“Waarom moet ik een dutje doen?”

Waarom mag ik geen ijsje?”

Waarom mag ik niet bij jou blijven?”

Waarom mag ik niet met papa mee?”

In eerste instantie zul je de vragen van je peuter nog heel geduldig beantwoorden, maar als het waarom maar door blijft gaan…….

Als ouder kun je er helemaal suf van worden.

Zeker als je merkt dat je peuter nauwelijks meer luistert naar jouw antwoorden en het volgende waarom alweer in de mond heeft.

 

Toch zijn waaromvragen zo gek nog niet. Ook niet in sollicitatiegesprekken.

Als recruiter kun je beter niet vragen ‘Vertel eens iets over jezelf’.

Ook geen ‘Wie, wat, waar, wanneer?

Vraag in plaats daarvan 5 keer achter elkaar: Waarom?

 

Dat levert de beste sollicitatiegesprekken op volgens Charlotte Mutsaerts, gedragswetenschapper en actief in de recruitmentwereld.

Als je 5 keer achter elkaar ‘Waarom?’ vraagt, dan eindig je volgens haar altijd met de waarheid.

Kinderlijke nieuwsgierigheid is waardevol bij baanverwerving

Het is bijna kinderlijke nieuwsgierigheid, maar het is wel een beproefde techniek die je meer leert over wat een kandidaat echt beweegt”, zegt ze.

 

Kinderlijke nieuwsgierigheid komt je ook goed van pas bij het onderzoeken van de mogelijkheden op de arbeidsmarkt, die passen bij wat jij te bieden hebt en het werk dat jij wilt doen.

En als kinderlijke nieuwsgierigheid je niet zo aanspreekt, noem het dan de attitude van de nieuwsgierige onderzoeker.

Wil je succesvol je onderzoek doen naar behoeften op de arbeidsmarkt, dan is die attitude cruciaal.

Als nieuwsgierige onderzoeker betreed je belangstellend en gedreven het onderzoeksveld waar jouw passie ligt. Vanuit een onderzoekende houding en op basis van jouw expertise bedenk je jouw vragen voor het gesprek.

 

Daarbij kan het heel goed zijn dat je op basis van je achtergrondonderzoek op internet of op basis van eerdere gesprekken, gekomen bent tot bepaalde hypotheses. Door jouw interviewtechniek kun je toetsen of jouw hypotheses juist zijn en zo ja, in hoeverre dat zo is.

Concreet denk ik daarbij aan het stellen van jouw vragen, aandachtig luisteren, samenvatten en doorvragen op de informatie die op tafel komt.

 

Waarschijnlijk wordt het dan niet vijf keer achter elkaar ‘Waarom?’, maar spelen met varianten daarop.

Bijvoorbeeld: ‘Welk aspect daarbinnen speelt met name een rol?’, of ‘Welk facet?’, ‘Wat is daarbij een cruciale factor?

Ik noem dat pinpointen. Steeds weer doorvragen tot je de kern te pakken hebt.

Belangrijk is dat je een helder beeld krijgt van wat er speelt, zodat je in kaart krijgt waar jij een bijdrage aan kunt leveren.

 

 

Ben je op zoek naar ander werk?

Heb je een goed beeld van wat je te bieden hebt en van het werk dat je wilt doen, maar lukt het je nog niet om dat te realiseren?

Neem contact me op. In een oriënterend gesprek bepalen we dan in onderling overleg wat jij nodig hebt om jouw ideale baan te realiseren.

Spring niet te snel naar het huwelijksaanzoek; lees ik op de site van Werf&.

Dat is een site over recruitment en arbeidsmarktcommunicatie.

En ook al ben ik geen recruiter, de informatie is interessant voor mij om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.

En de handreikingen voor recruiters.

 

Veel recruiters zijn volgens het artikel erg gericht op conversie, het binnenhalen van kandidaten.

Terwijl het beter werkt, als recruiter en kandidaat elkaar eerst wat leren kennen.

Wees niet te happig, doe het even rustig aan, is dan ook het advies.

Zorg ervoor dat kandidaten jou als recruiter leren kennen, voordat je een aanzoek doet.

En anderzijds dat je als recruiter de kandidaat leert kennen.

 

Wees niet te happig

 

Want, zeg nou zelf.

Het is toch een beetje raar, als een recruiter eerst verleidelijk toenadering tot je zoekt.

Vervolgens jou als kandidaat doorlicht in een selectieprocedure.

Om in tweede instantie te zien wat voor vlees hij in de kuip heeft.

 

Als kandidaat wil je dat toch niet? Of je moet al de wanhoop nabij zijn, denk ik dan.

Je wilt eerst wel eens zien wie je voor je hebt en in een gesprek aftasten of er sprake is van een match met betreffende recruiter.

