Wat zijn er veel parallellen te trekken tussen de dieren- en de mensenwereld!

In een van mijn vorige berichtjes schreef ik over de bruine beer die zich liet intimideren door de wolven in het berenbos in het Ouwehands Dierenpark in Rhenen.

Ook van de zeehonden kunnen we leren.

 

In een uitzending van Het echte leven in de dierentuin zagen we de zeehondenpups Fien en Joep.

Pups blijven na hun geboorte een week of drie/vier bij hun moeder en van hun moeder krijgen ze heel vette melk. Stel je voor, met een vetgehalte van 45%. Dat is nog meer dan bij slagroom!

Het is geen wonder dat zeehondenpups daar snel van groeien.

Na vier weken wegen ze al zo’n 20 tot 25 kilo, terwijl dat bij de geboorte rond de 10 kilo is.

 

Maar lang houdt de moeder haar jong niet aan de borst. Na een paar weken moeten de pups zichzelf zien te redden.

En dat is aardig rigoureus. Niet rustig afbouwen; als het klaar is dan is het klaar.

De moederdieren maken zich weer op voor de volgende cyclus, paren met de mannetjes en dan begint het hele proces opnieuw.

 

Hoe een pamperende werkgever tegen je kan werken

 

Zichzelf zien te redden; dat betekent voor de zeehondenpups vis leren eten.

Kennelijk moeten ze dat echt leren en dat gaat, afgaand op de beelden van het voederen in Ouwehands, niet altijd even makkelijk.

Ook al zien de pups hun maatjes gretig happen naar de vis.

Met een engelengeduld proberen de verzorgers de zeehondenpups te verleiden. Steeds weer een visje aanbieden en hopen dat de zeehond de vis een keer gaat pakken en opeten.

Tenminste, de vis naar binnen laat glijden.

Als ik het allemaal moet geloven, dan kan het soms een paar maanden duren voordat dat echt gaat lukken.

Tot die tijd teert de zeehond op zijn eigen lichaamsvet.

 

In de mensenwereld gebeurt er iets vergelijkbaars. Niet met mensenbaby’s, maar met volwassen werknemers.

En niet voor een paar weken, maar voor de lange duur.

Wist je dat er werkgevers zijn, die hun werknemers stevig pamperen?

Goed voor hen zorgen, zodat je als werknemer in een gespreid bedje komt. Niet alleen in de inwerkperiode, maar ook nadien.

Dat lijkt misschien aantrekkelijk, maar er zit ook een groot risico aan.

 

Jaren aan de borst van je werkgever eist zijn tol. Ook al merk je dat pas als je op jezelf teruggeworpen wordt.

Met name bij beëindiging van je dienstverband.

Ik zie dat bij coachklanten, die jarenlang gewerkt hebben in een ‘beschermde’ werkomgeving waar nagenoeg alles met betrekking tot werk en loopbaan voor hen geregeld werd.

Komt dat werk te vervallen, dan moeten ze opeens op eigen benen staan. Niet wetend hoe ze hun vis moeten vangen.

Ze hebben het immers nooit hoeven leren, want zelf sturen in hun loopbaan en zelf de regie pakken hebben ze nooit hoeven doen.

Loopbaanpaden waren uitgestippeld, evenals de opleidingen als weg om hogerop te komen.

 

Gelukkig komt er steeds meer besef dat de tijd van pamperen en verzorgen achter ons ligt.

Met de komst van de zesde generatie werkenden op de arbeidsmarkt, na babyboomers, generatie X, de xennials, generatie Y (millennials), generatie Z en generatie Alpha.

Als het gaat om inzetbaarheid en vitaliteit komt er steeds meer evenwicht tussen medewerker en organisatie.

Medewerkers willen steeds meer verantwoordelijkheid en eigenaarschap pakken ten aanzien van hun eigen inzetbaarheid.

De organisatie moet hierbij vooral faciliterend zijn en het goede gesprek willen voeren.

En dat is maar goed ook.

Want je kunt beter al vroeg leren hoe je je vis moet vangen, in plaats van dat je als volwassene ontheemd en onthand aan de kant komt te staan.

En moet teren op het vet op je botten.

 

 

Wat zijn jouw ambities naar de toekomst?

In welke richting wil jij je verder ontwikkelen?

Neem zelf de verantwoordelijkheid voor je eigen loopbaan. Pak zelf de regie en leer hoe je jouw voorstel kunt doen, hoe je voor een specifieke werkgever van betekenis kunt zijn.

 

Ik help je graag jouw ideale werk realiseren, zodat je ‘s morgens energiek je bed uit komt, vol zin om een nieuwe dag te beginnen en aan het werk te gaan.

Klik hier en boek een afspraak in voor een oriënterend gesprek.

Carrière maken? Begin er niet aan voor je 50ste, schreef Japke-d. Douma in het NRC.

Dan heb ik het niet verkeerd gedaan, denk ik bij mezelf. Alhoewel, wanneer ben je je carrière begonnen? En wat zie je als het hoogtepunt in je carrière?  

Stiekempjes zijn voor mij misschien toch mijn werk als zelfstandig loopbaancoach en de publicatie van mijn boek ‘Wat wil ik nu echt?’ de kroon op mijn werk. En zie ik de stappen daarvoor, als stappen in die richting.  

Maar dat is achteraf geredeneerd. Want bij het zetten van de stappen was ik me lang niet altijd bewust van waar die toe zouden leiden.

 

Wees niet ongerust als jouw carrière niet rechtlijnig verlopen is.

 

Misschien heb je dat al eens over mij gelezen. Maar toen ik trouwde heb ik zelfs mijn pensioen afgekocht. Mijn vriendinnen deden dat ook. En goed voorbeeld leek goed volgen.  

Overigens zijn zowel mijn vriendinnen als ikzelf, later weer aan het werk gegaan en aan het werk gebleven. En was het toch niet zo’n verstandige zet om mijn tot dan toe opgebouwde pensioen af te kopen. Maar op het bewuste moment had ik dat nog niet zo scherp. Want ik had geen beeld van hoe mijn loopbaan eruit zou kunnen gaan zien.  

