Maak ruimte als je niet gelukkig bent met je werk

 

Feliciteer …… met 18 jaar dienst bij ……

Vul zelf maar in.

Met enige regelmaat stuurt LinkedIn mij zulke berichtjes. Jij krijgt ze vast ook, maar dan over jouw connecties.

Ik weet niet wat zulke berichtjes bij jou oproepen, maar ik word er een beetje ongemakkelijk van. Want ik weet lang niet altijd of ik een lang dienstverband bij een en dezelfde werkgever een verdienste vind of juist niet.

Zeker als ik weet dat de betreffende persoon eigenlijk graag iets anders wil, maar om wat voor reden dan ook, het niet lukt om de bakens te verzetten.

 

Ik voel dan aarzeling om op de knop te drukken en te feliciteren. Over het algemeen doe ik het ook niet.

Bovendien houd ik niet van standaardberichtjes. En is een standaardberichtje van LinkedIn eerder een uitnodiging om een persoonlijk bericht te sturen.

Maar zoals gezegd, feliciteren bij langjarige dienstverbanden doe ik maar zelden.

 

Dat is anders bij meldingen van LinkedIn over een nieuwe functie voor een van mijn connecties.

Daar word ik echt nieuwsgierig van. Ik ben oprecht benieuwd welke functie het geworden is en ik klik algauw op de link naar het profiel.

Ik vind het mooi om te zien hoe mensen stappen durven zetten. Soms na een korte of lange periode van twijfel. Of onvoldoende durf om het bekende los te laten.

Als mensen over hun drempels durven stappen, dan word ik echt blij, zeker als ik de voorgeschiedenis ken.

En ja, dan type ik graag even een persoonlijk berichtje. Een nieuwe functie vind ik oprecht een felicitatie waard.

Het getuigt van moed om het bekende los te laten en je vleugels uit te slaan.

 

Hoe is dat voor jou?

Zou je graag stappen willen zetten in je loopbaan, maar heb je niet de moed om dat te doen? Misschien ook omdat je niet weet wat je anders wilt?

Laura Koekenberg, een van mijn oud-coachklanten, zegt daarover:

“Ben jij niet gelukkig met je werk?

Als dat gevoel je overkomt, dan moet je daar ruimte voor maken.

Vraag hulp, de weg naar geluk ligt er, maar je moet er gewoon doorheen. Je gaat er gewoon komen.”

 

Dat er doorheen gaan niet echt gewoon is en dat je er ook niet echt gewoon gaat komen is te zien en te beluisteren in onderstaande video:

 

 

Zoek je net als Laura uitdaging, onafhankelijkheid en zelfstandigheid?

Of:

Heb je het gevoel dat je je kwaliteiten onvoldoende benut en dat je meer kunt, maar dat dat in je huidige werk niet tot ontplooiing komt?

Zoek je meer zingeving en meer voldoening in je werk?

Vraag je je af WAT WIL IK NOU ECHT?

Of heb je op dit moment geen baan, maar wil je je beraden op een volgende stap in je loopbaan?

 

Neem gerust contact met me op en leg je vragen en dilemma’s aan me voor in een oriënterend gesprek.

Aan zo’n gesprek zijn geen kosten verbonden en het verplicht je tot niets.

 

 

 

 

ChatGPT en andere talige programma’s die teksten verwerken, zijn aan een opmars bezig.

Om die ontwikkeling zelf te ervaren en een beetje bij te benen heb ik me aangesloten bij de LinkedIn Content Masters en volg ik op LinkedIn mensen die zich profileren op het terrein van ChatGPT.

De eerste bijeenkomst van de LinkedIn Content Masters was een beetje experimenteren met ChatGPT en de tool AIPRM. Ik weet inmiddels iets van prompts (opdrachten) die je kunt gebruiken om bijvoorbeeld een maandkalender met onderwerpen uit te laten werken, of een inhoudelijke post te laten schrijven.

Maar toegeëigend heb ik me die kennis nog niet. Laat mij naast dat experimenteren met ChatGPT nog maar even lekker zelf schrijven of typen.

 

Artificiële intelligentie kan hele arbeidsmarkt veranderen

 

Maar of je de ontwikkelingen nu omarmt of niet, het is de verwachting dat Artificiële Intelligentie (AI) werk gaat veranderen. Misschien wel ingrijpend, want er wordt gewaarschuwd voor ontwrichting van de arbeidsmarkt. Niet dat banen zullen verdwijnen, maar men vermoedt dat het werk anders zal worden. Waardoor ook andere vaardigheden van werkenden zullen worden gevraagd.

Copywriters zullen bijvoorbeeld hun basisvaardigheden niet meer gebruiken voor het schrijven van teksten, maar meer voor het redigeren daarvan, het verrijken van teksten en het beoordelen of het allemaal klopt.

 

Voor mij als loopbaancoach is het cruciaal om de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt te volgen en te zorgen dat ik bij blijf.