Voordat je überhaupt verder wilt praten.

 

Het is goed om je dat realiseren als je zelf contacten legt in het kader van netwerken.

“Misschien kan ik eens een dagje meelopen”, denk je dan in je enthousiasme.

Ik hoor mijn coachklanten dat ook wel eens zeggen.

 

Maar pas op, dan ga je veel te snel.

Je moet eerst in een gesprek elkaar een beetje leren kennen.

Als er een klik is, dan komt de volgende stap mogelijk vanzelf.

En als die niet vanzelf komt, dan kun je er altijd nog om vragen.

Als er eenmaal een goede basis is gelegd.

 

Eigenlijk is het net als bij marketing. Je moet elkaar eerst leren kennen, dan een beetje leuk vinden en dan vertrouwen.

Dat is een proces dat tijd nodig heeft.

Dat je niet moet willen versnellen, ook al wil je het nog zo graag.

Sla je stappen over, dan heb je alle kans dat deuren voor je gesloten blijven.

En dat je het tegenovergestelde bereikt van wat je eigenlijk wilt.

 

Dus, wees niet te happig met netwerken, doe het even rustig aan.

 

 

Vind je het überhaupt lastig om de stap naar buiten te zetten?

Weet je niet waar te beginnen en hoe je het aan moet pakken?

Klik op deze link en plan een afspraak in voor een oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Afgelopen vrijdag ondertekende de president van de Verenigde Staten weer eens een executive order.

Een executive order waarin is vastgelegd dat de skills van een sollicitant zwaarder wegen dan diens diploma’s. Tenminste bij sollicitaties voor functies bij de Federal Government.

De Federal Government; dan heb je het over een bedrijf met 2,1 miljoen werknemers. De medewerkers van de post en de militairen nog niet eens meegerekend.

Mogelijk heeft de president zich tot de executive order laten inspireren en overhalen door zijn dochter. Zij is een van zijn adviseurs en covoorzitter van de American Workforce Policy Advisory Board.

De executive order is bedoeld om een verandering in het recruitmentproces van de federale overheid te bewerkstelligen. Resulterend in een meer inclusief en getalenteerder personeelsbestand.

 

Kennelijk is die verandering al in gang gezet en is men bezig het recruitmentproces steeds meer te ‘moderniseren’.

Dat betekent dat men meer oog heeft voor relevante competenties en kennis van kandidaten. En minder geneigd is om te werven louter op basis van diploma’s.

De federale overheid wil daarin een voorbeeld zijn voor de private sector.

En moedigt werkgevers in die sector aan, om eens kritisch te kijken naar hun recruitmentproces. En na te denken over hoe initiatieven zoals bij de overheid, diversiteit kunnen bevorderen en hun personeelsbestand kunnen versterken.

Overigens is het niet zo dat het Witte Huis helemaal niet meer zal vragen om diploma’s. Maar skills zullen benadrukt worden voor banen waarin diploma’s minder belangrijk zijn.

 

Skills wegen zwaarder dan diploma's

 

In ons eigen landje zijn we er allang achter dat een afgeronde opleiding maar ten dele iets zegt over wat iemand te bieden heeft.

Dat betekent ook dat er op de arbeidsmarkt gaandeweg minder nadruk wordt gelegd op diploma’s.

 

Zoals diploma’s geen garantie bieden voor kwaliteit, zo zijn we er ook allang achter dat langdurige specifieke werkervaring daarvoor ook geen garantie biedt.

Integendeel, het kan zelfs zo zijn dat veel ervaring in een bepaalde richting tegen je kan werken.

En dat bijvoorbeeld innovatieve bedrijven liever slimme en nieuwsgierige mensen aannemen, dan mensen die door jarenlange ervaring expertise hebben opgebouwd op een specifiek vakgebied.

Men denkt dan dat experts eerder geneigd zijn om te komen met oplossingen en antwoorden waarmee ze vertrouwd zijn, dan dat ze nieuwe en mogelijk betere richtingen onderzoeken.

 

 

 

Zorg dus dat je een goed beeld hebt van wat je te bieden hebt, jouw kwaliteiten.

En de waarde die jij met jouw kwaliteiten levert voor potentiële werk- en opdrachtgevers.

Heb je dat nog niet zo goed in kaart? In elk geval nog niet zo goed dat je kwaliteiten specifiek kunt benoemen en aan de hand van concrete resultaten kunt aantonen welke waarde jij levert?

Laat het me horen. Met alle plezier help ik je op weg en gids ik je naar jouw doel.

Klik hier en plan een afspraak in voor een oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Afgelopen zaterdag keek ik voor het eerst naar Het echte leven in de dierentuin.

Kennelijk was ik niet de enige, want het was met 1.046.000 kijkers bijna het best bekeken programma van de dag.