 

Terugkijkend op mijn loopbaan, zie ik mezelf als een laatbloeier. Pas tijdens mijn docentschap aan de lerarenopleiding van Fontys Tilburg, kreeg ik de geest. Keuzebegeleiding in de zin van loopbaanbegeleiding, daarvan ging mijn vuurtje branden. En daarin wilde ik me verder ontwikkelen.  

Opgegroeid in een Katholiek gezin, zou je kunnen zeggen, het was een late roeping. Misschien denk je daarbij aan intrede in een klooster, maar dat is niet wat ik bedoel.  

Ook in ‘loopbaanland’ is roeping een veelgebruikte term. En dan in de betekenis van iets waar je niet omheen kunt. Iets waarmee je gepassioneerd aan de slag gaat, waar je energie van krijgt en waarmee je een bijdrage kunt leveren aan wat voor jou van betekenis is.  

 

Het vakgebied loopbaanbegeleiding boeide me zodanig dat ik in eerste instantie puur uit interesse, vakken gevolgd heb bij collega’s van de Academie Mens en Arbeid (AMA) van Fontys Tilburg. Collega’s, omdat ik als docent de overstap had gemaakt van de lerarenopleiding naar de AMA.  

Uiteindelijk heb ik met een aangepast opleidingsprogramma de deeltijdopleiding afgerond, tot wat toen nog heette beroepskeuzeadviseur.  

En dat na afronding van een brede hbo-opleiding met pedagogische, psychologische en creatieve vakken, een hbo en hbo-master orthopedagogiek met als afstudeerrichting kinderpsychiatrie en leerstoornissen.  

En werkervaring als pedagogisch medewerker, docent handvaardigheid en muziek in het voortgezet onderwijs en docent aan de lerarenopleiding. In die laatste functie heb ik allerlei vakken gegeven in het kader van de onderwijskundige voorbereiding, gezien mijn expertise met name vakken met betrekking tot leerlingbegeleiding en mentoraat.  

 

Mijn carrière is dus beslist geen rechte lijn naar de finish. Integendeel. 

Ik heb heel wat uitstapjes naar links en naar rechts gemaakt.  

Die uitstapjes hebben me veel gebracht en hebben me gevormd. Door mijn brede ervaring, zowel door studie als door werk, kan ik vanuit een breed theoretisch kader naar loopbaanvragen kijken en putten uit een goedgevulde toolbox.   

 

 

Daarmee wil ik zeggen: Wees niet ongerust als jouw carrière niet rechtlijnig verlopen is.  

Zoals een van mijn coachklanten het verwoordde, toen we samen werkten aan haar cv: ‘Het is wel een ratjetoe aan ervaring.’ ‘Er zit weinig lijn in’.  

Dat is niet iets om je zorgen over te maken. Wat dat betreft is het goed, om je te realiseren dat jij niet de enige bent waarvoor dat zo is. En wat die brede ervaring je heeft gebracht.  

Misschien is het langzamerhand zelfs zo, dat het merendeel van de loopbanen niet rechtlijnig verloopt. En dat steeds minder mensen hun leven lang hetzelfde werk blijven doen.  

Loopbanen zijn veel flexibeler geworden. Mensen wisselen makkelijker van werkgevers, switchen van het ene vakgebied naar het andere en van specialist naar generalist.  

De opwaartse carrière waarin je begint als junior en eindigt als senior manager of directeur, komt nog maar weinig voor.  

 

 

Zit je voor je gevoel nu niet goed op je plek?  

En wil je werk: 

  • Dat je voldoening geeft, omdat je ervaart dat je ertoe doet?  
  • Dat je energie oplevert, in plaats van dat het je energie kost?  
  • Waarin je kunt groeien en bloeien? 
  • Waarin je balans ervaart, doordat je naast je werk tijd en energie kunt besteden aan wat belangrijk voor je is? 

Lees mijn boek ‘Wat wil ik nu echt?‘ – Een loopbaanstrategie voor gedreven hbo’ers en academici die meer waarde willen realiseren in hun werk.

 

 

 

 

Adje pelt een sinaasappel met zijn zakmes.

De schil mag niet breken.

Een oranje slang krult boven zijn schoot.

Sissend met een witte buik. Adje laat hem dansen.

Hij is een slangenbezweerder bij het circus.

Komt dat zien.

De mensen staan voor hem in de rij. Ze klappen.

Hij buigt. Zijn naam staat geschreven in duizend lampjes.”

 

Uit: Adje Doet Heel Druk, geschreven door Adriaan van Dis

Adviezen van Adriaan van Dis voor een rijker leven.

 

Adje Doet Heel Druk is een Gouden Boekje voor kindjes van 3+. Grappige teksten en de illustraties van Lotte Klaver maken het boekje helemaal af.

De verhaaltjes zijn sterk autobiografisch. Adje is de jonge Adriaan.

 

Dat werd me heel duidelijk na het beluisteren van een interview met Adriaan van Dis in het kader van de serie interviews ‘Lessen voor een rijker leven’.

 

Adriaan was een druk klein ventje. Zelf zegt hij: “een ADHD’er, ook al werd dat toen niet zo genoemd.”

 

En ook al is het boekje over Adje heel leuk en ontzettend humoristisch geschreven, het leven van Adriaan was niet zo lichtvoetig.

Integendeel.

Het leven is volgens hem hoogst ingewikkeld.

Geluk is een fonkeling.

Geluk is iets dat je een enkele keer overkomt. 

Je wordt niet gelukkig van het nastreven van geluk.”

 

Een bucket list is volgens hem dan ook een recept voor ongeluk.

 

Leven is geen aaneenschakeling van leuke momenten.

Tegenslagen horen erbij. Daar zal je mee moeten leren leven.

Veel vallen, stof afslaan en doorgaan.”

 

Tegenslagen heeft hij zelf volop ervaren.

Zijn vader, Victor Justin Mulder, is geboren in Nederlands-Indië uit Nederlandse ouders.

Zijn moeder was Maria van Dis uit Breda.

Maria en Victor Justin leerden elkaar kennen in Nederlands-Indië.

Maria had toen al drie dochters uit haar huwelijk met een KNIL-militair.

Ook zijn vader was in Indië al eerder getrouwd geweest.

