Waarom het heel legitiem is om je werkgever te vragen of die je loopbaantraject wil faciliteren

 

De retentie-paradox: je moet loslaten om vast te houden.

Het is de titel van een artikel op ManagementSite.nl. En een pleidooi voor het aanbieden van externe loopbaancoaching aan medewerkers.

Door externe loopbaancoaching aan te bieden laat je als werkgever je medewerkers los door ze op een onafhankelijke, vrije manier te laten nadenken over hun werk en loopbaan.

Daar pluk je niet alleen als werknemer de vruchten van, maar ook als werkgever.

Als werknemer is het goed om je dat te realiseren. Ik ervaar bij klanten nogal eens de nodige schroom om de werkgever te vragen of die het loopbaantraject wil faciliteren.

Terwijl dat een heel legitieme vraag is. En de angst dat je werkgever denkt dat je weg wilt, vaak ongegrond is.

Waarom een loopbaantraject lang niet altijd leidt tot vertrek bij je huidige werkgever en niet alleen jij als werknemer, maar ook je werkgever de vruchten plukt van jouw loopbaantraject, lees je in mijn artikel.

 

Door een loopbaantraject anders kijken naar het werk dat je doet

 

Door loopbaanbegeleiding anders kijken naar het werk dat je doet

 

Externe loopbaancoaching kan je anders doen kijken naar je huidige werk.

Misschien heb je weleens gehoord van het halo-effect en het tegenovergestelde daarvan: hethorn-effect

Een halo is een stralenkrans en het halo-effect is de neiging om bijvoorbeeld een persoon, product of organisatie positief te beoordelen op basis van een enkel aspect.

Dat ene positieve aspect kleurt de verdere informatie die je hebt of krijgt.

Het tegenovergestelde van het halo-effect is het horn-effect. Dat effect heeft te maken met de neiging om iets of iemand negatief te beoordelen op grond van een enkel aspect.

Beide effecten kunnen een rol spelen bij je kijk op je werk.

Wat dat betreft kunnen eerste indrukken heel bepalend zijn. Misschien ken je daar zelf voorbeelden van. Dat je snel je oordeel hebt gevormd, in positieve of in negatieve zin. Of dat je geneigd bent om negatieve punten uit te vergroten, waardoor je geen oog meer hebt voor de positieve kanten van je werk.

Externe loopbaancoaching kan ertoe bijdragen dat je je meer bewust wordt van de positieve kanten van je werk. En dat je die positieve kanten gaat waarderen. Met als resultaat dat je loopbaantraject niet leidt tot a new direction, but a new sense of direction.

Je leert anders kijken naar het werk dat je doet. Wat mogelijk voor jezelf leidt tot de conclusie, dat je huidige werk eigenlijk best goed bij je past.

 

 

Door loopbaancoaching zicht krijgen op waar je aan kunt sleutelen in je werk zodat het weer beter bij je past

 

Door loopbaancoaching krijg je zicht op wat je energie geeft en wat je energie kost in je huidige werk.

Bijvoorbeeld door je taken in je huidige werk in kaart te brengen en per taak te inventariseren of die je energie kost of energie oplevert.

Mogelijk kun je je baan zo kneden dat die weer beter bij je past.

In mijn boek ‘Wat wil ik nu echt? geef ik je voorbeelden van hoe je je baan kunt veranderen zonder van baan te veranderen.

Voor jou negatieve taken kun je misschien delegeren aan collega’s die aan die taken wel plezier beleven. Of kun je taken die je leuk vindt om te doen naar je toe trekken of uitbreiden.

Ook jouw werkgever heeft daar baat bij. Zo kwam een werkgever tot de conclusie: ‘Intern zou meer op die manier naar werk gekeken moeten worden

 

 

Door loopbaancoaching bij je huidige werkgever je ideale werk realiseren door proactief jouw voorstel te doen

 

Als werknemer heb je vaak een goed beeld van waar in jouw organisatie behoefte aan is.