Alleen het NOS-journaal van 20.00 uur deed het beter.

Het dierenleven fascineert me. Niet alleen omdat ik in een echt biologennest geboren ben. Van mijn vijf broers hebben er vier biologie gestudeerd en ook mijn vader was bioloog.

Het programma gaf een mooi inkijkje in het leven in de dierentuin.

Het echte leven in de dierentuin doet zijn naam eer aan.

Ik vond het mooi om te zien en vooral ook te horen hoe het leven in de dierentuin er achter de schermen aan toe gaat.

Met name hoe er gedragspsychologisch met de dieren wordt gewerkt.

 

Interessant vond ik het inkijkje in het leven van Mincho, een grote kennelijk getraumatiseerde bruine beer.

In Ouwehands Dierenpark in Rhenen, tevens opvangplek voor getraumatiseerde beren, moet Mincho langzaamaan weer écht beer worden.

De beren worden opgevangen in het berenbos, waar naast beren ook andere dieren, bijvoorbeeld wolven, lopen.

Bang als Mincho is, laat hij zich zijn vlees afpakken door de wolven. En als de wolven op hem af komen, dan is hij geneigd om zich veilig terug te trekken in zijn binnen verblijf.

Hij boft dat wolven geen walnoten en appels lusten, want anders zag het er beroerd uit voor Mincho.

dieren zij net mensen

© foto Michiel Langbroek

Volgens bioloog José Kok, verantwoordelijk voor de verzorging van de dieren heeft Mincho een klein hartje, een mentaal probleem.

Als bruine beer is hij veel krachtiger dan de wolven, maar zo voelt hij dat zelf niet. Hij is niet overtuigd van hoe sterk hij zelf kan zijn.

Het zou hem enorm helpen als hij wel dat zelfvertrouwen zou hebben.

Heeft hij dat zelfvertrouwen wel, dan zou hij ook een veel groter deel van het berenbos gebruiken. Nu houdt hij zich klein en gebruikt misschien maar 50 m2, terwijl het hele berenbos 12 ha groot is.

De verzorgers zagen zich geroepen om Mincho een handje te helpen door hem een duwtje in de rug te geven. Ook al was het voor hen niet leuk om te doen en spannend hoe het uit zou pakken.

 

Waar Mincho tot dan toe steeds kon vluchten voor de wolven door weg te kruipen in zijn verblijf binnen, werd dat voor hem afgesloten.

Daar kon hij niet meer terecht en was dus buitengesloten.

Maar het bleek wel effectief.

Het heeft hem geholpen om zijn zelfvertrouwen terug te winnen en zijn plaats in te nemen in het berenbos.

 

Op de arbeidsmarkt zie ik vergelijkbare taferelen.

Ik zie menigeen gedrag vertonen zoals Mincho.

Het is wat sterk uitgedrukt om te zeggen dat ze net als Mincho een ‘mentaal probleem’ hebben, maar er zijn wel parallellen te trekken.

Ze zijn als professional groot en sterk, hebben veel te bieden op de arbeidsmarkt, maar laten zich de kaas van het brood eten door mensen die minder te bieden hebben dan zij.

Door gebrek aan zelfvertrouwen hebben ze de neiging om zich terug te trekken in een voor hen veilige omgeving en uitdagingen uit de weg te gaan.

En onzeker als ze zijn, durven ze nauwelijks ruimte in te nemen. In elk geval zich niet vrijelijk te bewegen op de arbeidsmarkt.

 

Laat je niet wegjagen op de arbeidsmarkt en wegsturen in je ‘hok’.

Laat mooi werk niet wegkapen door anderen, met vaak minder kwaliteiten dan jij.

Ben je bewust van wat je te bieden hebt en de waarde die jij met jouw kwaliteiten levert.

Zodat je je vol zelfvertrouwen en overtuigend kunt presenteren voor het werk dat jij het allerliefste doet.

 

Kun je daarbij een steuntje in de rug wel gebruiken?

Klik hier en plan een afspraak in, voor een oriënterend gesprek.

De kans is groot dat je vandaag op zijn minst al één keer in een spiegel hebt gekeken.

Toen je je stond te scheren of je haar stond te kammen of toen je aan het make-uppen was.

Maar wat je je niet realiseert als je in de spiegel kijkt, is dat het gezicht dat je daarin aankijkt niet het gezicht is dat alle anderen van je zien.

Jijzelf bent hoogstwaarschijnlijk de enige persoon op aarde van wie je het ware gezicht nooit in werkelijkheid hebt gezien.

Ook al heb je tig keer in een spiegel gekeken.

Elke keer dat je jezelf ziet in een gewone spiegel, zie je namelijk een vervormd beeld van jezelf; een vervormde blik en vervormde gelaatsuitdrukkingen.