Met name door het eerdere huwelijk van zijn vader konden zijn vader en moeder niet met elkaar trouwen.

Officieel kreeg hij, als onwettig kind, de naam van zijn moeder.

Om de schone schijn op te houden droeg hij voor de buitenwereld de naam van zijn vader.

Pas toen hij ging studeren gebruikte hij Van Dis als achternaam; de achternaam van zijn moeder.

 

Enerzijds voelde hij zich slachtoffer. Maar met name ook door jarenlange therapie kwam hij erachter dat hij ook een tarter, een uitdager was.

 

Je kunt het je misschien niet voorstellen, maar Adriaan was een slechte speller.

Zoals hij zelf zegt, “Misschien ben ik daardoor wel een goede schrijver geworden.

Misschien zijn we wel de hele dag bezig om te vechten tegen iets dat we niet kunnen.

Vechten piloten tegen hun hoogtevrees. En chirurgen tegen hun niet tegen bloed kunnen.”

 

Hij vond zichzelf ook dom.

In eerste instantie heeft hij de MULO gevolgd.

Toen de HBS en daarna de Kweekschool, nu PABO.

Uiteindelijk deed hij doctoraalexamen in de Nederlandse en Zuid-Afrikaanse letterkunde.

 

 

In het interview in het kader van ‘Lessen voor een rijker leven’ kreeg Adriaan van Dis de volgende vraag voorgelegd:

”Als je terug zou kunnen gaan in de tijd, welk advies geef je je jongere zelf voor een rijker leven?”

Adriaan van Dis geeft een aantal tips waar niet alleen zijn jongere zelf, maar ook jij en ik ons voordeel mee kunnen doen.

 

Volgens Adriaan is je verplaatsen in de ander de hoofdopdracht in het leven.

“Dat leer je niet op school.

Verplaatsingskunde leer je door boeken te lezen en films te kijken.”

 

Er zijn twee wolven in je die om aandacht vragen.

Een grommende wolf die boos is en gevoed wil worden en een kwispelende wolf die om aandacht vraagt.

Wie moet je voeden?

Je moet die voeden die het beste voor je is.

Je moet niet de slechte kanten in jezelf voeden, maar de goede kanten.”

 

“Denk niet zoals iedereen denkt.

Geef ook ruimte aan je grilligheid en verken je donkere kanten.”

Zo zegt Adriaan van zichzelf enerzijds een enorme pleaser te zijn; zijn theatrale kant.

Zijn kwetsbare en rebelse kant komt naar voren als schrijver.

 

Ben je niet gelukkig met je werk en voel je je niet op je plek?

Stap eruit. Laat je niet tegenhouden door mensen die je elke keer terugtrekken.

Wees niet zo bang. Steek je tong uit. Vertrouw op jezelf.

Plan je eigen pad en kies wat jij wilt.”

 

En nog een paar andere uitspraken:

Wind je niet op. Geef de klootzakken de ruimte en kijk ernaar.”

en

“Ga eens poëzie lezen. Poëzie is de ingekookte vorm van literatuur”

 

 

Ben jij in je werk vooral bezig met wat je niet goed kunt?

Of ben je niet gelukkig met je werk en voel je je niet op je plek?

Neem de tip van Adriaan van Dis ter harte.

Durf eruit te stappen. Laat je niet tegenhouden door mensen die je elke keer terugtrekken.

Vertrouw op jezelf.

 

En kun je daarbij een goede gids en steun in de rug gebruiken?

Je weet hoe je me kunt contacten.

 

 

 

 

Lang niet iedereen kan het.  

En al kun je het, dan wil dat nog niet zeggen dat je het doet.   

Paloma Varga Weisz (Mannheim 1966) doet het.  

 

Ik moest aan haar denken naar aanleiding van een dagje keramieken in mijn atelier, samen met mijn dochter en een van onze kleinzonen.   

Bijzonder is dat veel van het oeuvre van Paloma Varga Weisz houtsnijwerk is.  

Graag had ze namelijk een opleiding gevolgd aan een Duitse kunstacademie, maar daar werd ze in eerste instantie afgewezen.  

Als alternatief schreef ze zich in voor de traditionele opleiding tot houtsnijder, in het Beierse Garmisch-Partenkirchen.  

Stel je voor, drie jaar lang zwoegen op het snijden van hout tussen wat zij noemt, ‘de knickerbockers en koekoeksklokken’.  

Naar haar zeggen, is het net zo moeilijk als ‘het ragfijn schillen van een houten appel’. 

Nu weet ik niet hoe moeilijk het schillen van een houten appel is.  

Maar vroeger werd mij als kind voorgehouden dat het heel knap was als je een appel kon schillen in een lange ongebroken schil.   

Zo knap, dat je dan kon trouwen.  

En als het schillen van een gewone appel in één doorlopende beweging al knap gevonden wordt, hoe vaardig moet je dan wel niet zijn als je een houten appel ragfijn wilt kunnen schillen.   

Volgens Varga Weisz vereist het zowel grote fysieke als mentale inspanning en concentratie. 

 

Overigens werkt zij niet alleen met hout.  

Ze werkt met diverse materialen. Bijvoorbeeld ook met klei, met textiel of met samengestelde materialen.  

Zij maakt driedimensionaal werk, films, hele installaties en ze schildert en tekent op papier.  

 

Ze laat zich onder andere inspireren door werk van andere kunstenaars. Bijvoorbeeld door een tekening van Rembrandt, maar ook door pre-christelijke, middeleeuwse verbeeldingen.  

In die laatste afbeeldingen en verhalen kon iedereen een andere rol aannemen dan je zou verwachten op basis van identiteit en rolpatronen.  

Lichamen van zowel mannen als vrouwen hebben in het werk van Varga Weisz dan ook geen vaste vorm en mensen en dieren werden gecombineerd tot magische wezens. 

 

Intuïtief werken zonder voorbedacht concept

 

Ze werkt deels intuïtief en zonder voorbedacht concept. Als ze begint aan een beeld, weet ze nog niet wat het wordt.  

Bijvoorbeeld bij ‘Wilde Leute’ zet ze de beelden neer op een bijna schetsmatige manier.  