Zo begreep ik uit een podcast van het Financiële Dagblad dat bijvoorbeeld PWC een programma gebruikt, toegespitst op juridische teksten. Dat programma kan een contract van 1000 pagina’s in 25 seconden lezen en analyseren. En schrijft dan een memo met daarin linkjes, naar waar de conclusies op zijn gebaseerd.

Juridisch gezien schijnt het resultaat van de inzet van het programma te kloppen.

 

Dat doet me denken aan het werk van een van mijn coachklanten, een kandidaat-notaris. En hoe het, naar ik begreep, soms een hele puzzel is om bijvoorbeeld bij een bedrijfsoverdracht te komen tot een contract waarin de belangen van alle betrokkenen zijn meegenomen en gewogen.

En aan een andere coachklant, een legal councel, die met haar juridisch team als een spin in het web tussen de leden van het salesteam in zit en elk contract moet controleren. Overigens niet alleen contracten van het salesteam, ook met betrekking tot overnames van bedrijven.

Hoe anders zullen die werkzaamheden worden als daarvoor Artificiële Intelligentie ingezet wordt. Alle kans dat dan voor de legal councel nog meer dan nu het geval is, het accent zal komen te liggen op strategisch meedenken met de doelen van de organisatie, leidinggeven en delegeren. In plaats van op de werkzaamheden en competenties van de ‘klassieke’ jurist.

 

Mogelijk gaat Artificiële Intelligentie en als onderdeel daarvan Chat GPT, ook jouw baan veranderen.

Wat verwacht jij in deze? Welke consequenties zou dat hebben voor jouw takkenpakket? En voor de competenties voor het werk dat jij wilt doen?

Hoe kun je op die ontwikkelingen anticiperen?

 

 

Ik ben heel benieuwd naar jouw indrukken. Ik lees het graag.

 

 

 

 

Het hoeft niet altijd ingewikkeld, kies vaker voor de simpele oplossing

 

Ik heb het goed getroffen, ik ben een bofferd.

Dagelijks wordt er heerlijk voor mij gekookt. En dan niet zomaar Hollandse pot of aardappels, vlees en groente.

Van het bepalen van het menu en het uitzoeken van recepten wordt serieus werk gemaakt. Een hele rij kookboeken staat er dan ook in onze keuken op de plank.

Veel Midden-Oosterse recepten in bijvoorbeeld Persiana, van de Iraanse Sabrina Ghayour. En veel boeken geschreven door Yotam Ottolenghi, al dan niet samen met Sami Tamimi of Ramael Scully. Misschien zeggen titels als Jeruzalem, Plenty en Flavour je iets? Of Falastin, geschreven door Sami Tamimi en Tara Wigley?

 

Je baan net als een kookboek

 

Ottolenghi; mensen die van zijn kookboeken of recepten hebben gehoord, denken algauw aan veel ingrediënten die niet overal te krijgen zijn, en veel werk. Misschien denk jij dat ook wel.

Bij die ingrediënten horen typische ‘Ottolenghi-ingrediënten’ zoals bijvoorbeeld sumak, za’atar, rozenharissa en granaatappelmelasse. Die zijn inderdaad niet overal makkelijk te krijgen, maar in een goede Turkse winkel kom je een heel eind.

En vaak is het maken van gerechten uit de boeken van Ottolenghi ook veel werk. Kost het tenminste veel tijd. Twee uur voor het bereiden van een maaltijd met een paar gerechten is geen uitzondering.

Toch kan het bij Ottolenghi ook simpel. Met name met zijn recepten in Simpel. En zoals hij zelf aangeeft, iedereen heeft een eigen mening over wat simpel is.

Voor de een is dat de ‘S’ van snel; in minder dan 30 minuten een gerecht op tafel. Een ander gaat voor de ‘I’ van ingrediënten; niet meer dan 10. Voor weer een ander gaat het om de ‘M’ van maak van tevoren. Of de ‘P’ van provisiekast, of de ‘E’ van eenvoudiger dan je denkt. Of de ‘L’ van lui.

Bij die laatste categorie kun je denken aan bijvoorbeeld recepten voor stoofschotels, die rustig een paar uur staan te garen, terwijl jij in alle rust in de tuin zit en lekker van het zonnetje geniet.

 

En ook de Iraanse kok Sabrina Ghayour is naar simpele gerechten gegaan in haar boek Simply. Met recepten voor makkelijke Midden-Oosterse maaltijden laat zij zien dat je de essentie ook eenvoudiger kunt pakken.

 

 

Wat betreft je werk hoeft het ook niet altijd ingewikkeld te zijn. Zie je baan als een kookboek. Durf wat vaker te kiezen voor een simpele oplossing.

Stop met overpresteren, zegt Greg McKeown in zijn boek Essentialism: The Disciplined Persuit of Less. In vertaling in het Nederlands: Essentialisme, Niet meer alles moeten.

Durf te kiezen voor essentialisme. Kies voor het nu en voor wat écht belangrijk voor je is. Richt je op waarin jij het verschil wilt en kunt maken.

