeld zo specifiek mogelijk te omschrijven.

Bij STARR doorloopt de selecteur met zijn vragen een vijftal stappen: situatie (S), taak (T), aanpak (A), resultaat (R), reflectie (R).

De manier van vragen hoeft helemaal niet zo direct te zijn; het kan voor jou als kandidaat lastig zijn deze methode meteen te herkennen. Vooral als je spontaan en enthousiast aan het praten bent, kun je niet in de gaten hebben dat er geraffineerd doorgevraagd wordt. Goede voorbereiding en training helpen je je kwaliteiten overtuigend en specifiek te illustreren.

 

 

De MEER WAARDE BENADERING, de beste voorbereiding op een criterium gericht interview

 

Laat ik je eerst even iets verklappen. Misschien heb je het gelezen op mijn site. Tot tien jaar terug was ik docent bij Saxion Hogescholen. In die hoedanigheid heb ik onder andere selecteurs getraind in het afnemen van een criteriumgericht interview, een vorm van selectiegesprek. Daarin wordt met name gewerkt met de STARR-methode.

Je bent bij mij dus aan het goede adres om je goed voor te bereiden op sollicitatiegesprekken.

Ik oefen je erin om je kwaliteiten te illustreren aan de hand van concrete succesmomenten uit je loopbaan, waarbij je de situatie, je verantwoordelijkheid, jouw acties en het resultaat op een natuurlijke manier in je succesverhalen vervlecht.

 

Dat het werkt kan ik je laten zien in het volgende voorbeeld.

Een van mijn coachklanten kreeg in een selectiegesprek een hypothetische situatie voorgelegd. Proactief stelde hij voor een eigen situatie te beschrijven met vergelijkbare problematiek. Dat verhaal hadden we kort daarvoor bij de coaching samen geoefend. Hij had het verhaal scherp voor ogen en hij had een beeld van de kwaliteiten die hij met dat verhaal kon illustreren.

Mede hierdoor heeft hij de superbaan veroverd. Zijn ware succeservaring was het bewijs van zijn kwaliteiten: The proof of the pudding is in the eating!

 

Ik ben heel benieuwd naar jouw ervaringen met het criteriumgerichte interview. Wil je ze delen? Ik lees je reactie graag.

 

 

 

 

Hoe om te gaan met een afwijzing bij een sollicitatie.

 

Is het jou ook wel eens overkomen dat je uren hebt zitten zwoegen op een sollicitatiebrief en dat je dan toch een afwijzing krijgt? Dat je denkt dat je optimaal in een profiel past en dat je dan toch niet uitgenodigd wordt voor een gesprek?

Of dat je zelfs twee keer op gesprek bent geweest voor een vacature en dat je het dan toch niet wordt?

Dat doet pijn. En dat is heel begrijpelijk

Lees meer

Met grote regelmaat krijg ik vragen van mensen die hun loopbaan willen plannen.

Zo schrijft bijvoorbeeld een van mijn potentiële coachklanten in zijn e-mail: “Ik wil na jaren dezelfde baan wel eens iets anders, maar ik weet eigenlijk niet wat. En ik weet ook niet hoe ik daar kom”.

In hoeverre is een loopbaan eigenlijk te plannen? Hangt een loopbaan niet van toevalligheden aan elkaar?

 

Vraag eens aan mensen hoe ze op hun huidige werkplek terecht zijn gekomen. Gegarandeerd dat je heel verschillende antwoorden krijgt.

De een heeft vast al heel vroeg een beeld gehad van zijn ideale werk en daar stapsgewijs naartoe gekoerst. Een ander is veel intuïtiever te werk gegaan, inhakend op kansen en mogelijkheden die zich hebben voorgedaan.

Hoe is dat voor jou? Wat is een aanpak waar jij je goed bij voelt? Ben jij vanuit jezelf geneigd om planmatig te werk te gaan? En voelt het voor jou prettig om allereerst helder zicht te hebben op de voor jou ideale baan?

Of ben jij iemand die vooral intuïtief keuzes maakt? En rustig afwachtend open staat voor wat er op jouw pad komt? Jij hebt dan waarschijnlijk ook geen loopbaandoelen voor de lange termijn. En wellicht ben je daar ook heel tevreden mee.

Het lijkt heerlijk om een duidelijk loopbaandoel voor ogen te hebben. Zeker als je van nature geneigd bent om zaken planmatig en gestructureerd aan te pakken. Maar is een loopbaan eigenlijk wel te plannen?

 

Is een loopbaan wel te plannen?

