Een lange e-mail heeft hij me geschreven.

Na het ondertekenen van de vaststellingsovereenkomst is hij voortvarend aan de slag gegaan.

Hij heeft al volop gesprekken gevoerd met potentiële nieuwe werk- of opdrachtgevers.

Het lijkt erop dat er voor hem volop kansen zijn op de arbeidsmarkt.

Ook al moet natuurlijk nog blijken of interessante en prettige gesprekken daadwerkelijk leiden tot een mooie baan.

Deels is al duidelijk dat aanvankelijk enthousiasme van gesprekspartners bij nader inzien wat getemperd wordt.

Bijvoorbeeld uit bedrijfseconomische overwegingen.

 

Op dit moment ligt zijn focus op twee leuke bedrijven met naar zijn zeggen sympathieke mensen en mogelijkheden.

Maar terecht vraagt hij zich af:

Wat wil ik nou eigenlijk?

 

Bij beide bedrijven moet hij nog een vervolggesprek voeren.

Naar aanleiding daarvan zegt hij:

Ik heb dus nog wel even”.

En:

“Ik zal de komende week gaan werken aan je opdrachten om je ook munitie te geven om vanuit jouw expertise mijn keuzeproces mogelijk te maken.”

 

Aan het uitwerken van die opdrachten is hij door de vele gesprekken die hij in korte tijd heeft gevoerd, nog niet toegekomen.

Vanuit mijn perspectief wordt de vraag ‘Wat wil jij zelf?’ steeds nijpender.

Het is dan ook goed dat hij zichzelf die vraag stelt.

En zich realiseert dat het antwoord op die vraag belangrijk is voor zijn zoekproces en de keuzes die hij daarin maakt.

 

Want vanuit mijn perspectief volgt hij tot nu toe de omgekeerde weg.

Hij volgt nu het pad van verkennen van mogelijkheden die bij hem zouden kunnen passen.

De mogelijkheden die zich voordoen zijn het uitgangspunt.

En hij kijkt vervolgens waar hij het beste in zou kunnen passen.

 

In mijn visie en aanpak ben jij het uitgangspunt.

Jij bent de bron.

 

Je hebt een helder beeld van je wilt.

Vervolgens ga je onderzoeken welke concrete mogelijkheden op de arbeidsmarkt passen in het profiel van jouw ideale werk.

 

Dat doet me weer denken aan een uitspraak van een van onze zonen, jaren geleden; “Ik pas die broek”.

In plaats van “Die broek past mij”.

Wat wil ik zelf nou eigenlijk?

Welke positie kies je? Wie of wat plaats je in het middelpunt?

Zeker bij zoiets belangrijks als werk, lijkt het mij cruciaal om jezelf in het middelpunt te zetten.

Dus jij als uitgangspunt.

 

Bepaal welke van jouw kwaliteiten je relatief het liefste inzet in het werk dat je doet en waar je relatief ook het beste in bent.

Onderzoek wat voor jou een omgeving is waarin jij goed gedijt.

Gedij je bijvoorbeeld het best in een klein familiebedrijf of bij een grote organisatie?

En waaraan wil je een bijdrage leveren?

Is dat bijvoorbeeld aan de groei/ontwikkeling van een organisatie of is dat bijvoorbeeld aan de kennisverbreding op jouw vakgebied?

Hoe ziet het profiel van je ideale werk eruit?

Wat wil je, waar wil je dat en wat is verder daarbij belangrijk?

 

Als je het bovenstaande scherp hebt, dan heb je criteria waar je keuzes aan af kunt meten.

Die criteria kun je zelfs nog een wegingsfactor meegeven.

 

Er zijn dus nogal wat afwegingen waarvan ik denk dat het goed is om die te maken, alvorens te komen tot een keuze.

Als werk tenminste meer voor je betekent dan alleen een bron van inkomsten.

 

 

Zou je wel ander werk willen, maar ben je geneigd om vooral te zoeken naar vacatures?

Om aan de hand van de beschrijving te beoordelen of je daarin past?

Bepaal eerst eens wat je zelf wilt. En onderzoek dan welke opties daarin passen.

Kom je daar zelf niet uit en kun je wel wat hulp gebruiken? Je weet me te vinden.

 

 

 

 

In mijn normale doen kijk ik nauwelijks televisie.

Maar hier in Portugal willen we ’s avonds nog wel eens een serietje kijken of een film op Netflix.

Want leeswerk heb ik dan overdag al gedaan en socializen in de avond is er in the middle of nowhere niet bij.

Dus lekker de houtkachel aan en knus een aflevering van een serie of een film kijken, samen met M.

Geïnspireerd door een van mijn connecties keken we ‘Hugo’ van Martin Scorsese, op Netflix.

Helaas niet in 3D, zoals die oorspronkelijk is gemaakt en bedoeld.

In 3D is die vast fascinerender, doordat je letterlijk meegenomen wordt in het verhaal.

 

Het verhaal is gebaseerd op een kinderboek.

Maar het gaat zeker ook over ‘grote-mensen-dingen’.

Al komen ze dan uit een kindermond.

 

I wonder what my purpose is…”, vraagt Isabelle zich af.

 

Ze wordt gerustgesteld door Hugo:

Everything has a purpose, clocks tell you the time, trains take you to places.

I’d imagine the whole world was one big machine.

Machines never come with any extra parts; you know.

They always come with the exact amount they need.

So, I figured if the entire world was one big machine, all of us were made for a purpose.

I couldn’t be an extra part.

I had to be here for some reason.