En de terracotta figuurtjes zien eruit als wonderlijke androgyne mensen met dierenoren. 

 

Met betrekking tot werk kunnen mensen als Varga Weisz een mooie inspiratiebron zijn.   

 

Het was voor haar geen makkelijke weg om te komen waar ze nu is.  

Ze werd in eerste instantie afgewezen voor de kunstacademie, maar stond open voor een alternatieve route.  

Uit haar uitlatingen over de opleiding tot houtsnijder blijkt wel dat die opleiding qua omgeving niet echt haar wereld was.  

Zeker als je in aanmerking neemt, dat zij als dochter van een kunstenaar opgroeide in een heel creatieve context.  

Maar zij heeft zich het ambacht van het houtsnijden meer dan eigen gemaakt.  

Na haar opleiding als houtsnijder werd ze aangenomen aan de kunstacademie in Düsseldorf.  

En het houtsnijden is nu voor haar een belangrijk unique selling point 

  

Ze durft het proces zijn gang te laten gaan en durft te vertrouwen op haar intuïtie.  

Ook in een begeleidingstraject naar ander werk is dat een belangrijke factor, die van invloed is op het resultaat van het traject.   

Durf het proces zijn gang te laten gaan.  

Want een tot in detail voorbedacht concept kan het proces flink verstoren.  

Dat geldt ook voor een interne (of externe) criticus die steeds weer zijn oordeel laat horen.  

 

En zit je eenmaal in het uitvoerende proces, ga dan voor het werk dat je voor ogen hebt.  

Ga door, ook al vraagt het zowel grote fysieke als mentale inspanning en concentratie. 

 

 

Zoals een van mijn coachklanten naar aanleiding van een van mijn e-mails het verwoordde:  

Je e-mail was weer een goede trigger om werk te maken van het product dat ik in de markt wil zetten.  

Dan zie ik jouw mailtje en denk, oh ja, gas er op!” 

 

En gas erop blijven houden, denk ik dan.  

 

 

Zou je eigenlijk wel ander werk willen, maar voelt het ook wel lekker comfortabel om te blijven zitten waar je zit?  

Durf kritisch in eigen spiegel te kijken en neem zelf de regie over je loopbaan.  

Durf de stap naar buiten te zetten en maak werk van ander werk.  

En kun je daar wel wat hulp bij gebruiken? 

Je weet me te vinden.  

 

 

 

 

Ik ben niet zo goed in online shoppen. Tenminste, als het producten betreft die ik niet eerder in handen heb gehad.

Boeken daargelaten, want die bestel ik zo ongeveer blindelings. Zeker als een titel me aanbevolen is of als ik er lovende recensies over gelezen heb.

Maar bijvoorbeeld kleding is voor mij heel andere stuff. Ik wil graag zien en voelen hoe iets eruitziet om te beoordelen of het is wat ik hebben wil. En hoe de kledingstukken met mij matchen.

Aan een beschrijving of een foto heb ik dan meestal niet voldoende. En ook al word ik door mijn man gestimuleerd om online te bestellen, wetend dat ik het terug kan sturen als het niet bevalt, dan nog voel ik aarzeling.

 

Van 1 op de 3 nieuwe medewerkers spijt

 

Zoals ik moeite heb met online shoppen, zo blijkt dat het voor werkgevers lang niet altijd gemakkelijk is om de juiste nieuwe medewerkers aan te nemen.

Ik begrijp dat heel goed. Want over het algemeen heb je als werkgever of als selecteur maar beperkte informatie over kandidaten. En op basis van die beperkte informatie moet je keuzes maken.

En die keuze kan anders uitpakken dan je had gedacht.

 

“Van 1 op de 3 nieuwe medewerkers hebben we spijt”.

Als je als werkgever binnen een jaar zegt dat je iemand niet opnieuw zou aannemen, dan is er volgens mij iets goed mis. In de wereld van recruitment heeft men het dan terecht over een mis-hire of bad-hire.

Zeker als je de kosten die daarmee gemoeid zijn, in aanmerking neemt.

Kennelijk kunnen alle technieken die men inzet om het selectieproces te verbeteren, zoals assessments en Artificial Intelligence daar nog weinig verandering in brengen.

 

Niet alleen door de wervende partij worden verkeerde inschattingen gemaakt. Ook de kandidaat zelf, de nieuwe medewerker kan bij de start in de nieuwe baan een verkeerd beeld hebben van de organisatie en de functie.

Vaak door onvoldoende informatie; informatie over zichzelf, over de functie en de organisatiecultuur.

Deels is die informatie objectief, feitelijk te omschrijven. Deels is het ook een kwestie van gevoel. Je moet het ervaren om echt de inschatting te kunnen maken of een functie en een organisatie bij jou passen.

Daarom is het ook belangrijk om voorafgaande aan een selectiegesprek met een potentiële nieuwe werkgever goed je onderzoek te doen. Zodat je niet, er eenmaal werkend, voor verrassingen komt te staan.

 

Wist je dat 18% van de nieuwe medewerkers binnen 6 maanden weer vertrokken is? Dat er dus kennelijk in 18% van de gevallen ook iets misgaat bij een nieuwe medewerker?

 

Van een mismatch was heel duidelijk sprake bij een van mijn coachklanten. Zomer 2022 was ze vol goede moed begonnen in een nieuwe baan.

In november had ik een oriënterend gesprek met haar.

Voor haar gevoel paste de nieuwe functie totaal niet. Ze voelde zich als een handhaver, een soort politieagent. En dat was een rol die totaal niet bij haar past.

Hetzelfde gold voor de werkomgeving. In haar ogen een typische mannencultuur met weinig mensen waar ze op haar niveau mee kon sparren.

Bovendien was er ook nog eens erg veel dynamiek in de organisatie. In haar korte diensttijd had ze al te maken met de derde Algemeen Directeur en haar tweede leidinggevende.

 

Ik vind het dapper als je in zo’n situatie het heft in eigen hand durft te nemen, zelf de regie durft te pakken. En in goed overleg met je werkgever weet te komen tot een vaststellingsovereenkomst en beëindiging van je contract.