© foto: Martin Langbroek

 

Helaas lopen zaken in de praktijk vaak anders dan gepland. Soms kun je een mooi loopbaanpad voor jezelf uitstippelen, maar loopt het toch anders. Je hebt namelijk niet alles in de hand. Zo gaat bijvoorbeeld de organisatie van je partner fuseren en hij wordt overgeplaatst. Of jouw ideale baan blijkt toch niet te zijn wat je dacht.

Mijn visie zal je dan ook niet verbazen: een loopbaan is eigenlijk nauwelijks te plannen.

Maar het is zeker wél een goed idee om een ontwerp te maken van je loopbaan. Liefst met potlood, zodat je af en toe wat kunt gummen en je ontwerp bij kunt stellen. Afhankelijk van ontwikkelingen in jouzelf of daarbuiten.

 

Wat zijn jouw ervaringen met een loopbaanplan? En wil je ze delen? Ik lees het graag.

 

 

 

Hoe je door focus kansen ziet en herkent

 

Onlangs had ik een oriënterend gesprek met Mirjam. Mirjam heeft rechten gestudeerd. Door een verhuizing en de geboorte van haar kindje heeft zij ruim drie jaar niet meer buitenshuis gewerkt. Ze wil graag weer aan de slag. Werken als projectsecretaris spreekt haar aan. We starten een traject. Nog voor de eerste coachbijeenkomst ziet zij ‘toevallig’ een mooie vacature. En ‘toevallig’ krijgt zij de baan.

Maar is dat echt toevallig? En als het allemaal zo gemakkelijk gaat, hoef je dan geen loopbaanplan meer te maken?

Zeker in de huidige tijd is het plannen van een loopbaan moeilijk. De arbeidsmarkt is sterk in ontwikkeling. Beroepsbeelden vervagen en functies veranderen. Het is lastig in te schatten waar in de toekomst vooral behoefte aan is. En technologische ontwikkelingen zijn sterk van invloed op de wereld van arbeid en beroep.

Betekent dat dan, dat je maar helemaal geen plan moet maken om je loopbaan te ontwikkelen? Moet je maar wachten op wat er toevallig op je pad komt? Ik denk van niet. Dat gaat namelijk niet werken.

 

Toeval in je loopbaan bestaat niet

© foto: Martin Langbroek

Toeval in je loopbaan bestaat niet

 

Ook al noemen sommigen dat wel. Je denkt wellicht dat je toevallig die vacature zag. Of dat je toevallig iemand sprak die op zoek was naar een professional als jij. Maar toeval in je loopbaan bestaat niet.

De ervaring van Mirjam is een mooi voorbeeld van ‘gepland toeval’, ‘planned happenstance’. ‘Gepland toeval’ gaat over het zien en herkennen van kansen. Heb je geen beeld van wat jou interesseert en van waar jouw kansen liggen? Dan zul je die kansen ook niet herkennen, ook al komen ze op je pad.

Door het traject te beginnen, had Mirjam energie vrij gemaakt en was zij gefocust. En zag zij kansen die zij eerder niet zag. “Ik heb het gevoel dat het in een stroomversnelling is gegaan”, aldus Mirjam. “Wellicht dankzij het in gang zetten van het traject bij jou”.

 

 

‘Gepland toeval’ als benadering van loopbaanontwikkeling

 

Die insteek wint de laatste jaren sterk aan populariteit. Temeer omdat loopbanen steeds moeilijker te plannen zijn. Gedacht vanuit ‘planned happenstance’, kun je de loopbaan zien als iets wat zich geleidelijk ontvouwt. En waarbij je gebruik maakt van de kansen die zich voordoen.

Bij ‘gepland toeval’ volg je je nieuwsgierigheid en stem je af op die activiteiten waartoe je je aangetrokken voelt. Niet voor niets zie je kansen vaak pas op het moment dat je er op gefocust bent. En dat is geen toeval. Zo zag Mirjam de vacature voor projectsecretaris, omdat ze voor zichzelf heel helder had dat ze dát werk wilde doen.

Het toeval was min of meer gepland. Mirjam was erop voorbereid om haar voordeel te doen met de kans die zich voordeed, omdat ze wist wat haar interesses zijn. Ze was ontvankelijk voor wat zich aandiende en stond klaar om daarop te reageren.

 

 

Is het dan nog wel zinvol om een loopbaanplan te maken?

 

Als een loopbaan toch nauwelijks te plannen is. Jazeker. Het is belangrijk om je een beeld te vormen van je ideale baan. En van daaruit mogelijkheden uit te stippelen. Dat geeft richting. Dat geeft focus. En dat helpt om kansen en mogelijkheden te zien.