Ga goed met je energie om, doseer je energie. Word een business minimalist. En ook al klinkt minimalist voor jou misschien negatief, zo is het niet bedoeld.

Weet goed wat nodig is om jouw functie naar behoren uit te oefenen en krijg dat zo simpel mogelijk voor mekaar. Want je hebt alle kans dat je meer bereikt als je minder hard werkt. Kijk wat je kunt schrappen. Laat je bijvoorbeeld niet gek maken door alle mailtjes in je inbox. En scherm je af voor alle ruis, die je afleidt van je eigenlijke werk.

 

 

Kost je werk je meer energie dan het je oplevert?

Kom je doodmoe thuis van je werk en heb je geen energie meer om wat dan ook op te pakken?

Vind je het moeilijk om de vinger erachter te krijgen waar het aan schort in je huidige werk en waardoor je energie weglekt?

Plan een afspraak in voor een oriënterend gesprek, in mijn online agenda. Dat kan heel makkelijk met deze link.

 

 

 

 

En balans is nodig om niet om te vallen.

Dat balans nodig is om niet om te vallen en vooruit te komen heb ik een kleine twee jaar geleden ervaren. Door wondroos aan een oor was mijn evenwichtsorgaan aangedaan. Ik heb nooit geweten dat je wondroos aan een oor kunt krijgen, terwijl je daar geen wondje hebt.

Toch was het zo.

Ik was totaal uit balans. Bij de trap aflopen moest ik me vasthouden aan beide leuningen. En voor een wandelingetje had ik een stevige hand nodig van Martin. En die moest voortdurend bijsturen om mij een beetje in het gareel te houden.

Alleen eropuit kon echt niet. Ik weet nog dat ik voor een bezoek aan de huisarts voor de deur werd afgezet met de auto. Als een dronken vrouw me vast moest houden aan deurstijlen. En in de gang houvast moest vinden door mijn handen steeds weer op de muur te zetten.

Ik kwam vooruit, maar hoe.

Toen het weer wat beter met me ging en ik weer wat stabieler kon lopen, wilde ik wel eens proberen of ik kon fietsen. Natuurlijk wel onder begeleiding.

 

Balans is nodig om vooruit te komen. Net als bij fietsen.

 

Martin voorop en ik braaf in zijn kielzog.

Dat ging best aardig. Zo aardig dat ik misschien een beetje overmoedig werd.

In het buitengebied van Zutphen, met weinig verkeer, trapte ik even lekker door om Martin te passeren. Dat ging prima en ik genoot van het weer vrij kunnen fietsen.

Na een paar honderd meter was ik nieuwsgierig of Martin mij volgde en waagde ik het om even achterom te kijken. Dat was dus niet slim. Ik raakte uit balans, maakte een U-turn, een draai van 180 graden, en kwam in omgekeerde richting in de berm tot stilstand. Gelukkig wel met beide voeten op de grond, alhoewel een beetje in onbalans.

Daarna was het wel afgelopen met de pret. Heel voorzichtig ben ik verder gefietst, braaf achter Martin aan en met mijn hoofd recht vooruit en strak vooruitkijkend.

 

Niet alleen fietsen en lopen, maar alles in het leven draait om balans.

Balans in je privéleven, in je werk en balans tussen je privéleven en je werk.

En zoals je met je fiets geen balans hebt als je stil staat, zo vraagt balans in je leven voortdurend om beweging.

Als je denkt dat je een goede balans gevonden hebt, dan komt er vaak wel weer iets op je pad dat noodzaakt tot bijsturing om weer in balans te komen. Bijvoorbeeld een extra opdracht of een zieke collega op je werk. Een ziek kind thuis of dat je bij moet sturen omdat je zelf weinig energie hebt.

Het is een kwestie van voortdurend manoeuvreren om met name je energie in balans te houden. Het is dan ook belangrijk om je ervan bewust te worden en voor jezelf in kaart te brengen wat je energie kost en wat je energie oplevert. Zodat je tijdig bij kunt sturen en balans kunt creëren.

 

 

Kost je werk je meer energie dan het je oplevert?

En vind je het moeilijk om de vinger erachter te krijgen wat maakt dat je opbrandt, met als risico een burn-out?

Zou je weleens willen weten waar je aan kunt ‘sleutelen’, zodat je werk weer beter bij je past en je energie geeft in plaats van dat het je energie kost?

Plan een afspraak in voor een oriënterend gesprek met deze link.

 

 

 

 

Ken je het verhaal van de visser en zijn vrouw die zo arm waren dat ze alleen maar in een pot konden wonen?

Misschien gaat er een belletje bij je rinkelen als je onderstaand riedeltje hoort:

Mannetje, mannetje Timpe Te,
Botje, botje in de zee,
mijn vrouwtje die heet Ilsebil,
ze wil niet zoals ik wil.

Het is een riedeltje uit een van de sprookjes van Grimm. Ik heb dat vaak voorgelezen aan onze kinderen.