Door in een loopbaantraject te werken met de Meer Waarde Benadering heb je een goed beeld van wat je jouw werkgever te bieden hebt en hoe je voor jouw werkgever van betekenis kunt zijn.

Door de koppeling te maken tussen de behoeften van jouw werkgever en wat jij te bieden hebt en in de markt wilt zetten, kun je jouw werkgever proactief een voorstel doen en zo jouw ideale baan creëren en realiseren.

Dat levert een win-win situatie op. Jij als waardevolle werknemer blijft behouden voor jouw werkgever. En jij kunt bevlogen en met nieuwe energie in je nieuwe baan aan het werk.

 

 

Ook als jij als resultaat van het loopbaantraject zou vertrekken bij je huidige werkgever, heeft je werkgever daar baat bij

 

Doe je niet meer met bevlogenheid je werk, dan heeft dat een negatief effect op jouw productiviteit en jouw prestaties.

En dus op de waarde die je levert voor je werkgever.

Kost je werk je meer energie dan dat het je oplevert, dan loop je het risico dat je leegloopt in je werk en in een burn-out belandt. En een zieke werknemer is een zorg voor een werkgever en een kostenpost.

Kom je onvoldoende aan je trekken in je werk, ervaar je geen uitdaging meer en doe je je werk op de automatische piloot? Dan is het ook voor je werkgever aantrekkelijker dat je werk maakt van ander werk, dan dat je blijft zitten waar je zit.

 

Kortom: 

Ook als je als resultaat van een loopbaantraject vertrekt bij je huidige werkgever, is vaak je werkgever daarbij gebaat.

Schroom dus niet om je werkgever te vragen of die jouw loopbaantraject wil faciliteren. Zowel jij als werknemer als jouw werkgever plukken daar de vruchten van.

 

Ben je nieuwsgierig wat loopbaancoaching voor jou kan betekenen?

Bel (0575-544588/ 06-54762865) of e-mail ([email protected]) me gerust voor het maken van een afspraak voor een oriënterend gesprek.

Laat je inspireren door het artikel en laat je er niet van weerhouden om het gesprek met je leidinggevende aan te gaan en kenbaar te maken dat je externe loopbaanbegeleiding wilt.

 

 

 

 

En minder tijd kwijtraakt aan angst, paniek en gezeur

 

Wist je:

  • Dat ja-maar denkers al gauw vervallen in een reactieve rol?
  • Dat zij zich al gauw laten bepalen en belemmeren door de omstandigheden?
  • Dat je ook proactief je eigen omgeving vorm kunt geven?
  • Dat dit zelfs geldt voor de inhoud van je eigen baan?

 

Het is dan de kunst om niet te blijven hangen in ja-maar, maar bijvoorbeeld de verandering of het ontslag te accepteren. Om dan vanuit een houding van ja-en zaken naar je hand te zetten.

Dat vraagt durf om het bekende los te laten. En durf om te vertrouwen op jezelf.

Geïnspireerd door het boek Ja-maar, wat als alles lukt? van Berthold Gunster geef ik je 5 belangrijke tips om ja-maar te doorbreken en van ja-maar te komen naar ja-en.

 

Hoe je met minder ja-maar meer tijd overhoudt voor de dingen die je wilt doen

 

1. Focus op wat er is

 

Deze tip heeft alles te maken met de manier waarop je waarneemt. In een vorig artikel gaf ik aan, dat je met een ja-maar houding selectief waarneemt en vooral ziet wat er niet is.

Ik zie dat vaak bij mijn outplacementklanten. Zeker in eerste instantie zijn zij vooral gericht op wat er niet meer is.

Dat is heel begrijpelijk, want het heeft veel impact als je je baan verliest.

Het is echter een groot risico in ja-maar te blijven hangen. Want daardoor zie je niet wat er allemaal mogelijk is.

Zo vertelde een ontslagen bankmedewerker me zijn verhaal. Hij was adviseur zakelijk betalingsverkeer. Mede door de automatisering was zijn functie vervallen. Die functie zal ook niet snel weer terugkomen. Ook al hoopt hij dat zelf wel. Zo zegt hij ‘Ze komen er nog wel achter. Die functie komt zeker weer terug’.