Maar herken en erken dat de toekomst niet te voorspellen en eigenlijk dus onzeker is. Ga flexibel om met veranderende omstandigheden. Houd voor ogen dat onverwachte gebeurtenissen kansen kunnen bieden. En maak er geen probleem van als je het even niet meer weet.

Zo kun je mooi een mix van beide benaderingen hanteren in je werkleven.

 

 

Heb jij zelf een mooi voorbeeld van ‘gepland toeval’ en wil je jouw ervaring delen? Ik zie je reactie graag tegemoet.

 

 

 

 

Zeven stappen om effectief te netwerken

 

Onlangs had ik een afspraak met een coachklant die aan het werk wil als trainer. Ze kent het werkveld echter onvoldoende. Misschien ben jij ook nieuwsgierig naar een bepaald werkveld. Of heb je een specifieke vraag over iets waarover jij onvoldoende kennis hebt. Dan is netwerken heel zinvol.

Maar hoe pak je dat aan, dat netwerken? Hoe begin je?

In dit artikel lees je hoe je een effectief netwerkgesprek kunt voorbereiden en aan de weet kunt komen wat jij weten wilt.

 

Waar en hoe beginnen met netwerken

 

Stap 1 Bepaal waarom je wilt netwerken

 

In het voorbeeld van mijn coachklant is het belangrijk om voordat ze gaat netwerken haar doel te bepalen, met de bijbehorende vragen: Wat wil ik ermee bereiken? Of wat wil ik specifiek aan de weet komen?

Stel dat je wilt gaan werken als trainer/coach op het terrein van teambegeleiding. Daarvoor is het nodig dat je onderzoekt in welke sectoren er behoefte is aan jouw talent. Jouw netwerkdoel zou kunnen luiden: aan de weet komen in hoeverre er binnen het bank- en verzekeringswezen en het onderwijs behoefte is aan trainers.

Of je bent geïnteresseerd in een opleiding oplossingsgericht managen en coachen. Jouw doel met netwerken zou kunnen zijn: aan de weet komen in hoeverre er behoefte is aan mensen die specifiek geschoold zijn in die richting. En welke specifieke opleidingen het beste aangeschreven staan in de markt.

 

 

Stap 2 Breng je netwerk in kaart

 

Wie zitten er allemaal in je netwerk?

Schrijf maar eens op welke mensen je kent, die voor jouw doel van betekenis kunnen zijn. Pak je adresboek erbij. Misschien heb je een mapje met visitekaartjes? Ook een oude almanak of een smoelenboek van je studietijd is een waardevolle bron van informatie. Dat geldt ook voor een namenlijst van oud-docenten, oud-collega’s misschien.

Je zult zien dat je heel wat mensen kent. Ook al denk je misschien dat je nauwelijks een netwerk hebt. Iedereen heeft een netwerk. Denk alleen al eens aan je familie, je vrienden, je buurtgenoten, je sport- of fitnessmaatjes. Het is alleen de kunst om met ’ongewone’ ogen naar je ’gewone contacten’ te kijken. En dan blijkt soms de buurman een waardevol netwerkcontact te zijn.

 

 

Stap 3 Breid je contacten uit

 

Als je eenmaal bezig bent met netwerken, zal je netwerklijst snel groeien. Je krijgt een soort sneeuwbaleffect.

Een handig hulpmiddel daarbij is LinkedIn. Maak je profiel aan, mocht je dat nog niet hebben. Ga op zoek naar mensen die je op je netwerklijst hebt staan. Als je ze gevonden hebt op LinkedIn, stuur ze een berichtje en vraag of ze met jou willen connecten. Ben je geconnect, scroll dan ook eens door de connecties van jouw netwerkcontact. Grote kans dat je mensen tegenkomt die ook jij kent. Je zult zien dat je jouw lijst gestaag kunt laten groeien. En zeker niet onbelangrijk, je zult ervaren hoe leuk het is om contacten te hernieuwen.

 

 

Stap 4 Maak een overzicht van de voor jou slimme volgorde waarin je deze contacten wilt benaderen

 

Ga door je eigen gemaakte lijst met contacten en bepaal wie je het eerst gaat bellen of mailen voor een afspraak.

Het is slim om te starten met mensen die relationeel dicht bij je staan en die jou goed kennen. Dan kun je in een vertrouwde omgeving oefenen met het voeren van netwerkgesprekken. Heb je eenmaal wat ervaring opgedaan met netwerken, dan is het ook gemakkelijker voor je om mensen te benaderen die je minder goed kent.