Je ware gezicht wordt in zo’n gewone spiegel namelijk echt gespiegeld.

Daar komt nog eens bij dat als je zelf in een spiegel kijkt, je gelaat in een split second stopt met zich op een natuurlijke manier te gedragen; je emoties, je gelaatsuitdrukkingen worden sterk gereduceerd.

Sinds je vroege jeugd gebeurt dat al en dat heeft zijn consequenties.

 

Je eigen ware gezicht nooit in werkelijkheid gezien

 

Het vervormde spiegelbeeld van jezelf creëert namelijk een vervormd zelfbeeld, waardoor je het ware beeld van jezelf niet ziet; denk daarbij bijvoorbeeld aan de sprankeling in je ogen en je ware gezichtsuitdrukking.

Wat je ziet in jouw spiegelbeeld is een geconstrueerd zelf en kijk je in een spiegel, dan ben je geneigd om te zoeken naar bevestiging van dat beeld.

Ben ik inderdaad zo dik als ik denk dat ik ben? Zie ik er inderdaad zo moe en futloos uit? Begin ik inderdaad steeds meer rimpels te krijgen en wordt mijn haar meer en meer grijs?

 

Wil je het beeld zien dat anderen van je zien, dan kan een true mirror uitkomst bieden.

De true mirror werd uitgevonden door John en Catherine Walters, een koppel in New York.

Zij ontdekten dat als je twee spiegels tegen elkaar zet onder de juiste hoek en de naad wegneemt, de beelden elkaar weerkaatsen.

Wat je ziet als je kijkt in een true mirror is precies wat anderen zien als ze naar je kijken.

Kijk je in een true mirror, dan is het eerste wat je waarschijnlijk opvalt, dat je hoofd niet rechtstaat. Blijkbaar neigt bij de meesten het hoofd iets naar één kant.

Dus als je naar een true mirror loopt, dan probeer je eerst je hoofd te corrigeren, wat je dan precies de verkeerde kant op doet.

Het lijkt me heel desoriënterend.

 

Waar je als je in een gewone spiegel kijkt, geneigd bent om te zoeken naar bevestiging van het beeld dat je van jezelf geconstrueerd hebt, schijn je als je in een true mirror kijkt heel anders te kijken naar jezelf.

Je kijkt dan veel onbevangener, op zoek naar jezelf en het beeld van jezelf dat zich aan je openbaart.

 

Een van de doelen in mijn coachtrajecten is om jouw blik op jezelf te verruimen. Niet met een true mirror, maar met mijn methodiek.

Want veel mensen hebben een vervormd beeld van zichzelf geconstrueerd. Over het algemeen ook een minder sprankelend beeld dan de realiteit.

Dat komt in een begeleidingstraject al gauw naar voren als we bijvoorbeeld je kwaliteiten inventariseren.

Voor mij is het steeds weer frappant om te ervaren hoe weinig kwaliteiten iemand in eerste instantie van zichzelf ziet.

En hoe makkelijk die kwaliteiten van een coachklant dan voor mij, als een ander, voor het oprapen liggen.

 

Als je onbevangen durft te kijken naar jezelf, met de ogen van een ander, op zoek naar jezelf en het beeld van jezelf dat zich aan je openbaart, ga je gaande een traject steeds meer facetten van jezelf zien.

Met het resultaat dat je je overtuigd en overtuigend kunt presenteren met jouw kwaliteiten, de waarde die jij levert en het werk dat je het allerliefste doet.

En dat kan, ook nu in tijden van corona.

Bel (06-54762865/ of e-mail ([email protected]) me gerust en leg je vragen aan me voor.

 

 

 

 

Zwemmen is een opmerkelijke bezigheid.

Het vraagt zowel passiviteit als activiteit.

De passiviteit betekent dat je je moet laten dragen door het water.

Het helpt daarbij als je vertrouwen hebt in het proces en durft en bereid bent iets van controle los te laten en je te laten meevoeren.

Dit geldt des te sterker als je in een stroomversnelling of in een draaikolk terecht komt.

Kennelijk is je naar beneden laten meevoeren in een draaikolk om vervolgens onderaan los te komen en weer naar de oppervlakte te gaan, de enige manier om te overleven.

Je verzetten en krampachtig spartelen tegen de beweging van de draaikolk in, betekent bijna zeker dat je verdrinkt.

Terwijl krampachtig spartelen waarschijnlijk de natuurlijke reactie is.

Naast passiviteit, je laten dragen door het water, vraagt zwemmen ook een actieve houding. Want wil je blijven drijven en vooruitkomen, dan moet je wel met je armen en benen slagen maken of in elk geval watertrappelen.

Doe je niks, dan zak je vanzelf naar de bodem.

 

Wuwei in coronatijd; laat je meevoeren in het proces

 

Het balanceren tussen passiviteit en activiteit is een uitdaging.