Het verhaal gaat over een visser die elke dag gaat hengelen. Op zekere dag heeft hij een bijzondere vis, een bot, aan zijn hengel. Die bot blijkt geen echte vis te zijn, maar een betoverde prins.

De prins vraagt de visser om hem weer terug te zetten in het water. Hij is toch niet lekker. De visser zet de bot terug in het water en gaat terug naar zijn vrouw in de pot.

‘Man’, zei de vrouw, ‘niks gevangen?’Nee’ zei de man, ‘een bot gevangen, die zei dat hij een betoverde prins was en toen liet ik hem maar weer zwemmen.’

‘Heb je dan geen wens gedaan?’ ‘Nee’, zei de man ‘wat zou ik nu wensen?’ ‘Ach’, zei de vrouw, ‘wat is dat nou, altijd in zo’n pot wonen. Je had toch wel een vissershutje kunnen wensen.’

En de man ging weer naar de zee en zei:

Mannetje, mannetje Timpe Te,
Botje, botje in de zee,
mijn vrouwtje die heet Ilsebil,
ze wil niet zoals ik wil.’

 

Mannetje, mannetje Timpe Te

 

Daar kwam de bot aanzwemmen en zei: ’Nou, wat wil ze dan?’ ‘Ze wil niet meer in die pot wonen, ze wil een hut.’ ‘Ga maar’, zei de bot. ‘Ze heeft hem al.’

Maar de hut was niet goed genoeg. De vrouw wilde een kasteel. En na het kasteel wilde de vrouw koning worden. Toen ze koning was, wilde ze keizer worden. En toen ze keizer was, paus.

Steeds weer ging de visser terug naar de zee en herhaalde zijn riedeltje.

En steeds zei de bot: ‘Ga maar, ze is het al.’

Maar voor zijn vrouw was het nog steeds niet genoeg. Uiteindelijk wilde ze als de lieve Heer worden. Ze realiseerde zich daarbij niet wat ze vroeg. ‘Ga maar terug, ze zit alweer in jullie oude potje.’

 

Ik moest aan het verhaaltje denken na een gesprek met een van mijn coachklanten. Hij wil graag meer en beter, niet alleen in zijn werk, maar ook daarbuiten.

Met die wens is niks mis. Er is ook niks mis met je laten inspireren door leeftijdgenoten die in jouw ogen maatschappelijk gezien al hoger op de ladder zitten dan jijzelf.

Belangrijk is volgens mij de vraag: ‘Wat maakt dat bijvoorbeeld een hogere functie voor jou nastrevenswaard is?’ Of anders gezegd: ‘Waarom wil je dat?’

Het antwoord op die vraag hangt nauw samen met wat werk voor jou betekent. Dat is een vraag die lang niet voor iedereen makkelijk te beantwoorden is. En waar ook mijn coachklant eens diep over wil nadenken. Dat geldt ook over wat hij meer en beter wil, buiten zijn werk.

 

Bovengenoemde topics hebben alles te maken met wat betekenisvol en nastrevenswaard is voor jou. In een coachtraject besteden we daar dan ook aandacht aan. Want werk kun je niet los zien van wat naast werk belangrijk voor je is.

 

 

Heb je nog onvoldoende zicht op wat werk voor jou waardevol maakt?

Lees mijn boek ‘Wat wil ik nu echt?’ – Een loopbaanstrategie voor gedreven hbo’ers en academici die meer waarde willen realiseren in hun werk.

 

Schat je bij voorbaat in dat je wel wat hulp kunt gebruiken om te komen tot een antwoord op de vraag wat je écht wilt?

Plan een afspraak in voor een oriënterend gesprek, in mijn online agenda. Dat kan met deze link.

 

 

 

 

Je kent ze vast ook wel, van die restaurants met tig gerechten op de kaart. Zoveel gerechten dat het bedienend personeel denkt en communiceert in termen van nummers in plaats van namen.

Vooral Aziatische restaurants zijn naar mijn ervaring goed in het samenstellen van een super uitgebreide menukaart, maar menig Italiaans restaurant kan er ook wat van.

Voor zover je het als gast dan meekrijgt, is het vaak ook hartstikke druk in zo’n keuken. Dat is geen wonder.

Ik kan me niet voorstellen dat je met zo’n uitgebreide menukaart voor elk gerecht echt waarde kunt leveren. Ook al organiseer je het nog zo goed.

Geef mij maar een restaurant met beperkte keuzemogelijkheden.

 

Er zijn van die restaurants, die het je heel makkelijk maken.

Een paar weken terug dineerden we bij een restaurant in Odeceixe, Portugal. Houd je van een beknopte menukaart? Nou, die hebben ze daar.

Je kunt kiezen uit twee opties: ‘4 momentos’ of ‘7 momentos’. Dat is het. Wat de momentos zijn, dat moet je maar afwachten.

Bij het welkomstdrankje wordt wel aan je gevraagd of er iets is wat je niet wilt of mag eten.