Maak daarbij gebruik van ‘deuropeners’; mensen die figuurlijk voor jou alvast de deur bij jouw netwerkcontact op een kiertje kunnen zetten. Zo ben ikzelf bijvoorbeeld regelmatig ‘deuropener’ voor mijn coachklanten. Ik stuur dan een e-mail naar een netwerkcontact van mij, waarvan ik weet dat deze van betekenis kan zijn voor mijn coachklant. Ik vraag of mijn coachklant hem of haar mag bellen voor een afspraak.  Dat is eigenlijk altijd oké. Bovendien heeft het werken met verwijzers het grote voordeel dat het contact dan ook al is ‘opgewarmd’. Jij hebt vast ook mogelijke ‘deuropeners’.

 

 

Stap 5 Schrijf de vragen op die je wilt stellen

 

Lees je eerst in. Bestudeer bijvoorbeeld de website van de organisatie waar je netwerkcontact werkt. Lees artikelen over het vakgebied of het werkveld waarin jij wilt werken. Of over de thema’s waarmee jij aan de slag wilt gaan; bijvoorbeeld oplossingsgericht managen en coachen of cultuurverandering in organisaties.

Maak dan een lijst met vragen. Verdoe geen kostbare tijd van je gesprekspartner. Vermijd vragen waarop je het antwoord had kunnen weten, als je je ingelezen had. Stel zoveel mogelijk open vragen. Bereid je vragen in grote lijnen voor. Later, in het gesprek, spits je ze toe op de persoon die je spreekt.

 

 

Stap 6 Maak een planning en maak afspraken

 

Voor het maken van een afspraak is telefonisch contact het meest effectief. Maak bij voorkeur een afspraak voor een persoonlijk gesprek. Maar wat moet je dan zeggen als je gaat bellen?

Bereid je introductie goed voor. Noem je naam en indien van toepassing de naam van de persoon die jou heeft doorverwezen. Vertel kort en bondig wat het doel is van het contact en wat je van de persoon wilt.

Bijvoorbeeld:

“Ik ben Kitty Meijer. Ik heb van Marlène Langbroek begrepen dat ik u mag bellen om een afspraak te maken. Zoals u van Marlène al gehoord heeft, ben ik me aan het oriënteren naar opleidingsmogelijkheden richting intervisie, supervisie en het geven van trainingen. Ik ben vooral erg geïnteresseerd in oplossingsgericht werken.

Ik zag op uw website dat u een Master ‘Solution Focussed Management and coaching’ gedaan hebt. Bovendien ook nog een opleiding tot supervisor. Ik stel het heel erg op prijs dat u met mij in gesprek wilt gaan. Uw ervaringen zullen mij zeker helpen om tot een goede keuze te komen. Zelf denk ik dat we in een half uur/drie kwartier al heel veel kunnen bespreken. Wat is voor u een goed moment om af te spreken?”   

 

 

Stap 7  Het netwerkgesprek voeren

 

Kijk wat je echt van deze persoon wilt weten. En spits je vragen daarop toe. Het is ook goed om je te houden aan je vragen. Mocht je gesprekspartner gaan uitweiden over een onderwerp, dan kun je het gesprek sturen met de opmerking “Dat is goed om te weten. De volgende vraag die ik heb is…..”

Heb je je gesprek afgerond, vraag altijd naar tips, ideeën met wie je nog meer zou kunnen gaan praten. En vergeet natuurlijk niet om je gesprekspartner te bedanken.

 

 

Heb je eenmaal een begin gemaakt met netwerken, dan zul je merken dat netwerken je veel nieuwe contacten en een schat aan informatie oplevert.

En dat niet alleen. Netwerken is ook erg leuk om te doen. Ikzelf kan erg genieten van het uitbreiden en hernieuwen van contacten. Het houdt me scherp. Het prikkelt me. Ik blijf up to date. En ik vind het mooi om anderen deelgenoot te maken van mijn netwerk. En hen daarvan te laten profiteren.

Dat laatste geldt niet alleen voor mij. Het is mijn ervaring dat ook anderen graag hun interesse en kennis delen. En hun netwerk. En dat is het mooie van netwerken. Delen, elkaar iets gunnen, daar draait het om.

 

Bedenk ook eens voor wie jij als netwerkpartner of ‘deuropener’ kunt fungeren. En biedt het concreet aan in een gesprek dat je met iemand voert.

 

Wat zijn jouw ervaringen toen je begon met netwerken? En wil je je ervaringen delen? Ik lees het graag.