Passiviteit komt overeen met het begrip WuWei uit het Taoïsme.

WuWei duidt op een houding waarmee we de werkelijkheid en veranderingen daarin kunnen benaderen.

Passiviteit is eigenlijk niet het goede woord; WuWei is eerder een actief niet storend ingrijpen in een lopend proces, een meegaan met een beweging die al gaande is.

Een exactere vertaling is kennelijk: een open ruimte maken in het bos (waarin dus mogelijkheden kunnen groeien en bloeien).

Een beetje zwerven; op weg gaan waarbij de eindbestemming misschien bekend is, misschien helemaal niet of nog niet helemaal.

De weg ernaar toe is een avontuurlijke, vol verrassingen, zijpaden en onverwachte gebeurtenissen en ontmoetingen.

Dat doet me denken aan onze kampeervakanties met onze vier kinderen. De hele zomervakantie trokken we er zwervend op uit. Met minimale bagage en zonder eindbestemming.

Waar het prettig was, daar bleven we een poosje. En als we het wel weer gezien hadden, dan trokken we verder.

Heerlijk vond ik het; met een open, losse houding zaken tegemoet treden en maar zien wat er op je pad komt.

 

Het is mooi om ook een beetje te ‘zwerven’ in deze coronatijd. Want wanneer het leven weer normaal is en hoe het nieuwe normaal eruit gaat zien, dat weten we niet.

Het is de kunst om vertrouwen te hebben in het proces en de durf en bereidheid om iets van controle los te laten en je te laten meevoeren in het proces.

Misschien heb je net als ik in de beginperiode menigeen krampachtig zien spartelen, tegen de draaikolk in.

Mijn inbox liep bijvoorbeeld vol met uitnodigingen voor webinars en online trainingen.

Ikzelf heb bewust van de situatie gebruik gemaakt om lekker gefocust te schrijven aan mijn boek. Dat vordert gestaag.

Al schrijvende krijg ik steeds meer de hele inhoud van mijn boek in mijn hoofd. Ik zit helemaal in de flow en geniet van het ontwikkel- en ontwikkelingsproces; zowel persoonlijk als professioneel.

Onlangs heb ik het 7e hoofdstuk afgerond met als titel Vier soorten ‘zin’ en ambachtelijk zingeven.

Met betrekking tot de coronasituatie is  een aspect van zingeven of zin maken.

‘Maak van crisis een kans’ of ‘never waste a good crisis’.

 

 

Mogelijk doet de huidige situatie je ook anders kijken naar je werk. Wil je jouw werk zo kneden dat het weer beter bij je past? Of wil je misschien een andere richting inslaan en een lang gekoesterde wens in vervulling doen gaan?

Neem gerust contact met me op? Stuur een e-mail naar [email protected]. Of bel me even (06-54662865 / 0575-544588) voor het maken van een afspraak voor een oriënterend gesprek.

 

 

 

 

‘De ware verlichte mens is een zo veel mogelijk consumerend varken.’

Het zal je maar gezegd worden.

Het is dan ook geen wonder dat zo’n kop van een artikel mijn aandacht trekt.

Het artikel gaat over het nieuwe boek De onzichtbare maat van Andreas Kinneging, hoogleraar rechtsfilosofie in Leiden.

 

Volgens Kinneging is het tijd voor bezinning en hervorming. Los van de coronacrisis waar we nu in zitten.

Volgens Kinneging deugt er weinig of niets van onze moderne wereld.

De ware verlichte mens is een zo veel mogelijk consumerend varken geworden. En de ware romanticus een zijn eigen Ik ontplooiende egoïst.

Naar zijn zeggen groeit de technologie ons boven het hoofd en verdringt het beeld het schrift, wat ons dommer maakt.

 

Zijn boek moet je kennelijk niet lezen voor het slapengaan. Dat zegt Kinneging zelf. Je moet er fris voor zijn; je raam open en de verwarming uit.

En dan lezen als een koe; langzaam en herkauwend.

 Bezinning en herijking van waarden en andere kijk op werk

Dat het geen boek is om te lezen voor het slapengaan kan ik me goed voorstellen.

Want in de recensie lees ik: ‘De wereld verandert en op zeker moment gaan de veranderingen je te ver en zeg je ‘Over my dead body’ – wat vervolgens ook precies is wat er gebeurt.’

 

Ik ben dan gelijk geneigd om de associatie te maken met de pandemie waar we nu in zitten. Wie had gedacht dat zoiets ons zou overkomen?

En ja, we hebben nu de strijd aan te gaan met krachten die we nog niet kennen en dus ook nog niet kunnen beheersen. Hooguit enigszins in toom houden.

Dat is beangstigend.

 

Dat leidt ook bij veel mensen tot bezinning en tot herijking van waarden.