Wij zijn samen een individueel coachtraject aangegaan. Eind maart hebben we dat coachtraject afgerond en per 1 juni is ze gestart in een supermooie nieuwe baan.

 

 

 

Zit jij niet lekker in je vel in je huidige werk? Ben je jouw huidige werk ontgroeid of heb je jouw werk mogelijk anders ingeschat dan het in werkelijkheid is?

Wil jij nu écht werk maken van ander werk?

Een individueel coachtraject kun je op elk moment starten. Bovendien is een individueel traject altijd maatwerk. In een intakegesprek bepalen we waarop jij wilt focussen.

Heb je interesse in zo’n individueel loopbaantraject?

Stuur even een reply op deze e-mail. Als mentor en coach ga ik graag met je op pad.

Of plan direct een afspraak in voor een oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Als je tenminste Kilian Wawoe, beloningsexpert en schrijver van het boek Het Nieuwe Belonen moet geloven.

Misschien is zeuren in dit verband niet helemaal het juiste woord. En is erom vragen beter.

Met zeuren bedoelt Kilian Wawoe duidelijk maken dat het belangrijk voor je is.

En op de juiste manier zeuren levert je wat op.

Bij kinderen kan dat het felbegeerde koekje, snoepje of filmpje kijken zijn. Of het krijgen van meer zakgeld.

En bij volwassenen bijvoorbeeld salarisverhoging.

 

Kennelijk kunnen niet alleen mannen beter zeuren dan vrouwen.

Ook jonge jongens kunnen beter zeuren dan kleine meisjes.

Je gelooft het of niet, maar uit onderzoek onder kinderen van een jaar of 13, blijkt dat jongens meer zakgeld krijgen dan meisjes.

De verklaring van de onderzoekers daarvoor is dat jongens meer om zakgeld vragen dan meisjes. En dat een kind dat meer zeurt, meer krijgt.

 

Op de juiste manier zeuren levert je wat op. Bij volwassenen bijvoorbeeld salarisverhoging.

 

Heb je zelf kinderen, dan is het interessant om eens na te gaan of je dat herkent bij jouw kinderen.

En zeker zo interessant is het om bij jezelf eens te rade te gaan, hoe je ermee omgaat als een van je kinderen zeurt om iets.

Mogelijk wordt jouw gedrag ook beïnvloed door hoe er gezeurd wordt. Heel subtiel en tactisch of eerder storend en vervelend.

 

Of het nu komt doordat mannen meer zeuren over salarisverhoging of doordat ze slimmer onderhandelen over hun salaris, afgelopen twee jaar kregen mannen er als groep gemiddeld 16,4 procent bij. Vrouwen moesten het doen met 9,1 procent.

Dat blijkt uit het Nationaal Salaris Onderzoek (NSO) dat tweejaarlijks wordt uitgevoerd.

De salariskloof tussen mannen en vrouwen bedraagt in dit NSO 7,6 procent. Daarmee is de kloof gegroeid ten opzichte van 2021. Toen was het verschil nog 5 procent.

 

Nu werken vrouwen vaak in beroepen die minder betaald worden. En ook vaker in deeltijd.

Maar dan nog is er een salariskloof tussen mannen en vrouwen.

Overigens blijkt ook dat mensen afkomstig uit etnisch-culturele minderheden minder verdienen dan mainstream autochtone Nederlanders.

En dat je 5 tot 15% minder verdient als je een regionaal accent hebt.

Daarbij groeit het inkomensverschil, naarmate het dialect meer afwijkt van het standaard Nederlands.

 

Het toekennen van salaris is geen eerlijk proces.

Zo blijkt bijvoorbeeld dat vrouwen, die knapper zijn dan gemiddeld meer verdienen.

En dat lang zijn, accentloos Nederlands spreken en een gewicht van zo’n 90 kilo het optimum voor een man is.

Ik vind het bijzondere bevindingen.

Maar ik ga ervan uit dat Kilian Wawoe als beloningsexpert het niet uit zijn duim gezogen heeft.

 

Kilian Wawoe was senior HR-manager bij ABN-AMRO. Sinds 2011 is hij Assistent Professor in Human Resources Management aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en werkt daarnaast als zelfstandig organisatieadviseur.

Hij ziet grote salarisverschillen in de diverse branches. Daarbij constateert hij een onderscheid tussen organisaties die geld verdienen en die dat niet doen.

De bankensector is volgens hem een sector waarin goed geld wordt verdiend. En de salarissen over het algemeen ook hoger zijn dan in andere sectoren.

Dat is ook de ervaring van mijn coachklanten uit die sector.

Met regelmaat is het schrikken voor hen als ze geconfronteerd worden met de salarissen buiten de bank.

Vaak zullen ze dan ook bij een overstap naar een functie buiten de bank, qua salaris een veer moeten laten.

 

Als je van jezelf vindt dat je goed werk doet en als je salarisverhoging wilt, onderhandel dan over je salaris”, zegt Kilian.

Wil je dat niet heel direct doen, doe het dan subtiel.

Laat je manager horen wat je successen zijn. Of misschien nog mooier, zorg dat jouw collega’s in positieve zin over je praten.

Ga de onderhandeling over je salaris in, op een goed moment.

Bijvoorbeeld net na een goede beoordeling of als je een project goed hebt afgerond.

In elk geval “Vraag erom”.

 

En krijg je op jouw vraag een negatief antwoord, stel dan de volgende vraag:

Wat moet ik dan wel doen om een salarisverhoging te krijgen?

Met die vraag leg je jouw probleem bij jouw manager.

Blijf bij jouw standpunt en realiseer je “Iemand heeft altijd nog iets in zijn achterzak zitten”.

 

 

 

Ben je niet tevreden met je salaris? 

Zodanig dat je salaris je demotiveert in je werk omdat jouw bijdrage niet op waarde wordt geschat?

Wil je je bakens graag verzetten en een andere loopbaanrichting inslaan?

Neem contact met me op.

Graag begeleid ik jou naar meer waarde werk.

 

 

 

 

Maar laat je loopbaankeuzes niet zondermeer bepalen door die dobbelsteen

 

The Dice Man is een cultuurklassieker die je leven kan veranderen.