In de keuken is het niet druk. Je ziet vanuit het restaurant dat er met veel aandacht wordt gewerkt. En er komt zeker geen lawaai uit de keuken.

En they do less; vier gerechten van het zeven gangen menu zijn identiek aan het menu met de vier gangen. Evenals alle kleine hapjes als verrassingen tussen de gerechten door.

But they obsess; over elke creatie is goed nagedacht. En elk gerecht wordt met heel veel zorg bereid, tot in de puntjes opgediend en gepresenteerd. Elk gerecht is een creatie.

Zij leveren waarde, niet alleen wat betreft de gerechten, maar ook qua ambiance en gastvrijheid.

 

Meer waarde in werk; do less, then obsess

 

Ook met betrekking tot je werk is het goed om je niet gek te laten maken door alle drukte en welbewust keuzes te maken. Je te concentreren op een gering aantal kernactiviteiten waarmee je de meeste waarde toevoegt.

Stel prioriteiten. Krijg daar een obsessie voor, ga met extreme toewijding aan het werk en zeg nee tegen de rest.

Door die extreme toewijding kom je tot buitengewone resultaten.

Less and more; minder activiteiten of zoals in het restaurant minder gerechten, meer geconcentreerde aandacht.

Maximaliseer de waarde van je werk door te kiezen voor een beperkt aantal activiteiten en besteed daar alle aandacht aan.

Combineer daarbij jouw passie (datgene waar je energie van krijgt) met je purpose (zingeving). Dan heb je nauwelijks nog het gevoel dat je het te druk hebt, want wat je doet heeft betekenis.

 

 

 

Heb je nog geen helder beeld van waar jij écht warm voor loopt? Waar je energie van krijgt en waar je een bijdrage aan wilt leveren?

Lees mijn boek ‘Wat wil ik nu echt?’ – een loopbaanstrategie voor gedreven hbo’ers en academici die meer waarde willen realiseren in hun werk.

 

Weet je bij voorbaat dat je wel wat hulp kunt gebruiken om een antwoord te krijgen op jouw loopbaanvragen?

Plan een afspraak in voor een oriënterend gesprek. Dat kan met deze link.

 

 

 

 

Van mijn eerste sollicitatie kan ik me niet zoveel herinneren. Mijn studie pedagogiek combineerde ik met een functie als pedagogisch medewerker bij een pedo-therapeutisch instituut in Nijmegen. Dat werk heb ik met plezier gedaan. Bovendien was het heel nuttig om naast de studie te werken in de praktijk.

Na twee jaar begonnen de onregelmatige diensten en eens in de zoveel weken de slaapdienst, mij op te breken. Het onderwijs leek me zo gek nog niet. Ook al had ik voor mijn keuze voor een vervolgopleiding vaak geroepen dat ik niet het onderwijs in wilde.

Mijn oog viel op een vacature voor docent handvaardigheid op een scholengemeenschap in Nijmegen. Dat trok mij wel aan. Op basis van een eerdere brede hbo-opleiding die ik had gevolgd, was ik bevoegd om lessen handvaardigheid te geven.

Ik schreef een brief en werd uitgenodigd voor gesprek met de directrice en de adjunct.

In de tussentijd kwam ik nog een andere vacature voor docent handvaardigheid op het spoor, op een school in Arnhem. Ook daarnaar heb ik gesolliciteerd. Om de een of andere vage reden leek me die functie aantrekkelijker dan de functie in Nijmegen. Ook daar werd ik uitgenodigd voor een gesprek.

Inmiddels hadden ze in Nijmegen hun keuze gemaakt en dachten mij te verblijden met hun positieve boodschap. Zelfverzekerd als ik was, liet ik weten dat mijn voorkeur uitging naar de school in Arnhem. Overigens nog niet wetend of ze mij daar wilden hebben. Maar kennelijk was ik zo naïef dat ik dacht dat me dat wel ging lukken.

Dat had ik verkeerd ingeschat. Ik werd het niet in Arnhem. Met enige schroom belde ik naar de school in Nijmegen om te vertellen dat ik weer beschikbaar was. De vacature bleek nog niet ingevuld. Kennelijk hadden ze verder geen geschikte kandidaten. Ze gingen graag alsnog met mij in zee. Maar ik kreeg als drieëntwintigjarige wel de les gelezen dat mijn actie niet zo’n handige was. En alsof ze mijn ouders waren, dat ik dat niet nog een keer moest doen.

Ik zal dat niet gauw vergeten.

Achteraf was de schade ruimschoots te repareren. Maar het feit dat ik het me nog kan herinneren geeft wel aan, dat ik met enige schaamte inzag dat mijn actie niet handig en niet verstandig was.

Ik heb daar toen wel van geleerd.

 

Door schade en schaamte wijs worden

 

Als je bezig bent met het verwerven van een nieuwe baan, kan het ook gebeuren dat je iets zegt of doet, waarvan je achteraf denkt dat het niet zo handig was.