Ik ervaar dat niet alleen bij mezelf, maar hoor het ook om me heen.

Bijvoorbeeld van een van mijn buurtjes die aangaf het eigenlijk best gezellig te vinden, samen met zijn kinderen thuis.

Of van ouders die genieten van het samenzijn met uitwonende kinderen, die tijdelijk weer het ‘thuishonk’ opzoeken om wat meer ruimte te hebben dan in de studentenkamer of het niet al te ruim bemeten appartement.

Wellicht herken jij het.

 

Mogelijk leidt die bezinning ook tot een andere kijk op jouw werk.

Kim van der Meulen schreef er een artikel over ‘Bye bye stom werk, hallo nieuwe kansen (juist nu!).

Voor het artikel interviewde zij onder anderen mij als expert op het terrein van loopbaancoaching.

Doe je voordeel met de tips en krijg weer meer plezier in je werk.

 

 

Mocht je, nu je opeens op afstand moet werken, misschien pijnlijk ervaren dat je baan eigenlijk niet goed (meer) bij je past?

Twijfelde je voor de coronacrisis al over de bijdrage die je levert met je werk?

Loop je als thuiswerker daar extra hard tegenaan, zonder de afleiding van het kantoorleven?

Merk je dat je afhaakt?

 

Neem gerust contact met me op.

Leg je overwegingen aan me voor in een kosteloos oriënterend gesprek. Een afspraak boek je in, in mijn online agenda met deze link.

Hoe is het met jou nu we in een totaal andere wereld leven?

 

Voor mij lijkt het al een hele tijd, dat de wereld op z’n kop staat. Ook al is dat pas sinds een paar weken zo.

Een hele omslag hebben we te maken.

 

De eerste twee weken van maart had ik nog volop fysiek face to face gesprekken met mijn coachklanten.

Ook kon ik nog gewoon naar de fitness.

De laatste vrijdag heb ik nog flink lopen wapperen met desinfecterende doekjes om gebruikte apparatuur schoon te maken.

 

De aanpassingen volgden elkaar snel op.

Geen coachklanten meer op mijn kantoor. Alle gesprekken online.

Ikzelf voel me daarin helemaal thuis. Mijn ervaringen in Portugal helpen daarbij.

Bij sommige coachklanten moet de ‘knop nog om’. Eerst Skype installeren en dan zien en ervaren.

 

Het is de kunst om de kansen te benutten die de crisis biedt.

Om te beginnen de kansen te zien. De vele mooie initiatieven, de saamhorigheid en behulpzaamheid. De ontdekking dat veel ook anders kan dan je gewend bent.

Dat helpt om patronen los te laten.

Je open te stellen voor nieuwe ontwikkelingen en als vanzelf je mee te laten nemen in die stroom.

Kansen die de coronacrisis je biedt zien en benutten

Zo is online coaching een goede voorbereiding op video solliciteren.

Want nu iedereen aan huis gekluisterd is, is er een grote kans dat video solliciteren écht doorbreekt.

Fysiek face-to-face sollicitatiegesprekken zijn niet of nauwelijks meer mogelijk. Terwijl een recruiter of selecteur via video nog wél kandidaten kan spreken.

Hoe handig is het als je door online coaching daar al vertrouwd mee bent?

 

Bovendien, nu iedereen toch gewend is aan onlinegesprekken voeren, waarom zou je niet de kans grijpen om online te netwerken?

Oude contacten aan te halen en nieuwe contacten te leggen?

Je hebt alle kans dat jouw uitnodiging wordt ervaren als een welkome afwisseling van het thuiswerken.

 

Misschien denk je dat de hele werving en selectie door de coronacrisis platligt.

Dat blijkt niet het geval. Zelfs nu zijn er volop vacatures en wordt er volop geworven.

Maandag 16 maart, het begin van de ‘intelligente lockdown’, stonden er ruim 5000 nieuwe vacatures online.

Om je een idee te geven; dat lijkt op het aantal nieuwe vacatures in de zomervakantie.

Steeds meer bedrijven zetten hun sollicitatieproces op afstand door.

 

En zo had ik onlangs intensief contact met een van mijn e-zine abonnees.

Hij mailde me: ‘Nu doet zich een kans voor waar ik op korte termijn op moet reageren en ik zou jou willen vragen om hulp om deze kans zo goed mogelijk te benutten. Kun en wil jij dit op deze termijn?’

En ja, dat wilde ik wel.

 

In een intensieve combinatie van online coaching en coaching via e-mail zijn we samen aan het werk gegaan.

Met als resultaat een goed cv, profiel op LinkedIn en een overtuigende sollicitatiebrief.

Het is nu voor hem even wachten op een uitnodiging voor een gesprek.

Zodra die uitnodiging binnen is, gaan we samen het gesprek voorbereiden en oefenen.