And that means you have to be here for some reason, too.”

 

En Hugo vervolgt:

Maybe that’s why a broken machine always makes me a little sad, because it isn’t able to do what it was meant to do.

Maybe it’s the same with people. If you lose your purpose… it’s like you’re broken.”

 

En ja, als je je bestemming kwijt bent, dan ben je op weg naar nergens.

En als je niet weet waarom je doet wat je doet, dan kun je niet vlammen.

 

Als je niet weet waarom je doet wat je doet, dan kun je niet vlammen

 

 

Maar zie er maar eens achter te komen wat jouw bestemming is.

Dat is nog niet zo makkelijk.

Bovendien kan het best spannend zijn.

Want wie weet wat het resultaat is van jouw ontdekkingstocht.

 

Op zoek gaan naar wat je drijft, jouw purpose, is een avontuur.

“We can get into a trouble”, zegt Isabelle.

Waarop Hugo heel relativerend antwoordt:

“That’s how you know it’s an adventure”.

 

En:

“It’s like a puzzle.

When you put it together, something’s going to happen.”

 

En zo is dat.

Ik zie dat ook in mijn coachtrajecten.

Gaande het traject onderzoeken en expliciteren we de puzzelstukjes, voor zover je die je al in huis hebt.

En wordt duidelijk welke stukjes nog ontbreken.

De ontbrekende stukjes verkennen we, geven ze vorm en ‘kleuren’ ze in.

Zodat uiteindelijk de hele puzzel kan worden gelegd en het resultaat zichtbaar wordt.

En jij vol vuur kunt gaan voor wat jij voor ogen hebt.

 

 

Kun jij bij het leggen van jouw puzzel wel wat hulp gebruiken?

Misschien ook wel omdat je de nodige stukjes mist?

Neem gerust contact met me op.

Graag ga ik het avontuur met je aan, om samen jouw puzzel te leggen.

 

 

 

 

Vliegschaamte; onze schoonzoon hoorde voor het eerst het woord en las over het fenomeen toen hij afgelopen zomer in Nederland was.

Hij was helemaal verbaasd.

Onze dochter woont met haar gezin in Californië.

Vliegschaamte kennen ze daar kennelijk niet.

Terwijl het in mijn leefomgeving met regelmaat onderwerp is van gesprek.

Misschien ook in die van jou.

Zodanig dat je je bijna geroepen voelt om te verantwoorden waarom je het vliegtuig pakt in plaats van de auto of de trein.

 

Ik heb het mijn schoonzoon niet gevraagd, maar ik schat in dat ook het woord werkschaamte hem niet bekend is.

Is je schamen kenmerkend voor onze cultuur?

Zijn wij eerder geneigd om ons te schamen voor iets dan bijvoorbeeld binnen de Amerikaanse cultuur?

Dat zou zomaar kunnen zijn.

 

Ken jij het begrip werkschaamte?

Heb je er misschien zelf last van?

Schaam jij je voor wat je niet weet of kunt?

Ben je druk met het verbeteren van je imago, het verbloemen van je zwaktes en het managen van de indruk die je op anderen maakt?

Werkschaamte en druk zijn met het verbloemen van je zwaktes

Als dat zo is, kom uit de kast met je schaamte.

Kruip niet langer weg. Maak de weg vrij om te groeien.

 

De Amerikaanse journalist Emily deed het.

Zij werd continu afgewezen.

Toen ze het zat was, stelde ze zichzelf een bijzonder doel: in één jaar tijd 100 afwijzingen halen.

Uiteindelijk kreeg ze er 107, maar ook 43 acceptaties, waaronder een stuk in The New Yorker.

Naar The New Yorker had ze niet eerder een stuk durven sturen, uit angst voor afwijzing.

Maar nu afwijzing ineens haar doel was, was falen niet langer een optie.

 

Werkschaamte; het kan je druk doen zijn met het verbloemen van je zwaktes.

Of je onzekerheid.

 

Ik zie en hoor het ook in mijn coachtrajecten.

 

Om te beginnen is verbloemen van je zwaktes voor jou als werknemer heel belastend.

Je leidt dan als het ware een dubbelleven.

Dat kost je bakken met energie.

Niet alleen omdat je jouw werk zo perfect mogelijk wilt doen.

Maar ook omdat je jezelf verbergt achter een masker en aan jouw collega’s en leidinggevenden niet kunt laten zien zoals je werkelijk bent.

Je bent voortdurend op je hoede niet door de mand te vallen.

 

Het is dan ook geen wonder dat het je stress geeft.

En op den duur betaal je daarvoor een hoge prijs.

Bijvoorbeeld in de vorm van een burn-out.

 

Hoe heerlijk zou het zijn als je werkschaamte kunt overwinnen?

Als je jouw beperkingen durft te erkennen? En je schaamte op een positieve manier durft in te zetten om je verder te ontwikkelen?

Want ontwikkeling is nodig om je senang te blijven voelen met je werk.

Wat dat betreft is het goed om te weten dat het ontbreken van ontwikkeling, een belangrijke oorzaak is van burn-out.

En een mogelijke reden dat je ontwikkeling tegenhoudt, is dat je je schaamt voor wat je niet weet of kunt.

 

Dus:

Herken je bij jezelf werkschaamte?

 

Zie je werkschaamte onder ogen.

Ga de uitdaging aan.

Verberg je zwaktes niet langer. Maak ze bespreekbaar. Laat ze zien en horen.

Durf te erkennen dat je je soms een beetje of zelfs behoorlijk schaamt voor wat in je werk niet zo lekker gaat.