Het is de kunst om gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden te accepteren en van daaruit ruimte te maken voor iets nieuws.

 

 

2.  Zet zaken naar je hand en stel je niet afhankelijk op

 

In een traditionele manier van denken over baanverwerving, stel je je afhankelijk op. De werkgever heeft het voor het zeggen.

Heb je eenmaal een baan, dan moet je maar hopen dat je mag blijven. En ben je toch gedwongen om te solliciteren, dan mag je je gelukkig prijzen als je uitgenodigd wordt voor een gesprek.

Bij het denken vanuit de Meer Waarde Benadering is dat anders.

Ja-en, het kan natuurlijk gebeuren dat je boventallig wordt. Of dat je baan niet langer aansluit bij wat je ervan verwacht. Maar jij voelt je niet afhankelijk van een werkgever. Je kunt meer naar je hand zetten dan je zelf denkt. ‘Neem zelf de regie over je loopbaan’.

Jij weet wat jij op de arbeidsmarkt te bieden hebt. En jij weet waar er behoefte is aan mensen zoals jij. Zodat jij het werk kunt creëren dat optimaal bij jou past en bij wat een opdrachtgever of werkgever nodig heeft.

 

 

3.  Zorg voor goede timing

 

Zowel ja-en als ja-maar hebben hun positieve en negatieve kanten. In een van mijn vorige artikelen gaf ik dat al aan.

Het is dan ook zaak om te zorgen voor een adequate inzet van ja-maar en ja-en.

In de fase dat je jouw mogelijkheden op de arbeidsmarkt aan het onderzoeken bent, is het de kunst om alle opties toe te laten en met open vizier te bekijken. Doe je dat niet en verval je snel in ja-maar, dan sla je bij voorbaat allerlei opties dood.

Ja-maar is wel adequaat in de fase van het nemen van een beslissing. Maar heb je eenmaal een beslissing genomen, dan heeft ja-maar niet langer zin.

Dan is het de kunst om vol te gaan voor de realisering van je besluit.

 

 

4.  Durf ‘ja’ te zeggen tegen ‘ja-maar’

 

Heb je eenmaal een keuze gemaakt, een 100 procent ‘ja’, dan loop je het risico dat er toch al gauw allerlei ja-maars naar boven komen.

Ook al was je nog zo zeker van je besluit, de twijfel slaat toe.

Als voorbeeld geef ik je de ervaringen van Saskia, een van mijn coachklanten.

Zij was duidelijk toe aan een nieuwe stap in haar loopbaan. Zij wilde ook graag promotie maken en ging voor een managementbaan. Een stapje hoger, mogelijk als teamleider. In haar vorige werk had zij daarmee al ervaring opgedaan.

Toen ze eenmaal weloverwogen ‘ja’ gezegd had tegen haar nieuwe functie als teamleider, sloeg de twijfel toe. ‘Ja-maar, kan ik dat wel?Ja-maar, heb ik wel voldoende stevigheid?’ ‘Ja-maar, wat als ik niet alles direct kan overzien?

De ja-maars staken volop de kop op. Vaak gaat dat als vanzelf.

Het is dan de kunst om je er niet tegen te verzetten. Laat ze maar komen. Eigenlijk komt er een soort interne dialoog op gang, een gesprek met jezelf.

Als je toegeeft aan de ja-maars zullen ze uiteindelijk bijna vanzelf verdwijnen. Gunster heeft het over zeepbelletjes die omhoog dwarrelen en uiteenspatten.

Soms zal dat niet lukken. Dan is de weerstand te groot. Als coach kan ik je dan heel goed helpen.

 

 

5.  Behoud je gevoel voor humor

 

Als volwassene ben je snel geneigd om zaken serieus te nemen. Ik betrap mezelf daar ook regelmatig op.

Terwijl juist bij ja-maar humor je enorm kan helpen.