Laat de dobbelsteen beslissen! Dat is de filosofie die het leven verandert van de verveelde psychiater Luke Rhinehart.

En die ook jouw leven kan veranderen, want als je je beslissingen laat afhangen van een dobbelsteen, dan kan er van alles gebeuren.

 

Verruim je denken met een dobbelsteen

 

Michiel Waaijer wilde dat wel eens uitproberen en zien wat er gebeurt als je je gedrag laat bepalen door een dobbelsteen.

Hij schreef erover in NRC van 23 oktober 2006.

Zes mogelijke scenario’s bedacht hij voor zijn sollicitatiegesprek, afhankelijk van het aantal ogen dat hij met de dobbelsteen zou gooien:

  1. Leg steeds de nadruk op het gesprek zelf.
  2. Wees trots op je mislukkingen in plaats van op je successen. Geef aan dat je graag fouten wil maken in deze functie.
  3. Wees alleen geïnteresseerd in de persoon waarmee je het gesprek voert.
  4. Raadpleeg kans bij elk antwoord dat je geeft.
  5. Stel alleen vragen die niets met het gesprek te maken hebben.
  6. Doe volslagen lyrisch over de baan.

 

Hij was uitgenodigd voor een gesprek bij Newpeople in Amsterdam.

Omdat hij drie ogen had gegooid met de dobbelsteen houdt hij zich keurig aan het scenario ‘houd-je-niet-bezig-met-de-functie-maar-leer-je-recruiter-kennen’.

Michiel arriveert op het gesprek in joggingpak. Dat is al goed mis.

Want zoals je weet: de eerste indruk telt.

Op de vraag wat hij wil drinken antwoordt hij: ‘vloeistof’. En hij krijgt de poppen helemaal aan het dansen als hij de humanresourcemanager met wie hij het sollicitatiegesprek voert, probeert te omhelzen.

Hij vraagt aan haar hoe lang ze al bij het bedrijf werkt, hoe oud ze is, waar ze vandaan komt, of ze haar werk leuk vindt en of hij, stel dat hij aangenomen wordt, met haar komt samen te werken.

Hij vraagt hoeveel ze verdient en of dat ook zijn salaris wordt. En hij vraagt hoopvol of ze later nog eens wat samen kunnen gaan drinken.

 

Helaas wordt hij op basis van het gesprek niet aangenomen.

Michiel kan haar geen ongelijk geven. Volgens de conventies bij het krijgen van een baan heeft hij immers gefaald.

 

Overigens laat Michiel het niet bij dat ene experiment. Voor hem als Dice Man zijn maatschappelijke regels ondergeschikt aan nieuwe ervaringen.

En is bijvoorbeeld een sollicitatiegesprek net als poker: het kan op talloze manieren worden gespeeld.

 

Ik wil zeker niet propageren en stimuleren dat je net als Michiel Waaijer het experiment aan zou moeten gaan met betrekking tot baanverwerving. En je gedrag en loopbaankeuzes zou moeten laten bepalen door een dobbelsteen te laten rollen.

Maar het denken in mogelijke scenario’s zoals bij de Dice Man, anders dan de meest voor de hand liggende, is een goede manier om je creatieve denken te ontwikkelen en je blik te verruimen.

Dat geldt niet alleen met betrekking tot mogelijkheden qua werk, maar ook als hulpmiddel om te komen tot een keuze.

 

Want kiezen voor een opleiding, baan of loopbaan vinden veel mensen moeilijk. Ze willen vooral een goede keuze maken en zijn dan geneigd om te denken dat weloverwogen kiezen nodig is.

Maar het kan heel goed zijn dat je rationeel goed gekozen hebt, maar dat je keuze toch niet goed voelt, dat je keuze niet op zijn plek valt en misschien helemaal mis is.

Kies je namelijk louter rationeel, dan maak je geen verbinding met je gevoel. Aan de andere kant: vertrouw je blindelings op je intuïtie, dan loop je het risico in een diep gat te stappen.

Voor je welbevinden is het belangrijk dat een keuze niet alleen een verstandige, rationele keuze is, maar dat die keuze ook goed voelt.

 

Het helpt daarbij om de blik op je mogelijkheden te verruimen. En overeenkomstig de werkwijze van de Dice Man zes opties voor jezelf te formuleren. In plaats van die ene optie of die twee opties die je misschien voor jezelf hebt geformuleerd.

Zo zijn er in mijn optiek zeker alternatieve scenario’s te bedenken in plaats van bijvoorbeeld je werkgever te laten horen dat je een andere rol wilt in de organisatie en dat ontslag nemen voor jou ook een optie zou kunnen zijn.

Volgens mij loop je dan te hard van stapel. Maak even pas op de plaats en laat je gedachten gaan over vier alternatieve scenario’s die je kunt bedenken.

Wat dat betreft is het mooi om uit te gaan van de zes kanten van een dobbelsteen.

 

Waar je bij alternatieve scenario’s zoal aan kunt denken lees je in mijn boek ‘WAT WIL IK NU ECHT?

Laat je inspireren en voorkom dat je door een beperkte blik op je mogelijkheden overhaast besluiten neemt.

 

 

 

 

“Wat nou conservatorium?

Waarom zou een vrouw pianist moeten worden?

Je kunt maar beter gewoon trouwen en baby’s krijgen.”

 

Men lacht haar hard uit als ze haar werkelijke ambitie kenbaar maakt: dirigent worden.

‘Ze’, is Antonia Brico in de film De dirigent.

Het verhaal speelt in de twintiger jaren van de vorige eeuw.

 

Antonia Brico is met haar ouders vanuit Nederland geëmigreerd naar Amerika.

Haar ouders blijken overigens niet haar biologische ouders te zijn.

Antonia werd geboren als kind van een Italiaanse pianist en een jonge Nederlandse vrouw, een tienermoeder.

Haar adoptieouders zijn met haar naar Amerika gevlucht, omdat de biologische moeder naarstig op zoek is naar haar dochter.

 

Antonia droomt ervan om dirigent te worden.

Ze heeft kennelijk het muzikaal talent van haar biologische vader.

Je ziet in de film hoe ze bij een concert de partituur meeleest en een zodanig scherp muzikaal gehoor heeft, dat ze feilloos een verkeerd gespeelde noot detecteert.