Pas dan heb je de kans om je schaamte echt te overwinnen.

 

In de eerste plaats ben je daar zelf enorm mee gebaat.

Maar ook jouw werkgever.

Want ook een werkgever deelt mee in de kosten als jij minder productief bent dan je zou kunnen zijn.

En vergeet ook niet de kosten van een burn-out voor een werkgever.

 

 

Heb je geen goed beeld van wat jij nodig hebt om goed te gedijen in je werk?

En hoe het ideale werk er voor jou uit zou kunnen zien?

Neem contact met me op.

Graag ga ik het gesprek met je aan.

 

 

 

‘Ze’ is Jolande Withuis, geboren en alweer heel wat jaren woonachtig in Zutphen.

Toevallig is Zutphen al ruim vijfentwintig jaar ook mijn woonplaats. En in zo’n klein stadje kom je medeburgers nogal eens tegen.

Vorig jaar kwam van Jolande Withuis weer een boek uit, getiteld Raadselvader.

Zo’n titel nodigt mij uit. Op de een of andere manier wordt mijn nieuwsgierigheid dan gewekt.

Ik lees graag biografieën en autobiografische verhalen. Zeker als het verhaal gaat over iemand die ik ken.

Raadselvader heb ik in een ruk uitgelezen.

Ook door de nodige herkenningspunten in het boek.

Niet omdat ik ook een raadselvader heb gehad. Wel omdat ik verschillende locaties herken, die ze beschrijft in haar boek.

En ik het leuk vind om de verhalen daaromheen te lezen.

Door het andere tijdsbestek wordt ons stadje dan weer in een ander daglicht geplaatst.

 

De CPN, de Communistische Partij van Nederland; zegt die jou nog wat?

‘De strijd’, dat kreeg ze van huis uit mee als de zin van het leven. © foto: arindambanerjee / Shutterstock.com

 

Withuis’ vader was journalist bij De waarheid, het dagblad van de CPN.

Over haar vader zegt Jolande:

Mythes, mist, mysterie – mijn vader was er een meester in.

Zijn dood, in 2009, trof mij harder dan ik had verwacht. Met verbazing zag ik de tientallen condoleancebrieven binnenstromen, waaruit bleek dat mijn vader voor veel mensen belangrijk was geweest.”

Ze realiseerde zich dat ze haar vader eigenlijk nauwelijks had gekend. Dat hij zich niet had láten kennen.

En zo begon ze haar speurtocht naar hem en naar hun gedeelde verleden.

De resultaten van die speurtocht lees je in Raadselvader.

 

Jolande Withuis kwam ik weer tegen in het boek De zin van het leven, geschreven door Fokke Obbema.

Misschien herinner je je Fokke Obbema nog van een van mijn vorige e-mails, geïnspireerd op een lunchinterview met hem voor NRC.

Als journalist bij de Volkskrant schreef hij een artikel over de hartstilstand die hij had gehad.

Dat artikel maakte veel los bij de lezers.

Die ervaring riep bij Obbema zelf grote levensvragen op, wat resulteerde in een veertigtal gesprekken met uiteenlopende gesprekspartners.

Bij die gesprekken was steeds de leidende vraag ‘Wat is de zin van ons leven?’.

 

Jolande Withuis was een van de geïnterviewden.

Door het lezen van Raadselvader werd ik nieuwsgierig naar haar antwoord op de vraag ‘Wat is de zin van ons leven?’

‘De strijd’, dat antwoord kreeg ze van huis uit mee als de zin van het leven.

En welke strijd? Zo vraag je je misschien af.

Dat was de strijd tegen het kapitalisme en voor een socialistische samenleving.

Met de paplepel was haar dat ingegoten.

Ze leerde dat ze maar een klein radertje was in een historisch proces.

Ze kreeg niet mee, dat je zelf iets over je leven te zeggen hebt. Dat jouw leven van jou is.

 

Als negentienjarige werd ze CPN-lid.

Een paar jaar later viel ze geleidelijk aan van het communistische geloof af.

Voor haar voelde dat als een verrijking, een bevrijding.

Vanaf dat moment mocht ze genieten van kunst en muziek en had het leven geen vastgesteld doel meer.

Haar levensles?

“Probeer het goed te hebben met jezelf. Als je vriendelijk over jezelf kunt denken, ben je aardiger voor anderen.”

 

Haar antwoord op de vraag ‘Wat is de zin van ons leven?’

Geen. Wij zijn een van de miljoenen organismen op aarde die leven en sterven. We zijn er gewoon.”

En ze zegt:

Als er iets de zin van het leven is, is het wel: je eigen talenten vinden, je eigen wensen, het vak waar je je talenten in kunt ontplooien.

In dat opzicht voelt Jolande Withuis zich heel tevreden.

Wanneer het in mijn leven lekker loopt, komt de vraag naar de zin niet op. Ben ik aan het onderzoeken dan voel ik me gelukkig. Schrijven is de zin van mijn leven.”

 

 

 

Hoe is dat voor jou?

Heb jij je eigen talenten gevonden, je wensen en het vak waar je je talenten in kunt ontplooien?

Zo nee, neem gerust contact met me op.

Graag help ik je om jouw talenten en jouw wensen boven water en scherp te krijgen.

En de koppeling te maken naar hoe jij je wensen kunt realiseren en waar je jouw talenten verder kunt ontplooien.

 

 

 

 

 

Psychologische theorieën, die dagelijks gedrag van mensen in allerlei situaties verklaren, daar ben ik erg in geïnteresseerd.