Ik moet daarbij denken aan kleine kinderen. Zij kunnen af en toe heerlijk ja-maren. Zeker op een bepaalde leeftijd.

Ik vind het dan mooi om te zien hoe je ze uit hun ja-maar kunt halen met humor. Dan is de ketting soms opeens gebroken en doorzien ze hun spel.

Wat dat betreft zouden we van hen kunnen leren en ons eigen spel met ja-maar kunnen relativeren.

 

 

 

Heb je het gevoel dat je je moeilijk los kunt maken van ja-maar? Dat je daarin blijft hangen en eigenlijk niet verder komt?

Kun je daarbij wel wat hulp gebruiken?

Bel (0575-544588 / 06 54762865) of e-mail me ([email protected]) voor het maken van een afspraak voor een oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Waarom het goed is om bij het geven van feedback de balans te bewaken tussen aardig zijn en openhartigheid

 

Constructieve feedback is belangrijk voor professionele groei en ontwikkeling. Of het nu gaat om prestatiebeoordelingen op je werk, feedback voor of van collega’s of bijvoorbeeld trainingen die je geeft of volgt.

Uit onderzoek blijkt dat er een verschil is tussen de feedback die mannen en vrouwen ontvangen. Vrouwen krijgen vaak vriendelijker feedback dan mannen. Dat lijkt misschien positief, maar het werkt ongelijkheid in de hand.

 

Feedback geven en ontvangen voor professionele groei

 

Gender gerelateerde verschillen

 

In het genoemde onderzoek moesten 1500 MBA-studenten, werknemers en managers feedback geven aan een werknemer. Die werknemer was voor alle deelnemers aan het onderzoek precies hetzelfde omschreven. Alleen heette de werknemer bij de ene helft van de onderzoeksgroep Sarah en bij de andere helft Andrew.

Het onderzoek laat een gender gerelateerd verschil zien in de feedback die vrouwen en mannen, in het onderzoek Sarah en Andrew, ontvangen. Vrouwen krijgen vaker vriendelijke feedback dan mannen. Ook krijgen vrouwen meer positieve feedback op teamprestaties dan op individuele prestaties. En als de feedback wel over henzelf gaat, dan krijgen ze meer vage, algemene en minder opbouwende terugkoppeling dan mannen.

Dat doet me denken aan de ervaring van een van mijn netwerkcontacten, een vrouwelijke manager. Van haar leidinggevende kreeg ze de feedback dat ze een goede vakvrouw is, maar een slechte manager. Op haar doorvraag wat maakt dat ze een slechte manager is, kreeg ze geen antwoord.

Omdat ze niet weet waar ze aan kan werken om een betere manager te worden, is de feedback van haar leidinggevende niet constructief. Ze kan er weinig tot niets mee.

 

 

Genderkloof in feedback en factoren die daaraan bijdragen

 

De genderkloof in feedback heeft deels te maken met sociale verwachtingen en stereotyperingen, maar misschien ook wel met angst voor reacties.

 

Sociale verwachtingen en stereotypering

Vrouwen worden vaak geassocieerd met eigenschappen als vriendelijkheid, zorgzaamheid, empathie en samenwerking. Die stereotypering kan van invloed zijn op de manier waarop vrouwen worden beoordeeld en de feedback die ze ontvangen. Feedbackgevers kunnen zich bewust of onbewust aanpassen aan deze sociale verwachtingen, door hun taalgebruik en toon af te stemmen op wat als ‘vrouwelijk’ wordt beschouwd.

Ik las in het boek ‘Het verborgen leiderschap van oudste dochters’ van Aike Borghuis:

Als je als oudste dochter de ambitie hebt om een leiderschapspositie in te nemen, dan zit je als het ware tussen twee verwachtingspatronen in: enerzijds die van een ‘goede leider’ en anderzijds die van een ‘goede vrouw’. Voldoe je aan het beeld van een leider, dan ben je als vrouw al snel bazig, agressief of een bitch. Voldoe je aan de kenmerken van een ‘goede vrouw’, dan ben je geen leiderschapsmateriaal. Dat maakt het complex: er worden twee eisen aan je gesteld die in de praktijk niet te verenigen zijn. Je kunt het dus nooit goed doen.