 

Niemand neemt haar ambitie, dirigent worden, serieus.

Vrouwen kunnen niet spelen in een orkest.

Vrouwen kunnen ook niet leiden.

Laat staan dat mannen zich in een orkest laten aansturen door een vrouw; dat druist in tegen alle tradities.

 

Maar Antonia blijft standvastig en overwint het ene obstakel na het andere.

Ze is de eerste vrouw die het Berlijns Philharmonisch Orkest, een van de beste orkesten ter wereld, dirigeerde.

En dat op 24-jarige leeftijd.

 

Misbruik je talenten niet door ze niet te gebruiken

 

Wist je dat nog steeds af en toe beweerd wordt dat de eigenschappen die vereist zijn voor een dirigent, typisch mannelijk zijn.

Zoals bijvoorbeeld ‘een fysiek overwicht’?

Dat Jorma Panula (1930), Finse dirigent, componist en docent orkestdirectie, die veel grote dirigenten van tegenwoordig heeft opgeleid, de hem gestelde vraag ‘of vrouwen kunnen dirigeren’ ooit beantwoordde met:

Absoluut niet…. Vrouwen kunnen het proberen, maar het is echt anders. Ik zie ze hun best doen, zweten, hun gezicht betrekken, maar het wordt er alleen maar slechter van; het is puur een biologische kwestie.” 

En dat de jonge dirigent Vasili Petrenko (1976) bijvoorbeeld beweerde dat “een mooie vrouw voor het orkest de musici alleen maar afleidt.

En de directeur van het Parijse conservatorium, zei dat dirigeren “niet te combineren valt met het moederschap.”

 

 

Ook al mogen vrouwen inmiddels wel leren dirigeren, op de dirigentenopleidingen melden zich nog altijd minder vrouwen aan dan mannen.

Gelukkig neemt het aantal vrouwelijke dirigenten dat bij een professioneel orkest wordt gevraagd, toe. En worden vrouwelijke dirigenten zichtbaarder.

 

 

Overigens is het niet alleen in de muziekwereld zo, dat je obstakels moet overwinnen om je talenten tot bloei te brengen.

Heel gemakkelijk worden ambities in de kiem gesmoord, bijvoorbeeld doordat mensen in je directe omgeving aangeven dat je onvoldoende talent hebt om te realiseren wat je voor ogen hebt.

Dat je beter je pijlen op iets anders kunt richten.

Of dat er geen droog brood te verdienen valt met wat jij voor ogen hebt en dat je jouw droom maar droom moet laten en een pragmatische keuze moet maken.

Of dat je als vrouw in een mannenberoep wel heel stevig in je schoenen moet staan om je te kunnen handhaven.

Dus dat je beter iets anders kunt kiezen.

 

Het zijn allemaal tegenargumenten, die ervoor zorgen dat je jouw talenten niet gebruikt.

Ze eerder wegstopt, dan dat je ze ontwikkelt.

 

 

Misbruik je talenten niet door ze niet te gebruiken

Koester je talenten.

Voedt ze waardoor je ze ontwikkelt en ze vol tot bloei kunnen komen.

 

 

In mijn coachtrajecten kom je jouw talenten op het spoor.

Je ervaart wat ze voor jou betekenen en je krijgt zicht op hoe je ze te gelde kunt maken in het werk dat je doet.

En hoe je jouw loopbaan zo dirigeert dat je realiseert wat je voor ogen hebt.

 

 

Wil je meer zicht op wat individuele loopbaancoaching bij MEER WAARDE IN WERK voor jou zou kunnen betekenen?

Bel (0575 544588/ 06 54762865) of e-mail ([email protected]) me gerust voor het maken van een afspraak voor een gratis oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Talent moet je ontwikkelen en onderhouden

 

Als je me al langer volgt, dan weet je misschien dat keramieken een van mijn hobby’s is. Lekker met mijn handen in de klei, al dan niet op de draaischijf.

Om allerlei redenen heb ik dat inmiddels alweer een hele tijd niet gedaan. Een van die redenen is dat mijn atelier tijdelijk een andere bestemming heeft. Waardoor ik daar niet aan het werk kan.

Dat begint steeds meer te kriebelen. Soms word ik er ook een beetje onrustig van.

Onze servieskast staat vol met kommen en schaaltjes die ik zelf heb gedraaid. Sommige echt al heel lang geleden. Zo had ik onlangs een van die schaaltjes in mijn handen. Als vanzelf liet ik het schaaltje door mijn handen gaan om de vorm af te tasten en te ervaren of die soepel loopt. Het betreffende schaaltje ‘liep’ wonderbaarlijk gaaf. En het is ook strak geglazuurd.

 

talent ontwikkelen

 

Het moment suprême bracht me enigszins in verwarring. Enerzijds was ik trots. Anderzijds werd ik er onzeker van. ‘Ik weet niet of ik dat nog wel kan’, zei ik tegen Martin. ‘Ik heb het al zo lang niet meer gedaan.’

Het voorval deed me terugdenken aan de tijd dat ik regelmatig achter de draaischijf zat. In zomervakanties was ik soms een paar weken achter elkaar van huis, op cursus bij gerenommeerde keramisten.

En dan was ik niet alleen bezig met mooie kommen en schalen draaien, maar ook met experimenteren met glazuren en stoken. Dat laatste niet alleen elektrisch of in een gasoven (al dan niet zoutstook), maar ook raku, pitfire, of in een houtoven. Voor het stoken van de houtoven draaiden we in shifts, waaronder ook de nachtelijk uren. Want je moest het vuur wel gaande houden door hout te voeren.

 

Ik heb heel veel zin om de draad weer op te pakken. Ook al weet ik nog niet hoe me dat afgaat.

Ik ben overigens niet de enige die zin heeft om weer te gaan ‘keramieken’. Een van onze kleinzonen schreef op de kaart voor mijn verjaardag: ‘Ik kan niet wachten om een keer iets met jou te keramieken!’

Voor mij is dat een extra stimulans om zodra het atelier weer vrij is, in mijn eentje op te starten. Me te heroriënteren op hoe het allemaal ook alweer moest en het vormgeven weer enigszins in de vingers te krijgen.