En ik deel die theorieën graag met jou en mijn coachklanten, omdat ze vaak heel verhelderend zijn.

 

Een voorbeeld daarvan is de psychologie van de ikken.

Dat is de psychologie die ervan uitgaat dat je persoonlijkheid opgesplitst is in delen; subpersonen, kanten van jezelf, stemmen, ikken of energieën.

Bij subpersonen en stemmen moet je dan overigens niet denken aan psychische stoornissen.

Dat we allemaal meerdere ikken in ons hebben, is een normaal en gezond verschijnsel.

Het is een gegeven van onze persoonlijkheid.

 

Zoals ook beschreven in het werk van Assagioli, kun je je persoonlijkheid vergelijken met een bus vol ikken.

 

De psychologie van de ikken; je persoonlijkheid opgesplitst in subpersonen

 

De verschillende ikken zijn jouw passagiers en als het goed is, dan zit jij als chauffeur aan het stuur.

Jouw ikken hebben uiteenlopende ideeën over hoe de bus bestuurd moet worden en laten dat ieder op zijn tijd, ook horen.

Helaas duwen ze jou als chauffeur ook geregeld opzij en nemen zelf het stuur in handen.

 

In een gesprek met een van mijn coachklanten kwam de psychologie van de ikken ter sprake.

Graag wil hij zijn gevoelskant en zijn intuïtie meer inzetten in zijn werk.

In plaats van zijn rationele kant, die nu geregeld de boventoon voert.

 

Volgens de psychologie van de ikken ontwikkel je jouw subpersonen om te overleven en dat begint al vroeg.

Die subpersonen worden gevormd op basis van normen en waarden in je gezinssysteem, de plek waar je woont, je religie, cultuur en wat je in je leven meemaakt.

Ik las daar onlangs mooie voorbeelden van in een lunchinterview met Fokke Obbema in NRC.

Hij vertelt onder andere over zijn hartstilstand, twee jaar geleden.

 

In het interview geeft hij aan, hoe de omgeving waarin hij opgroeide zijn invloed had op de ontwikkeling van zijn subpersonen.

Zo was hij voor zijn hartstilstand naar zijn zeggen strak afgesteld en altijd gericht geweest op presteren.

In termen van de psychologie van de ikken was het zijn pusher die hem hard deed werken.

 

Als kind was het de manier om liefde van mijn ouders te krijgen.”

Zijn moeder was docent Nederlands op een gymnasium en zijn vader was specialist in Middeleeuwse handschriften en hoogleraar.

Zijn vader wilde dat zijn zoon ook de wetenschap in ging en had de route voor hem uitgestippeld.

 

Maar Fokke Obbema maakte zijn eigen keuze.

In 1991 begon hij bij de Volkskrant en in 2002 werd hij correspondent in Frankrijk.

Zijn gedroomde baan, maar wel hard werken om, zoals hij zegt, zijn bestaan daar te rechtvaardigen.

Wellicht speelde zijn innerlijke criticus daarbij een grote rol.

 

Bij zijn terugkeer, in 2007, met vrouw en dochter en een tweede dochter op komst, had hij bedacht dat hij over zingeving wilde schrijven.

Hij naar Pieter Broertjes, de hoofdredacteur.

„Die zei: ontzettend leuk idee, maar we hebben een chef economie nodig. Dus brave soldaat die ik ben, is het dat geworden.” (Brave soldaat als subpersoon)

 

Een jaar later brak de kredietcrisis uit, weer hard werken.

In 2010 solliciteerde hij naar de baan van Pieter Broertjes, maar die kreeg hij niet.

Hij kreeg een regeling waardoor hij een boek over China en Europa kon schrijven.

En de zin van het leven?

„Die was voor mij alle bordjes in de lucht houden. Je zit in de fase met jonge kinderen, je vrijheidsgraden zijn klein en je probeert controle over je leven te houden.

En in die controle was ik nogal afstandelijk”. (De controleur, als subpersoon)

 

Met het afstandelijke bedoelde hij, dat hij niet het diepere contact met de mensen om zich heen zocht en er vaak niet echt voor hen was.

Hij was altijd half of helemaal met zijn hoofd bij zijn werk.

„Geen zwakte laten zien, weinig emotie. Ik praatte er wel over, maar bij wijze van spreken achter een scherm.”

 

En had hij een hartstilstand nodig om dat te veranderen?

Veranderingen zijn altijd gradueel. Het is niet zo dat ik nu de hele tijd met een neergeklapt scherm door de wereld loop en overal voor opensta.

Maar in mijn beleving is er wel een verschil, ja.

Ik durf kwetsbaarder te zijn, ook tegenover mijn vrienden. Het hoeft niet alleen maar over successen te gaan, of over de vakantie in Toscane en hoe lekker de witte wijn was.

De pijnlijke dingen mogen benoemd worden”.

 

En die openhartigheid over de stress en onzekerheid na zijn redding heeft hem veel opgeleverd.

Bijvoorbeeld betere gesprekken met zijn vrienden.

Zelf noemt hij het „meer vrouwelijke” gesprekken.

 

 

 

Wacht niet af tot je onderuitgaat, omdat je niet meer aan het stuur zit.

Of ongelukkig bent met de subpersonen die in je leven de boventoon voeren.

Laat je inspireren door Ik (k)en mijn ikken.

En laat het me horen als je het gesprek aan wilt gaan over en met jouw ikken.

 

 

 

 

Daar wilde Ellie Lust werken.