 

Angst voor reacties

Een andere mogelijke oorzaak van vriendelijkere feedback voor vrouwen is de angst voor negatieve reacties. Als gevolg van de historische ongelijkheid op de werkvloer en de strijd voor gendergelijkheid, kan het zijn dat mensen kiezen voor mildere feedback, uit angst voor seksisme of discriminatie. Zelfs als er ruimte is voor verbetering, ontwikkeling voor de persoon op wie de feedback gericht is.

 

 

Gevolgen van vriendelijkere feedback voor vrouwen

 

Vriendelijker feedback kan leiden tot beperkingen in groei en ontwikkeling van individuen, met name vrouwen.

Ook al kan die vriendelijker feedback in eerste instantie positief lijken.

Het ontvangen van vriendelijke feedback kan leiden tot een vertekend beeld van je werkelijke prestaties en ontwikkelmogelijkheden. Alleen of vooral vriendelijke feedback maakt het moeilijk om te weten waarin je je kunt verbeteren en welke ontwikkelgebieden extra aandacht vragen. Constructieve feedback is essentieel voor professionele groei.

Bovendien kan de genderkloof in feedback bijdragen aan genderongelijkheid op de werkvloer. Als vrouwen consequent vriendelijkere feedback ontvangen dan mannen, kan dit leiden tot minder erkenning van hun competenties en minder kansen voor loopbaanontwikkeling.

 

Het overmatig geven van vriendelijke feedback aan vrouwen kan leiden tot versterking van genderstereotypering.

En het idee dat vrouwen meer geschikt zijn voor bepaalde rollen en functies. Terwijl mannen worden gezien als meer geschikt voor uitdagendere taken. Dat kan bijdragen aan het in stand houden van ongelijkheid op de arbeidsmarkt en het beperken van de carrièremogelijkheden voor vrouwen.

 

 

Conclusie

 

Geven en ontvangen van feedback is cruciaal voor professionele groei en ontwikkeling. Het is belangrijk om je daarbij bewust te zijn van de mogelijke gender gerelateerde verschillen in de feedback die vrouwen en mannen ontvangen. Vriendelijke feedback kan positieve effecten hebben, maar kan ook beperkend zijn voor groei en gelijke kansen.

Het is de kunst om de balans te bewaken tussen aardig zijn en openhartigheid. En die balans te bewaken, ongeacht wie je voor je hebt en tegen wie je praat. Verschillende feedback, afhankelijk van of je een man of vrouw voor je hebt, roept problemen op.

Managers zouden bewust een poging moeten doen om feedback te geven, die zowel effectief als aardig is. Ongeacht het geslacht van de ontvanger. Uiteindelijk zijn zowel aardig zijn als openhartigheid noodzakelijke componenten van effectieve feedback.

 

 

 

Welke boodschap krijg jij bij herhaling als feedback terug van je omgeving?

Wil je die feedback maximaal gebruiken om er een optimaal leermoment van te maken?

Leg je vragen aan me voor in een oriënterend gesprek. Een afspraak daarvoor plan je in met deze link.

Ik hoor graag van je.

 

 

 

 

Wat je ervan weerhoudt om ergens vol voor te gaan

 

Ja-maar’, je hoort het vaak. In mijn vorige artikel gaf ik dat al aan. Misschien heb je je na het lezen van mijn artikel gerealiseerd, dat jij het ook met regelmaat zegt.

En dat terwijl ja-maar over het algemeen verlammend werkt. Althans, zeker als je op verkenning bent naar nieuwe mogelijkheden met betrekking tot werk.

Is het dan niet vreemd dat ja-maar zo gemakkelijk over je lippen komt?

Als je naar het effect van ja-maar kijkt is dat inderdaad zo. Als je begrijpt waar het vandaan komt, is het anders.

Kennelijk komt ja-maar vooral voort uit angst en de menselijke behoefte om zaken onder controle te houden.