 

Voor mij zijn dat mooie opdrachten. Gedreven samen aan het werk. In korte tijd flinke stappen zetten in de richting van het doel. Samen er een succes van maken.

 

 

Mocht je, nu je opeens op afstand moet werken, misschien pijnlijk ervaren dat je baan eigenlijk niet goed (meer) bij je past?

Twijfelde je voor de coronacrisis al over de bijdrage die je levert met je werk?

Loop je nu je thuis werkt daar extra hard tegenaan, zonder de afleiding van het kantoorleven?

Merk je dat je afhaakt?

 

 

Neem gerust contact met me op.

Leg je overwegingen aan me voor in een kosteloos oriënterend gesprek. Een afspraak boek je in, in mijn online agenda met deze link.

Tegen je baas zeggen dat je een paar dagen vrij neemt om te chillen en leuke dingen te doen.

Bijvoorbeeld met je vriend of vriendin.

Of met je kinderen.

Terwijl je in werkelijkheid vrij neemt omdat het je niet lukt om in de baas zijn tijd jouw werk af te krijgen.

Leaveism noemen ze dat.

 

Het is iets anders dan absenteïsme.

Of noem het gewoon verzuim.

Bij absenteïsme meld je je als werknemer ziek.

Of je dan écht ziek bent, dat is niet altijd duidelijk.

 

Ben je écht ziek, dan is het wit verzuim.

Maar je kunt je ook ziekmelden, zonder dat je écht ziek bent.

Dat is het zwarte verzuim.

Dan heb je ook nog grijs verzuim.

En zoals zo vaak bij grijze gebieden, gaat het dan om een ziekmelding op grond van reële klachten, maar waarbij het twijfelachtig is of je écht niet tot werken in staat bent.

 

Maar bij leaveism ben je dus niet ziek.

Maar lekker in je vel zit je ook niet.

Helemaal niet zelfs.

Want het lukt je niet om je werk af te krijgen in werktijd.

Ook niet met een beetje overwerken.

Of met je werk mee naar huis nemen en het dan ’s avonds thuis afmaken.

 

Je zit zodanig met je werklast in je maag, dat je vrij neemt om in eigen tijd je werk af te maken.

Leaveism; stiekem vrij nemen omdat je in werktijd je werk niet afkrijgt.

Want het is niet makkelijk om te onderkennen en voor de buitenwacht toe te geven dat je de werklast als te zwaar ervaart.

Je zelfbeeld gaat aan diggelen.

En het ondermijnt je status.

 

Leaveism kun je dan ook zien als een vorm van werkschaamte.

Je schaamt je ervoor dat het je niet lukt om binnen jouw werkuren de aan jou opgedragen taken uit te voeren en af te ronden.

Je ziekmelden wil je niet, want ziek ben je niet.

Toch heb je even ademruimte nodig om jouw werk af te kunnen maken.

En wat doe je dan?

Je kiest eieren voor je geld en neemt een paar vrije dagen op.

Maar wat je met die dagen daadwerkelijk gaat doen?

Dat hou je voor jezelf.

Want je wilt het koste wat het kost voorkomen dat men daarachter komt.

 

In het rapport van WOinactie staan de nodige staaltjes van leaveism.

Het ergst daarvan is volgens Aukje Nauta, Bijzonder Hoogleraar aan de Universiteit Leiden, misschien nog wel ouderschapsverlof-isme.

Een werknemer schrijft: “De enige uitweg die ik zie om mijn werkdruk te verlichten, is om ouderschapsverlof aan te vragen.”

Een ander heeft dat al gedaan.

Hij schrijft dat hij ouderschapsverlof heeft opgenomen om zijn taken te kunnen vervullen.

Dus niet om die 8 uur per week met zijn kinderen door te brengen.

 

Overigens blijkt uit het rapport van WOinactie dat werkenden in het Wetenschappelijk Onderwijs gemiddeld 36% van hun reguliere contractomvang extra werken.

Dat is zo’n 12 tot 15 uur per week.

Zie die maar eens bij elkaar te sprokkelen als je al fulltime werkt.

 

Kenbaar maken dat je je werk niet afkrijgt in werktijd vraagt lef.

Zeker als je niet sterk in je schoenen staat en je ervoor schaamt dat je jouw werk niet afkrijgt.

Of bang bent om je positie en status te verliezen.

Dan houd je een te grote werklast algauw liever voor jezelf.

Neem je jouw werk mee naar huis om het daar af te maken.

En lukt dat je niet?

Dan neem je maar een paar dagen vrij.

Liever dat, dan je onvermogen kenbaar maken in een gesprek met je baas.

 

En werk je niet fulltime, maar parttime?

Het is een valkuil om je werk uit te laten dijen in jouw vrije tijd.