En dat je het een volgende keer anders zou doen.

Achteraf kun je daar dan flink mee in je maag zitten. En jezelf verwijten aanpraten als het je inderdaad niet lukt om de baan te verwerven.

Ermee in je maag zitten gaat je niet helpen. Wat gebeurd is, is gebeurd. Je kunt het niet terughalen. Ook al zul je er flink van balen dat het zo gelopen is. Zie het als een leermoment, waardoor je in een vergelijkbare situatie tot meer afgewogen antwoorden op vragen zult komen. Of voorkomt dat je je mond voorbijpraat.

 

 

Kost het je moeite om je overtuigend te presenteren in selectiegesprekken?

Kun je daarbij wel wat hulp gebruiken?

Mede door mijn ervaring met het geven van trainingen gedragsgericht of criteriumgericht interviewen voor selecteurs, kan ik je daarbij goed helpen.

Neem gerust contact met me op voor het maken van een afspraak voor een oriënterend gesprek.

 

 

 

 

‘Mama heeft een vakantiebaan’; dat zeiden onze twee oudste kinderen over mijn docentschap bij Fontys Hogescholen en later de Academie Mens en Arbeid in Tilburg.

Zo’n uitspraak komt natuurlijk niet uit de lucht vallen. Ik realiseer me heel goed dat ik daar zelf een aandeel in had.

Een paar jaar daarvoor had ik de kans gegrepen om weer aan het werk te gaan. Ons tweede kindje was toen 1 jaar oud. Bij de afdeling Algemene Onderwijskunde waren ze op zoek naar vervanging voor een docent die gebruik wilde maken van studieverlof, om ruimte te hebben voor zijn promotieonderzoek. Aan mij, als afgestudeerde in de orthopedagogiek, de vraag of ik hem zou willen vervangen. Ik had ik daar wel oren naar. Onder voorwaarde dat ik het voor mezelf goed kon regelen.

Gereguleerde kinderopvang was er niet. En ik denk dat mijn ouders en mijn schoonmoeder vreemd gekeken zouden hebben als ik hen zou vragen om een dag op onze twee kinderen te passen. Ik was in elk geval niet op dat idee gekomen.

Dat werd dus een briefje ophangen op het prikbord van de universiteit. In de hoop dat we daarop een reactie kregen. En ja, dat lukte. Het briefje werd opgemerkt door een student en die tipte zijn moeder. Zo kwam Riet op ons pad. Onze kinderen noemden haar onze hulpmoeder. Ze is jarenlang bij ons gebleven.

Elk uur dat ik weg was voor mijn werk, was Riet bij ons in huis. Zij zorgde voor uiteindelijk onze vier kinderen en de nodige huiselijkheid. Ze deed de strijk, als die er was en trof voorbereidingen voor de avondmaaltijd. De pannen stonden gereed als ik thuiskwam. Naast Riet hadden we Jo, die twee dagdelen in de week ervoor zorgde dat ons huis op orde bleef.

Voor mij was dat heerlijk werken, wetend en voelend dat de kinderen niets tekortkwamen. En ikzelf gefocust weer kon deelnemen aan het arbeidsproces, mijn expertise kon inzetten en me verder kon ontwikkelen.
En zoals ik jaren later van onze dochter te horen kreeg: ‘Ik ben blij dat ik jou als voorbeeld had’.

De goede voorzieningen die ik getroffen had betekenden dat ik een aanzienlijk deel van mijn inkomsten besteedde aan het ruimte creëren voor mezelf en om het thuis lekker te laten lopen. Die investering was het voor mij ruimschoots waard.

Een extraatje voor bijvoorbeeld vakanties bleef er nog wel over van mijn inkomsten. Vandaar ‘mama heeft een vakantiebaan‘.

 

mama heeft een vakantiebaan© foto Martin Langbroek

Ik denk nog steeds met een goed gevoel terug aan het besluit dat ik toen genomen heb, want wie weet hoe het anders gelopen was. Het was voor mij dé springplank naar wat ik nu, enkele decennia later nog steeds ervaar als een mooie loopbaan.

 

Hoe is dat voor jou?

Zou jij graag stappen zetten in je loopbaan, maar lukt het je niet om een bruggetje te maken? Ben je geneigd om te denken in ja-maar in plaats van ja-en?

Grijp je kans, ook al vraagt het enige creativiteit om jouw wensen te realiseren. Laat je inspireren en creëer de ruimte die je nodig hebt om je te ontwikkelen. En durf te investeren in je eigen ontwikkeling. Je zult ervaren dat die investering zich ruimschoots terugverdient. Niet alleen materieel, maar vooral ook immaterieel.

 

Ben je toe aan een nieuwe uitdaging?

Wil je jezelf ontwikkelen, maar heb je onvoldoende zicht op je mogelijkheden en weet je nog niet hoe een volgende stap eruit moet gaan zien?