Afgelopen zaterdag las ik een interview met haar in NRC.

Misschien ken je haar van Opsporing Verzocht, Wie is de Mol? of Ellie op patrouille.

Als kind wilde ze al bij de politie.

Ze vond het stoer en te gek werk.

Maar misschien nog belangrijker voor haar was, dat de Politie een plek was waar naar rechtvaardigheid werd gestreefd.

Kennelijk was ze als roodharig meisje gepest.

Mede daarom waren de verzetsverhalen van haar grootvader voor haar belangrijk.

En herinnert ze zich nog altijd het opschrift bij een standbeeld op een pleintje in Oostzaan waar ze elke dag met haar tweelingzus langsliep: ‘Waar recht tot onrecht wordt, wordt verzet tot plicht.

 

Ze is nu bijna een jaar weg bij de politie en doet nu TV-werk.

Ze geeft te kennen wel geworsteld te hebben met de vraag of TV-werk voor haar wel zinvol genoeg is.

Want als je voor de politie werkt, dan heeft dat per definitie maatschappelijk impact.

En als je voor de TV werkt?

 

Ze wil in elk geval iets doen waarmee ze nog steeds iets mag betekenen voor de mensen.

Het is voor haar de vraag of Ellie op Patrouille dat is.

 

Het sterkt haar dat veel mensen het een leuk programma vinden.

Ze probeert in elk geval bewust goede keuzes te maken met betrekking tot de programma’s die ze maakt.

Zodat ze achter de doelen van haar werk kan blijven staan.

 

Want, als je je niet kunt verenigen met de doelen van je werk, dan gaat er iets wringen op zingevingsgebied.

 

Cruciaal is een goede match tussen persoonlijke waarden en doelen van je werk

 

Een paar mooie voorbeelden daarvan las ik in het boek Werk verzetten van Henk Steenhuis.

Het zijn tevens voorbeelden van hoe je als werknemers invloed kunt ontwikkelen op de doelstellingen van je werkgever.

 

Zo hebben medewerkers van Nutricia zich verzet tegen genetisch gemodificeerde groenten in babyvoeding.

Als die groente in de babyvoeding zou worden gestopt, dan wilden zij die voeding niet meer aan hun eigen kinderen geven.

Dat argument was doorslaggevend voor hun werkgever.

 

En zo kreeg Roger van Boxtel, die in 2015 voor één jaar werd benoemd als president-directeur van NS, de opdracht de rust en het vertrouwen te herstellen bij de spoorwegen.

Dat bleek ook wel nodig.

Want van Boxtel kreeg van medewerkers te horen dat ze het gevoel hadden voor een criminele organisatie te werken.

En als je jezelf niet wilt vereenzelvigen met een crimineel, dan wil je als werknemer niet voor zo’n organisatie werken.

 

 

En nu aan jou de vraag ‘Hoe zit jij in je werk?’.

Hoe zou je de doelen formuleren van de organisatie waar je werkt?

Is er voor jouw gevoel een goede match tussen jouw persoonlijke waarden en de waarden die men hanteert in de organisatie waar je werkt of waarvoor je werkt?

Zo nee, waarin verschillen die waarden?

Hoe zorgen die verschillen voor wrijving?

Met wie zou het zinnig zijn het gesprek aan te gaan over die verschillen tussen jouw persoonlijke waarden en de waarden in je werk?

 

En welke bijdrage levert de organisatie waar je werkt?

In hoeverre matcht dat met waar jij een bijdrage aan wilt leveren?

Heb je überhaupt een beeld van waar jij een bijdrage aan wilt leveren met het werk dat je doet?

 

 

Heb je het gevoel dat er geen goede match is tussen jouw persoonlijke waarden en de doelen van je werk?

Het in jouw huidige werk wringt op zingevingsgebied?

Zou je daarover het gesprek aan willen gaan buiten je werk?

Neem gerust contact met me op.

Graag maak ik tijd voor je vrij.

 

 

 

 

En niet om geld te verdienen.

Dat is de rotsvaste overtuiging van Ricardo Semler, Braziliaanse ondernemer en bestsellerauteur.

Die overtuiging stamt al uit de jaren 80.

Toen nam hij het machinebedrijf Semco van zijn vader over en raakte overspannen.

 

Hij besloot daarop een bedrijf te creëren waarin hij zelf graag zou willen werken.

Hij ontsloeg eerst 2/3 van het zittende management.

Vervolgens liet hij de rest van het personeel alles zelf bepalen; de werktijden, het salaris en ook hun managers.

Ook dat laatste pakte in de praktijk goed uit, want medewerkers kiezen iemand aan wie ze hun succes willen toevertrouwen.

 

Hij stelde fabriekscomités in, met vertegenwoordigers van alle bedrijfsfuncties.

Die comités kregen de bevoegdheid om te beslissen over alle aspecten van productie en verkoop.

Werknemers werden gezien en behandeld als de volwassenen die ze zijn.

Regels en procedures werden bijna volledig overboord gezet.

 

Voor zijn hotel Boutanique werden de medewerkers gekozen op basis van de vraag: mag je hem of haar? Wil je met hem of haar werken?

De mensen die de selectie deden, hadden geen lijst met competenties. Het was dus een keuze op basis van intuïtie.

 

Bij zo’n organisatie zou mijn coachklant graag werken.

Of mooier nog, als coördinator een organisatie managen volgens de ideeën van Semler.

 

Want waar hij nu zit, trappen directeur en MT naar zijn mening regelmatig op de rem.