Maar waar zijn wij over het algemeen dan zo bang voor?

 

Ja-maar, wat houdt je tegen©  foto: Martin Langbroek

 

Angst voor verandering, een belangrijke bron van ‘ja-maar’

 

Verandering brengt vaak onzekerheid met zich mee en is daardoor voor veel mensen een bron van angst.

Misschien herken je dat. We zeggen niet voor niets ‘Je weet wat je hebt, maar je weet niet wat je krijgt’. Je weet namelijk nooit met zekerheid hoe de toekomst eruit zal zien.

Ik zie dat geregeld bij mensen met betrekking tot hun werk. Ook al zijn ze niet happy met het werk dat ze doen, toch blijven ze vaak het liefst op hun vertrouwde plek. Temeer omdat bij een grote verandering de consequenties moeilijk zijn te overzien.

Zo herinner ik me een deelnemer aan een van de driedaagse trainingen. Als tekenaar werkte hij voor een grote standbouwer. Hij had zijn werkgever te kennen gegeven dat hij een nieuwe uitdaging aan wilde gaan als werkvoorbereider. Men gaf hem de kans en men wilde wel eens zien hoe hem dat verging.

Helaas voor hem, werd er na twee jaar een flinke streep door gezet. Hij werd weer tekenaar.

Dat bevredigde hem niet. Hij wilde een stap zetten in zijn carrière, hetzij bij zijn eigen werkgever, dan wel daarbuiten. Vandaar zijn deelname aan de training.

Tijdens de training werd heel duidelijk dat hij in zijn huidige werk absoluut onvoldoende tot zijn recht kwam. Toch was hij geneigd om zijn onvrede te relativeren. ‘Ja-maar het is een mooi bedrijf waarvoor ik werk. Het is een bedrijf dat over de hele wereld uitdagende projecten neerzet’.

Door zijn ja-maar’s is hij blijven zitten waar hij zat. Hij heeft ook geen werk gemaakt van ander werk. Inmiddels is hij ruim een jaar verder.

Ook al geeft zijn omgeving aan, dat het allesbehalve goed met hem gaat, kennelijk is voor hem de ‘pijn’ nog niet groot genoeg om daadwerkelijk stappen te zetten. En de onzekerheid tegemoet te gaan.

Bij outplacement is dat anders. Je hebt geen keuze, maar wordt gedwongen tot verandering.

Dat roept dan ook vaak angst op bij mensen. Dat is begrijpelijk. Je wordt gedwongen om het vertrouwde achter je te laten en werk te maken van iets nieuws.

Toch is outplacement, achteraf bekeken, voor mensen vaak een mooie kans om nieuwe wegen in te slaan. Uit zichzelf zouden ze het niet hebben gedaan.

 

 

Angst om buitengesloten te worden is ook een bron van ‘ja-maar’

 

Wij mensen zijn sociale wezens. Over het algemeen zijn we dan ook bang om buitengesloten te worden.

 

‘Ja-maar, ik heb gewoon geluk gehad’. Of ‘ja-maar, zo moeilijk was het niet’.

Je wilt vooral niet opvallen en zeker niet pronken met je succes. Terwijl je misschien wel heel hard hebt gewerkt om je doel te bereiken.

Dat blijkt vooral van toepassing te zijn voor vrouwen. Mannen stralen kennelijk eerder trots uit dan vrouwen.

Ik ben nou eenmaal heel goed.’ Typisch het antwoord van een man als hem gevraagd wordt waarom hij toch zoveel succes heeft. Een vrouw zegt meestal wat anders: ‘Dat ze geholpen is, dat ze geluk heeft gehad of dat ze hard heeft gewerkt’. Dat is althans de ervaring van Sheryl Sandberg, Chief Operation Officer bij Meta. Zij schreef het boek Vrouwen, werk en de weg naar succes.

Ik zie die valse bescheidenheid ook met regelmaat bij mijn coachklanten. Dat is jammer, want de bescheidenheid is dan niet terecht. Door trots te zijn op wat je neerzet plaats je jezelf niet apart.