Neem gerust contact met me op en leg je vragen aan me voor. In een oriënterend gesprek onderzoeken we wat er nodig is om te komen tot een antwoord op jouw loopbaanvragen.

 

 

 

 

 

Cleve Backster was een van de eersten die opperden dat planten door onze intenties worden beïnvloed.

Dat idee leek zo belachelijk, dat er kennelijk veertig jaar lang de spot mee werd gedreven.

Backster werd berucht door experimenten die volgens hem aantoonden dat levende organismen de gedachten van een mens kunnen lezen en erop kunnen reageren.

Ook heeft hij aangetoond dat er een voortdurende informatiestroom is tussen alle levende organismen, in twee richtingen.

 

Alle organismen -van bacterie tot mens- schijnen zonder onderbreking op kwantumniveau met elkaar te communiceren.

Door dat mechanisme kunnen gedachten fysieke effecten teweegbrengen.

Hij toonde dat aan met gebruik van een leugendetector (polygraaf). In Amerika was hij namelijk de belangrijkste expert op het gebied van de leugendetector.

Een leugendetector laat zien wanneer iemands zenuwstelsel onder spanning staat, nog voordat de persoon zelf zich daarvan bewust is.

 

Met zo’n leugendetector deed Backster allerlei proeven, onder andere met planten.

Hij bedacht manieren waarop hij een plant kon laten schrikken door die te bedreigen.

Bijvoorbeeld door een lucifer af te strijken en het blad te schroeien.

Maar hij hoefde het nog niet eens te doen, zo bleek.

Het denken was al genoeg.

 

Zodra hij het dacht, schoot de naald naar de top van het polygram en sprong er bijna af.

Hij had de plant niet verschroeid; hij had het alleen maar overwogen.

Volgens de polygraaf had de plant de gedachte als een direct gevaar geregistreerd en er onmiddellijk in paniek op gereageerd.

 

Backster rende naar het bureau van zijn secretaresse in het belendende kantoor en ging op zoek naar lucifers.

Toen hij terugkwam registreerde de polygraaf nog steeds verontrusting van de plant.

Hij streek een lucifer af en hield het vlammetje onder een van de bladeren. De naald van de polygraaf bleef heftig zigzaggen.

Nu bracht Backster de lucifers terug naar het bureau van zijn secretaresse.

De bewegingen van de naald werden rustiger en tekenden even later alleen nog maar een vlakke lijn.

 

Backster wist niet goed wat hij ervan moest denken en ging door met zijn experimenten met planten.

Dossierladen vol verzamelde hij met onderzoeksresultaten op het terrein van wat hij noemde ‘primaire perceptie’.

 

Planten vertoonden duidelijke reacties op menselijke emotionele ups en downs.

Ze reageerden vooral op bedreigingen en andere vormen van negatieve intentie.

Dat deden overigens niet alleen planten, maar bijvoorbeeld ook pantoffeldiertjes, schimmelkweken, eieren, yoghurt.

Backster toonde zelfs aan dat ook lichaamsvochten als bloed en zaadvocht reacties te zien gaven die een afspiegeling waren van de gemoedstoestand van hun donor.

 

Dat zet aan tot nadenken.

 

Dat planten reageren op intenties, die indruk heb ik ook.

Een paar weken terug, toen het lange tijd droog was, stond onze Kirengeshoma er zielig bij.

 

Volgens mij is die ter ziele”, zei mijn echtgenoot. De blaadjes zagen er beroerd uit en hij liet zijn kop hangen.

Zoals wel vaker, was ik lekker aan het rommelen in de tuin. Goed voor mijn planten zorgen is voor mij ontspanning en ik doe het met aandacht en liefde.

En als een plant er slecht aan toe is, zoals onze Kirengeshoma, dan voel ik me al gauw geroepen om mijn bijdrage te leveren.

Al na een uur stond hij er weer mooi bij. Strak in het blad en zijn kop fier omhoog.

 

Talent moet je elke dag water geven, als een plantje© foto: Martin Langbroek

 

En ik natuurlijk trots op het resultaat. En als een kind zo blij, mijn echtgenoot er deelgenoot van maken.

Hoe heb je dat gefikst?”, vroeg hij mij.

“Nou, liefde, aandacht en wat water doen wonderen”.

 

 

Ook jouw talenten moet je elke dag water geven, als een plantje.

En dat water geven moet je doen met aandacht en met liefde.

Een talent moet je voeden, bij voorkeur dagelijks.

Want een talent moet je ontwikkelen.

Het is een vermogen om iets heel goed te kunnen, een leerpotentie.

Er is oefening nodig om die potentie tot ontwikkeling te brengen.

Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat tienduizend uur oefening nodig zijn om een beheersingsniveau te bereiken van wereldklasse.

 

 

 

Wil je talenten kunnen ontwikkelen, dan moet je een beeld hebben van wat jouw talenten zijn.

In mijn coachtraject ga je volop aan het werk om jouw talenten boven water te krijgen.