Jarenlang heeft hij als freelancer gewerkt.

Hij ziet creatieve oplossingen, maar ziet het bedrijf geen keuzes maken.

Werk kost hem veel energie en hij krijgt er geen energie voor terug.

Hij krijgt geen waardering voor zijn werk en kan in zijn werk niet zichzelf zijn.

 

Hij is dan ook op zoek naar werk waarin hij zich nuttig kan voelen.

In een pure en oprechte omgeving.

Het is dan ook geen wonder dat het gedachtegoed van Semler hem aanspreekt.

Zowel bedrijfsgericht als mensgericht.

 

Toevallig (hoezo toevallig?) zag ik op de dag van het gesprek met mijn coachklant, een documentaire van IMU BV; de Internet Marketing Unie.

Tonny Loorbach en Martijn van Tongeren zijn de eigenaren.

De manier waarop zij hun organisatie hebben vormgegeven doet me denken aan de ideeën van Semler.

 

Ik vind het mooi om van hen te horen dat ze bij de selectie van nieuwe medewerkers in de eerste plaats kijken naar de persoon; of die past in de groep.

Of ze met zo iemand graag een biertje zouden drinken.

En of ze graag samen op vakantie zouden gaan.

Het team moet volgens hen het gevoel geven van een hechte familie.

 

En bij selectie kijken ze eerder naar de potentie van een persoon dan naar zijn skills.

 

De medewerkers krijgen veel vrijheid.

Vrijheid zonder eenzaamheid is hun slogan. En in vrijheid verbonden.

Medewerkers hebben geen omlijnde functies, maar verantwoordelijkheden die ze in vrijheid in kunnen vullen.

Hoe ze dat willen doen en waar ze dat doen, is aan hen.

 

Ik vind het ook mooi hoe Tonny Loorbach onder één paraplu inmiddels zes bedrijven heeft en een zevende in de opstart.

En om te groeien moet je durven loslaten, zegt hij.

 

Dat geldt ook voor jou.

Zeker als je niet gelukkig bent met het werk dat je doet.

 

Verandering is eng en mensen doen niet graag enge dingen.

Tenminste, de meesten niet.

Conservatisme kun je zien als een uiting van angst.

Het is een fundamentele menselijke angst om controle kwijt te raken, om het onbekende te omarmen.

Mensen willen geen controle loslaten, omdat ze dan de richting niet kunnen bepalen.

 

Volgens Semler zijn we hokjesmensen geworden en leven we in hokjesverband.

 

Mensen werken om zich goed te voelen, ergens bij te horen en een bijdrage te leveren

 

Ons leven is ingekaderd.

Zodanig dat voor veel mensen alleen iets ingrijpends hen tot verandering kan brengen.

Bijvoorbeeld een ernstige ziekte, een burn-out, een ontslag.

 

 

Durf uit je kader te stappen.

Sluit het verleden af en kijk met nieuwe ogen wat de wereld je brengt.

En wie weet, blijkt onvoorspelbaarheid een van de mooiste dingen in het leven.

Ook voor jou.

 

 

Vind je het te spannend om op eigen houtje het avontuur aan te gaan?

Graag loop ik als gids met je mee.

Je weet hoe je me kunt contacten.

 

 

 

 

Dominee James Cleveland nodigt alle bezoekers daartoe uit.

Dat is inmiddels al bijna vijftig jaar geleden, maar nu te zien in de concertfilm Amazing Grace.

De film Amazing Grace is de registratie van twee optredens van Aretha Franklin in de Afro-Amerikaanse New Temple Missionary Baptist Church in de wijk Watts van Los Angeles.

Bij die registratie was het niet helemaal goed gegaan.

Sydney Pollack, de regisseur, had geen ervaring met het maken van muziekfilms. Hij was vergeten de clapperboards mee te nemen.

Die heb je nodig als je later beeld en geluid wilt synchroniseren.

Je hebt zo’n clapperboard vast wel eens gezien. Je weet wel, zo’n beschrijfbaar bord met een scharnierend deel dat hoorbaar tegen het bord kan worden geklapperd.

Op zo’n board wordt bij een filmproductie aangegeven om welk camerastandpunt, welke scène en welke take het gaat. Soms ook om welke productie het gaat en welke regisseur erbij betrokken is.

 

Laat je horen en participeer als je de geest krijgt

 

Maar goed, die clapperboards was Sydney Pollack dus vergeten.

En het werd echt monnikenwerk om beeld en geluid goed gesynchroniseerd te krijgen.

Maar dat was nog niet alles.

Toen de film eenmaal klaar was, verzette Aretha Franklin zich tegen het alsnog uitbrengen van de film. Om onduidelijke redenen.

Maar nu kun je de film zien.

En het schijnt een revelatie, een openbaring te zijn.

 

‘Hoe Aretha Franklin de geest kreeg’; de kop van het artikel in NRC trok mijn aandacht.

Wellicht ken jij ook van die momenten dat je de geest krijgt. Bijvoorbeeld dat je ineens je huis gaat opruimen, terwijl je al tijden tegen de rommel aankijkt en er niets gebeurt.

Of dat je ineens gaat sporten of anderszins een gezonde wending aan je levensritme geeft.

 

Maar wat is dan die geest? Is het een moment van inspiratie of gewoon een spontane energie boost?

Een spontane energie boost alleen is volgens mij niet genoeg om de geest te krijgenDe geest krijgen heeft vooral te maken met inspiratie.

Waardoor energie vrijkomt.

In de film nodigt dominee James Cleveland bezoekers uit om zich te laten horen en te participeren als ze de geest krijgen.