Zeker als je makkelijk kunt uitwijken naar privé tijd.

Met als gevolg dat je fulltime met je werk bezig bent, maar zonder dat je als fulltime kracht beloond wordt.

 

 

 

Zou je wel ander werk willen?

Vooral ook omwille van de overwerkcultuur in jouw organisatie? 

Maar weet je niet wat je op de arbeidsmarkt te bieden hebt?

Wat voor werk je zou willen doen en wat voor organisatie wél bij jou past?

Neem gerust contact met me op.

Graag maak ik tijd voor je vrij om jouw vragen te beantwoorden.

 

 

Het betere is de vijand van het goede’; in feite is het een waarschuwing tegen perfectionisme.

Met grote regelmaat hoor ik perfectionisme noemen door potentiële klanten, als een van hun kwaliteiten.

Gisteren weer tijdens een oriënterend gesprek.

 

Als loopbaancoach zie ik perfectionisme niet zozeer als een kwaliteit, maar eerder als een valkuil.

Als een teveel van gaan voor kwaliteit.

Dus te veel van het goede.

 

Iets wat goed is, kun je het beste zo laten.

Als je probeert het te verbeteren heeft dat over het algemeen niet zoveel nut; goed is goed.

Bovendien bestaat het gevaar dat je het juist slechter maakt door je verbeterpoging.

 

Het betere is de vijand van het goede

 

Ik herken dat in mijn bezig zijn met het maken van keramiek.

Het kan dan gebeuren dat ik bij de afwerking iets zie, dat me nog niet helemaal zint.

Dat ik me niet kan bedwingen er met mijn vingers af te blijven, maar er nog even aan wil zitten.

Om het beter te maken.

Met als resultaat, dat ik het dan helemaal verpruts.

 

De uitdrukking ‘Het betere is de vijand van het goede’ is een afgeleide van het Franse ‘Le mieux est le mortel ennemi du bien’.

Het is een uitspraak, die wordt toegeschreven aan de Franse filosoof Montesquieu (1698-1755).

Volgens Montesquieu is het verkeerd om verbeten op zoek te gaan naar het beste.

 

En mogelijk presteer je door je vruchteloze zoektocht naar perfectie helemaal niets.

Of begin je er zelfs niet aan.

 

De Japanse monnik Matsumoto leert mensen de imperfectie te omarmen.

Tweewekelijks houdt hij in de boeddhistische tempel Komyoji, in het centrum van Tokio, zogenaamde temple mornings.

Zo’n temple morning bestaat onder andere uit een religieus deel, waarbij door de monnik luidkeels oude Japanse gedichten worden voorgelezen.

Dat is een ritueel dat binnen het Japanse boeddhisme shigin wordt genoemd.

Na het religieuze deel wordt er gezamenlijk schoongemaakt, in de tempel en de ruimte eromheen.

Door de gasten worden de temple mornings aangegrepen om een pauze in te lassen en even afstand te nemen van het stressvolle leven buiten de tempelmuren.

 

Volgens Matsumoto helpt schoonmaken ont-stressen.

Van schoonmaken leer je volgens hem perfectionisme overwinnen.

Als voorbeeld geeft hij het schoonmaken met een bezem.

Concreet, het vegen van bladeren.

Als je schoonmaakt met een bezem en je ziet na het schoonmaken dat er een blaadje valt, wat dan?

Je moet dat leren aanvaarden.

Dat doe ik iedere dag.”

 

Met mediteren en schoonmaken blijf je volgens hem werkdruk de baas.

Als je altijd probeert om alles perfect uit te voeren, dan vraagt dat steeds weer een enorme inspanning.

En steeds meer energie om uiteindelijk een voldaan gevoel te krijgen.

Met het risico dat je in een burn-out belandt.

 

Laat je als perfectionist dan ook niet misleiden door de variant van ‘Het betere is de vijand van het goede’.

Die variant is: ‘Het goede is de vijand van het betere’.

Dat is een variant die op jou als perfectionist niet van toepassing is.

 

Het is een variant in de zin van een waarschuwing voor de gemakzuchtigen.

Daarbij denk ik aan de mensen die het algauw goed genoeg vinden en snel geneigd zijn om te zeggen ”Het is wel goed zo”.

Terwijl het nog niet goed is.

Want als je het allemaal al gauw wel goed vindt, dan laat je kansen liggen om iets beter te doen of beter te maken.

 

 

Kost jouw werk je meer energie dan het je oplevert?

Mogelijk omdat je probeert alles perfect uit te voeren en voldoening ontbreekt?

 

Twijfel je over je kwaliteiten en wil je graag zicht krijgen op waar je écht goed in bent?

Neem contact met me op en leg je vragen aan me voor in een oriënterend gesprek.

Klik op deze link en maak een afspraak met me.