 

‘Ja’ zeggen, maar ‘nee’ doen.

Jij kent ze vast ook, de ‘ja-maar zeggers’, bijvoorbeeld in vergaderingen. Eigenlijk gaan ze voor ‘nee’, maar ze zeggen ‘ja-maar’.

Vaak valt hun ja-maar niet direct op. Zij weten dit slim te verhullen door kritische vragen te stellen, te discussiëren en draagvlak te zoeken. Zodat ze niet buitengesloten worden.

 

 

Angst om iets niet goed te doen, eveneens een bron van ‘ja-maar’

 

Wist je dat we vooral bang kunnen zijn om een verkeerde beslissing te nemen?

En dat we de angst voor het onbekende proberen te reduceren door zoveel mogelijk onder controle te houden? Dat helpt niet om loopbaanbeslissingen te nemen en een stap vooruit te zetten.

Zo kan het gebeuren dat je geneigd bent om maar te blijven onderzoeken wat jouw mogelijkheden zijn op de arbeidsmarkt, uit vrees dat je mogelijkheden over het hoofd ziet en dus geen goede keuze maakt.

 

 

‘Ja-maar’ gedrag en ouder worden

 

Wist je dat voor de meesten van ons geldt, dat hoe ouder je wordt, hoe meer ja-maar gedrag je zult vertonen?

Hoe meer we geleerd hebben, hoe voorzichtiger we kennelijk te werk gaan.

Ik zie dat ook om me heen. Zo hechten vooral ouderen aan een vast contract. En leren ze jongeren dat een vast contract belangrijk is. Alhoewel je met een contract voor onbepaalde tijd nog geen permanente zekerheid hebt.

Werken op projectbasis of met een tijdelijk contract is voor jongeren over het algemeen veel vertrouwder dan voor de oude rotten. Wellicht voelen zij zich minder afhankelijk van een werkgever.  Bovendien hebben zij hun loopbaanvaardigheden over het algemeen beter ontwikkeld.

 

 

Hoe kun je nu zorgen dat je minder tijd kwijt raakt aan angst, paniek en gezeur, zoals Berthold Gunster dat noemt?

Daarover meer in mijn volgend artikel.

 

Ja- maar, weet je niet goed wat jij op de arbeidsmarkt te bieden hebt of welk werk bij jou past?

Bel (0575-544588 / 06-54762865) of e-mail ([email protected]) me voor een afspraak voor een oriënterend gesprek

 

 

 

 

Waarom we vaker moeten vragen ‘waarom?’ 

 

In het NRC van dinsdag 10 januari las ik een artikel van Harry Starren met als onderwerp
‘Waarom….. we vaker moeten vragen: waarom? “Goede adviseurs stellen de waarom-vraag vermomd in eindeloze herhaling. Coaches doen het ook”.

Waarom doen ze dat? Zo vraag je je wellicht af?

 

Ik heb een afspraak met Walter. Zijn arbeidscontract wordt niet gecontinueerd en ik heb met hem een gesprek om samen een  begeleidingstraject uit te stippelen.  

In het gesprek wordt me al snel duidelijk dat er eerst een andere hobbel genomen moet worden. Zijn werkgever heeft hem gevraagd om een berichtje te maken over zijn vertrek, dat de organisatie ingestuurd kan worden.

 

Het geheim van waarom-vragen

 

Walter zit daarmee in zijn maag. Enerzijds wil hij de organisatie niet afvallen en zich negatief uitlaten over de manier waarop hij toch min of meer aan de kant is gezet. Aan de andere kant wil hij trouw blijven aan zichzelf en oprecht communiceren over de reden van zijn vertrek.

Voor Walter is dat een dilemma. Hoe formuleer je zoiets? Al vragen stellend als coach en luisterend naar de antwoorden van Walter ontstaat er een beeld van hoe hij in de organisatie heeft gewerkt, waar hij met name van heeft genoten, waar zijn kracht ligt en wat er veranderd is door de reorganisatie en de functiewijziging.