Als ze geïnspireerd worden door het optreden van Aretha Franklin, het begeleidende koor, de musici en de hele entourage.

En als je de beelden ziet, dan is het meer dan inspiratie. Het is eerder vervoering.

 

Het krijgen van de geest; een moment van helder inzicht of een helder weten. Ineens zien, weten en voelen dat het anders kan of moet.

Dat kan ook op het gebied van werk.

Dat je ineens de geest krijgt en voor jezelf heel helder hebt dat je het huidige werk niet langer wilt doen. En dat het tijd is om jouw bakens te verzetten.

Of dat je tot de conclusie komt dat alleen het door werken van een zelfhulpboek jou niet gaat helpen om jouw koers naar de toekomst uit te stippelen.

Ik hoor het met regelmaat van potentiële klanten, die contact met me leggen. Gisteren zelfs drie.

 

Het is ook slim om je op zo’n moment mee te laten nemen in de flow en gebruik te maken van de energie die vrijkomt om zaken naar jouw hand te zetten.

Want grijp je het moment van helderheid niet, dan loop je het risico dat als vanzelf een verdedigingsmechanisme in gang wordt gezet. Een mechanisme met als doel om alles bij het oude te houden.

Daar zit je dan met je ingeving en direct begint een interne dialoog met een sluwe gesprekspartner. De interne saboteur die heel goed weet hoe die jou ertoe kan aanzetten om alle plannen te laten varen. Of op zijn minst uit te stellen.

Wees hem voor en gun hem geen spreektijd. Neem een besluit.

 

 

Maak je interesse kenbaar voor het programma ‘Bouw je ideale loopbaan’.

En twijfel je of een programma in een kleine groep aansluit bij jouw behoeften, of dat een individueel coachtraject misschien beter bij je past?

Bel (0575-544588/ 06-54762865) me gerust.

 

 

 

 

 

Slim waren ze, Daan van Renselaar en Wilco van de Kamp.

Acht jaar geleden hebben ze Stella fietsen opgericht.

Met een omzet van honderd miljoen euro is Stella marktleider in e-bikes.

 

Zelf heb ik geen Stella en ook geen e-bike.

Ik heb een mooie, sportieve, snelle fiets, waarop ik op eigen kracht heel wat kilometers weg kan trappen.

 

Succes door slim inspelen op behoeften in de markt

 

 

Toch vind ik het mooi hoe van Renselaar en van de Kamp succesvol hebben ingespeeld op de behoeften in de markt.

Hoe zij hun business hebben opgezet en hoe ze gegroeid zijn tot wat ze nu zijn.

 

Het begon vanuit de schuur van de ouders van Daan van Renselaar in Nunspeet.

Daan’s moeder wilde graag een elektrische fiets. Maar ze liep aan tegen de hoge prijzen van de beschikbare e-bikes.

 

Bovendien had ze nog een ander probleem.

Want hoe laat je zo’n zware elektrische fiets van 30 tot 35 kilo, snel repareren als een reparateur ver weg zit?

Zeker als je zelf niet mobiel genoeg bent om die zware fiets weg te brengen.

 

Zo begon het en zo sleutelde Daan van Renselaar acht jaar geleden zijn eerste e-bike in elkaar.

En ja hoor, in het schuurtje achter z’n ouderlijk huis.

 

Nu verwachtte ik dat Stella de naam van zijn moeder is, maar dat is niet het geval.

‘Stella’ is ‘ster’ in het Latijn en het Italiaans.

Een ster blinkt en ‘ster’ staat ook voor uitblinken.

En uitblinken wil Stella met zijn e-bikes.

 

Om te beginnen blinken ze uit door de prijs.

In vergelijking met andere merken e-bikes.

Zij werken zonder tussenhandel (groothandel en fietsenwinkels).

Kennelijk scheelt alleen dat al, 40% op de prijs.

 

Maar ook blinken ze uit door hun service.

Je hoeft zelf niet te gaan slepen met je e-bike, als die onderhoud vraagt of gerepareerd moet worden.

Zij bieden service aan huis.

Ook al hebben ze inmiddels een aantal servicecentra, verdeeld over het land.

 

Service aan huis is duidelijk een van hun Unique Selling Points.

Die service kost hen wat, maar levert hen veel meer op, dan dat het hen kost.

 

Lef hebben en lef blijven hebben om door te gaan; dat is hun devies als ondernemers.

Evenals het hebben van een stip op de horizon.

En die stip, die hebben ze.

In Duitsland hebben ze al voet aan de grond. En België en Denemarken volgen nog.

 

En ze gaan door met handig inspelen op ontwikkelingen.

Eerder dit jaar zijn ze hun Bike Project gestart.

Daarmee spelen ze handig in op aandacht voor duurzaamheid en ontwikkelingen op het gebied van mobiliteit.

 

Hun Bike Project is een onafhankelijk e-bike leasebedrijf:

Onafhankelijk omdat iedereen bij welke fietsenwinkel dan ook, en dat geldt ook voor online, via Bike Project een e-bike kan aanschaffen.

De winkel, het merk, het maakt niet uit. De e-bike hoeft niet per se via Stella Fietsen gekocht te zijn”.

 

 

Ontwikkelingen bijhouden, zowel economisch, maatschappelijk, politiek, als op je vakgebied is cruciaal.

Wil je aan kunnen sluiten bij ontwikkelingen en behoeften in de markt.

En dus succesvol zijn in je loopbaan.

 

Dat geldt niet alleen voor ondernemers.