Je krijgt scherp met welke talenten je het liefste bezig bent. Want je kunt in potentie wel iets goed kunnen, maar het ook leuk vinden is mogelijk nog een ander verhaal.

En cruciaal is ook welke omgeving jij, net als een plant, nodig hebt om jouw talenten te ontwikkelen. Zodat jij kunt groeien en bloeien.

Ook daar besteden we dus volop aandacht aan.

 

 

 

 

 

Benut nieuwe dagen en nieuwe kansen

 

Time flies, het is alweer 11 maanden geleden dat je het jaar-membership bent aangegaan voor Het Lab.

Dat berichtje kreeg ik van een van de assistenten van Aartjan van Erkel.

Ik kon me bijna niet voorstellen dat er alweer 11 maanden voorbij waren. Uit nieuwsgierigheid en ter bevestiging heb ik de laatste factuur nog even opgezocht in mijn boekhoudprogramma.

En ja hoor, het klopte helemaal. Kennelijk gaat de tijd veel sneller dan ik denk.

 

Dat besef heb ik vaker.

Het is goed dat ik daar af en toe door anderen op gewezen wordt.

Zo kreeg ik eind vorige maand een berichtje van ING:

Wauw, mooie mijlpaal!

Hoera! Jouw onderneming bestaat bijna 20 jaar.

Van harte gefeliciteerd met het bereiken van deze mijlpaal. Een topprestatie waar je trots op mag zijn.

 

Ik weet dat ik in 2002 mijn eigen coachpraktijk begonnen ben. Maar wanneer exact, dat heb ik niet paraat. En ik sta daar ook niet echt bij stil.

 

Voordat je er erg in hebt, ben je weer een jaartje verder. Pak zelf de regie.

 

Wat ik me wel nog goed herinner van de start van mijn ondernemerschap, is een telefonisch contact met een adviseur van het pensioenfonds, het ABP. Ik wilde weten wat de consequenties zouden zijn van het starten van een eigen onderneming, voor mijn pensioen.

Ik kreeg het advies om nog eens goed bij mezelf te rade te gaan of ik wel helemaal wilde stoppen met mijn docentschap bij de hogeschool.

Als ik tot mijn 55e een aantal uren bleef werken bij de hogeschool, dan had ik kennelijk recht op FPU. Dat was een prepensioenregeling voor werknemers in overheidsdienst en onderwijs. Op basis van die regeling kreeg je van je 55e tot je 65e een FPU-uitkering.

Maar op dat pensioen zat ik niet te wachten. Integendeel, ik wilde alle ruimte hebben om vorm en inhoud te geven aan mijn eigen onderneming. En wilde niet gebonden zijn aan nog een paar uurtjes in loondienst.

 

Bovendien, aan een leven als pensionada was ik nog lang niet toe. En eerlijk gezegd, nog steeds niet.

Ik geniet nog elke dag van mijn werk. Ik krijg er energie van. In de eerste plaats door het werken met mijn coachklanten. Ook vind ik het fijn om me te blijven ontwikkelen, als persoon en als professional.

Nog steeds investeer ik in opleiding en training. Zowel op het terrein van loopbaanbegeleiding en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, als op ondernemerschap en alles wat daarbij komt kijken.

Zo ben ik bijvoorbeeld member van het LAB van Aartjan van Erkel en laat ik me inspireren voor mijn schrijfwerk door zijn maandelijkse masterclasses.

Daarnaast ben ik lid van VIDM, Vaker In De Media, en volg ik professionele trainingen om mijn zichtbaarheid te vergroten en neem ik deel aan lunchbijeenkomsten met journalisten die tips en ervaringen delen hoe je makkelijk in contact komt met de pers.

Ik vind het fijn als ik gevonden word door een journalist. Vooral ook door journalisten waarmee ik niet eerder contact heb gehad, maar die mij benaderen met de vraag of ze me mogen interviewen voor een artikel. Zoals onlangs nog voor een artikel in het AD en een aantal regionale bladen, onderdeel van DPG Media.

 

Werk waar je energie van krijgt en waar je van geniet, dat gun ik jou ook.

Het is nooit te laat om je koers bij te stellen. En elke nieuwe dag biedt nieuwe kansen.

Laat je inspireren door mijn coachklanten, die bewust pas op de plaats maken om ruimte te maken voor iets nieuws, hetzij in loondienst dan wel als zelfstandige.

Coachklanten, die op basis van de informatie die ze hebben verzameld in hun loopbaantraject, vol vertrouwen hun ondernemingsplan uitwerken en het avontuur als zelfstandige aangaan. Ook al is het best een beetje spannend.

 

Wil jij ook stappen zetten in je loopbaan, maar heb je nog geen beeld van de richting die je uit wilt gaan?

Lees mijn boek ‘Wat wil ik nu echt?’

 

En wil je jouw vragen aan me voorleggen? Bel (0575-544588/ 06-54762865) of e-mail ([email protected])me gerust.

 

Graag maak ik tijd voor je vrij om jouw vragen te beantwoorden.