Want ik kan in het verleden dan wel veel mooie dingen hebben gemaakt, talent moet je onderhouden en liever nog, door ontwikkelen. Want stilstand is achteruitgang.

 

Dat geldt ook voor werk.

In onze samenleving, waar verandering constant is, is het cruciaal om je talenten te onderhouden en je te blijven ontwikkelen.

Het is aan jou om actief vorm te geven aan jouw persoonlijke en professionele groei. Dat betekent stappen zetten om iets voor elkaar te krijgen. Ontdekken wat je graag wilt, wat je belangrijk vindt. Met kleine aanpassingen je werk veranderen, verbeteren; jobcraften.

Zodat je werk doet dat je belangrijk vindt, waar je je talent kan ontwikkelen, waarmee je succes hebt.

 

 

Ben je onzeker over welke stappen je kunt zetten? Of wil je ontdekken hoe je jouw persoonlijke kwaliteiten optimaal inzet in je werk?

Wil je meer inzicht in jezelf, stilstaan bij je sterke punten, je drijfveren en weten welk werk het beste bij je past?

Bel me (06-54762865/ 0575-544588) of e-mail ([email protected]) me gerust voor het maken van een afspraak voor een oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Onlangs las ik het boek ‘Het verborgen leiderschap van oudste dochters’, van Aike Borghuis.

‘Veel oudste dochters zien zichzelf niet als leiders, maar ze zijn het wel’ zegt Aike Borghuis.

Ik ben zo’n oudste dochter. Uit een gezin van zeven kinderen, vijf jongens en twee meisjes. Twee broers heb ik boven mij.

Ik zie mezelf niet echt als een leider, maar kennelijk word ik door mijn omgeving soms wel zo ervaren. Ik herinner me dat ik jaren geleden, toen onze vier kinderen nog thuis woonden, door mijn partner weleens moeder-overste werd genoemd. Dat zag ik toen echt niet als een compliment. Ook al was een van mijn lievelingstantes moeder-overste van de Medische Missiezusters.

 

Mijn plek in het gezin waarin ik ben opgegroeid heeft mij gevormd. Al op jonge leeftijd, ik denk dat ik een jaar of tien of elf was, hielp ik als vanzelfsprekend mijn moeder in het huishouden. Voor schoonmaakwerk was er huishoudelijke hulp. Maar bijvoorbeeld elke maandagavond, zorgde ik voor de warme maaltijd, terwijl mijn moeder de was streek. Want maandag was ‘wasdag’. Ik zie het nog voor me. Mijn moeder achter de strijkplank en ik achter het fornuis. Meestal bereidde ik nasi of een of ander gerecht met pasta. En dan voor negen personen. Lekker grote hoeveelheden in grote pannen. Ik genoot van de vrijheid en verantwoordelijkheid die ik kreeg, want ik mocht zelf bedenken wat ik ging koken en hoe ik dat ging doen.

Ik denk dat daar ook mede de wortels lagen van wat jarenlang mijn droomwens was: een jaar een berghut runnen met alles wat daarbij komt kijken. Geïnspireerd door eigen ervaring met het maken van huttentochten.

 

 Leiderschap in mijn werk als loopbaancoach

 

Bergwandelaars en klimmers een gastvrij onthaal bieden, een lekkere en voedzame maaltijd voor ze bereiden en een jaar rond, alle seizoenen in de bergen meemaken. Dat leek me geweldig. Alhoewel ik me achteraf realiseer dat ik misschien een al te romantisch beeld daarvan had. En weinig oog voor de onaantrekkelijke aspecten van het zijn van hüttenwirt.

 

Maar je kunt het geloven of niet, ik geniet nog steeds van het gastvrij onthalen en zorgen voor grote gezelschappen, het bereiden van gerechten in grote potten, pannen en schalen en ja, het regisseren van alles wat er komt kijken bij een grote familiehappening of anderszins een feestpartij.

Het zijn voor mij voorbeelden van activiteiten waarbij ik kwaliteiten inzet als de verantwoordelijkheid nemen, zorgzaam zijn voor mensen om me heen, gericht zijn op mijn omgeving, het versterken van het geheel en van betekenis willen zijn met wat ik doe. Het zijn kwaliteiten, die Aike Borghuis ziet als kwaliteiten van oudste dochters en als verborgen leiderschap.

Wat dat laatste betreft was het misschien toch niet zo vreemd, dat mijn leidinggevende bij de Academie Mens en Arbeid indertijd geïnteresseerd aan mij vroeg of ik gesolliciteerd had naar de functie van opleidingsmanager van de PABO. Ik was verrast door zijn vraag. Want geen haar op mijn hoofd had erover gedacht om naar die functie te solliciteren. Mijn reactie was dan ook: “Laat mij maar lekker met de studenten werken.”

Want ik kan als oudste dochter misschien wel kwaliteiten ontwikkeld hebben die je van een leider kunt verwachten, of ik blij word en energie krijg van het inzetten van die kwaliteiten in een functie als bijvoorbeeld opleidingsmanager, is voor mij nog maar de vraag.

 

Maar misschien ga ik dan uit van wat Aike Borghuis noemt een ‘oud’ beeld van leiderschap.

Voor haar was de definitie van Brené Brown over leiderschap een eyeopener:

Een leider is iemand die de verantwoordelijkheid neemt voor het herkennen van het potentieel in mensen en ideeën, en de moed heeft om dat potentieel te ontwikkelen’.

En ja, dat is wat ik doe, zowel privé als in mijn werk als loopbaancoach.

In die zin ben ik dus een leider. En wil ik dat ook graag zijn.

 

 

Ervaar je op dit moment weinig plezier en voldoening in je werk?

Wil je jouw persoonlijk leiderschap ontdekken en ontwikkelen? En zelf de regie pakken over jouw loopbaan?

Meld je aan voor de 3-daagse training ‘Bouw je ideale loopbaan’. Tot vrijdag 28 juli profiteer je van de bonussen voor de vroegboekers.

Wil je eerst je vragen aan me voorleggen? Bel (06-54762865) of e-mail ([email protected]) me gerust.