Maar voor professionals in zijn algemeen.

 

Naast inzicht in die ontwikkelingen moet je heel helder hebben wat jij als professional te bieden hebt.

Zodat je een koppeling kunt maken tussen wat de markt nodig heeft en wat jij met jouw kwaliteiten in de markt wilt zetten.

Of je nu wilt werken in loondienst of als zelfstandige.

Dat maakt in principe geen verschil.

 

 

In mijn programma ‘Bouw je ideale loopbaan’ leer je hoe je zicht krijgt op ontwikkelingen in de markt.

Hoe je scherp krijgt wat jij te bieden hebt, dus wat jouw kwaliteiten zijn.

En hoe je de koppeling maakt tussen wat jij te bieden hebt en waar de markt behoefte aan heeft.

 

Lees hier wat het programma jou te bieden heeft en uit welke opties je kunt kiezen.

 

En wil je eerst je vragen aan me voorleggen?

Maak een afspraak met me voor een oriënterend gesprek. Klik daarvoor op deze link.

 

 

 

 

Als lid van de Nederlandse Klim- en Bergsportvereniging (NKBV) lees ik met interesse het magazine ‘De hoogtelijn’.

Het septembernummer heeft als thema ‘In hoger sferen, oerkracht, mythe en verwondering’.

Dat doet me lezen.

Want wat is het wat de bergen, zo intrigerend en bijzonder maakt?

Niet alleen voor mij.

 

Met name het interview met mentaal klimtrainer Arno Ilgner, fascineert me.

Ik ben zelf geen klimmer, maar in zijn verhaal zijn er duidelijk koppelingen te maken naar mijn werk als loopbaancoach.

 

“Het gaat er bij het klimmen niet om dat je bovenkomt, maar dat je aan de klim begint.  

En houd je aandacht tijdens het klimmen bij het huidige moment.

Zou je in je hoofd steeds maar bezig zijn met je wens om al boven te zijn, dan vergroot je de kans dat je voet wegglijdt van een trede omdat je je aandacht daar niet bij hield.

Of dat je vergeet te rusten waar dat goed kon, zodat je later in de route onnodig snel verzuurt.”

 

Heb je je loopbaandoel helder? Realiseer stap voor stap je doel. Net als bij klimmen.

 

Zo is het ook zaak om in een loopbaantraject, als het moment daar is, te beginnen met het realiseren van het doel dat jij je hebt gesteld.

Als je een helder beeld hebt van hoe jouw ideale werk eruitziet, ga er dan voor.

Zoals een van mijn coachklanten in zijn e-mail aangaf: “Zonder te veel uit te dokteren wat de details van mijn nieuwe baan zouden moeten zijn.”

En, zoals hij terecht aangaf: “Nu is het volhouden en doen.”

 

Want door te doen, de aandacht te focussen op elke stap en vol te houden, bereik je stap voor stap jouw doel.

 

Maar vergeet ook niet om bewust pas op de plaats te maken. Als je voelt dat het nodig is.

Bijvoorbeeld om jouw ervaringen te evalueren en daarvan te leren voor een volgende stap.

Arno Ilgner zegt daarover “Je moet je eigen conclusies altijd blijven bevragen. Als klimmer, als mens. Zo leer je niet alleen beter snappen hoe de zaken in elkaar zitten, maar leer je vooral ook hoe jijzelf in elkaar zit.”

 

 

Prestaties zijn namelijk diep verweven met de menselijke psyche, volgens Arno Ilgner.

“Je prestaties worden beïnvloed door je aandacht en je angst, maar ook door je emoties, je intuïtie en de manier waarop je jezelf als mens identificeert en beoordeelt.

Beschouw je jezelf als een hopeloze klimmer? Of raak je gefrustreerd als je uit een route met een lage waardering valt, omdat je vindt dat je die eigenlijk zou moeten uitklimmen?”

 

Dan heeft dat invloed op jouw prestaties.

 

En dat geldt niet alleen voor klimmers, maar ook voor succesvol werk maken van ander werk.

Overigens in zijn algemeenheid, voor het realiseren van doelen die je jezelf hebt gesteld.

 

 

Voor een klimmer is het belangrijk om een adequate inschatting te maken of een klimroute bij hem past. Dus het doel dat hij wil realiseren.

Voor jou als baanzoeker is het zaak om een helder beeld te hebben van het werk dat je wilt doen en dat optimaal past bij jou.

 

Een klimmer ‘leest’ zijn route alvorens die te klimmen, om zijn tactiek en zijn klimroute te bepalen.

Voor jou als baanzoeker is het belangrijk om jouw strategie en jouw tactiek uit te stippelen. Zodat je de kans aanzienlijk vergroot dat je jouw ideale werk echt realiseert.

 

 

Wil je, zoals een van mijn e-zine abonnees me vandaag mailde, misschien iets anders, maar heb je geen idee welke job bij je past?

Lees mijn aanbod betreffende het programma ‘Bouw je ideale loopbaan’ en meld je aan.

Gegarandeerd heb je na het programma een helder beeld van het werk dat je wilt doen.

En kun je in gesprekken heel duidelijk maken wie je bent en wat je kunt.

Bovendien heb je scherp wat jou van anderen onderscheidt; jouw Unique Selling Points (USP’s).

En last but not least:

Kan je een en ander beargumenteren aan de hand van jouw (werk)ervaring tot nu toe.

 

 

Meer lezen over het programma en je aanmelden voor ‘Bouw je ideale loopbaan’ kun je hier.