Daardoor wordt ook helder wat hem belemmerde om optimaal te functioneren en te groeien en te bloeien in de nieuwe functie.

Op basis van de antwoorden van Walter formuleren we een aanzet tot een tekst, die als berichtje op intranet gezet kan worden. Walter is helemaal opgelucht. Hij had er enorm tegen op gezien en zat er mee in zijn maag.

Hij staat versteld van het resultaat en zegt dan ook “het zijn mijn eigen woorden, die ik nu op papier heb staan. Hoe kan het dat ik het zelf niet heb kunnen formuleren?”

 

Ja, hoe kan dat? De antwoorden op de vragen zaten immers al in hem opgesloten. Maar door de vragen zijn ze als het ware eruit gehaald. Dat is nu het mooie effect van het stellen van goede vragen.

 

 

Een vraag, met name ook de ‘waarom-vraag’ doet nadenken

 

Ze brengt je in wezen tot diepere lagen, waarin de antwoorden voor jou nog niet direct te grijpen zijn. Wellicht is het daar voor jou een grote brij waarin nog weinig structuur te ontdekken is.

Waarom spreekt een bepaalde functie je aan? Of waarom wil je iets graag? En waarom ben jij bij uitstek de geschikte kandidaat voor de functie? Of waarom moet de selecteur jou kiezen en niet iemand anders?

Waarom-vragen zijn lang niet altijd gemakkelijk te beantwoorden. Een waarom-vraag roept een rechtlijnig daarom-antwoord op, maar de werkelijkheid is vaak veel complexer.

Heb je eenmaal het voor jou passende antwoord op de vragen gevonden, dan voel je ook de kracht om er vol voor te gaan. Het antwoord geeft je energie en brengt je in beweging.

En het wonderlijke is, dat je het antwoord niet hoeft te bedenken. Zoals aangegeven, het zit al in je. Het is de kunst om dit antwoord naar boven te halen, eruit te halen.

 

 

Verplaats je eens in de rol van een beeldhouwer

 

Het creatieve proces begint al met het uitzoeken van een passend blok steen. Zo’n blok is niet zomaar een steen. Neen, zo’n steen heeft de beeldhouwer al iets te vertellen. Er zit al iets in en het is de kunst om dat eruit te halen.

Ben je daar als beeldhouwer toe in staat, dan ontstaat er iets moois, een werkstuk dat klopt. Een vorm die past bij het verhaal dat in de steen verborgen zit. Daardoor kan wat aanvankelijk gewoon een blok steen was, een prachtig kunstwerk worden.

 

 

In mijn werk als coach is het eigenlijk niet anders

 

De antwoorden op de vragen van de coach liggen opgesloten in de gecoachte zelf. Voor mij als coach de kunst om je te helpen die antwoorden eruit te halen, door het stellen van de juiste vragen. En dan lijken de antwoorden als vanzelf te komen.

Maar je kunt ook jezelf vragen stellen. Reflectie, bewust stil staan bij jezelf, stil staan om diepgang te krijgen en daarna vaart te kunnen maken. Het is de moeite waard om daar aandacht en tijd voor vrij te maken. Het geeft je vleugels, het geeft je energie. En het geeft je antwoorden op vragen waar je anders mee rond blijft lopen en die misschien onoplosbaar lijken.

Heb je de antwoorden op je vragen gevonden, dan kun je je ook overtuigd en overtuigend presenteren en profileren. Je positie thuis en op je werk zal daardoor zeker sterker worden.

 

Wat zijn jouw ervaringen? Ik lees het graag.

 

 

 

 

Op loopbaanadvies.net lees ik, als adviseur, de vraag van Hans. “Ik heb het boek van Marc Schabracq ‘Wat nu?’ gelezen en alle vragen beantwoord. Ik ben niet tot de kern gekomen. Zal ik misschien ook niet toelaten, als ik het alleen moet doen”. Hans vraagt zich af “Wat nu?”.

De ervaringen van Hans zijn geen uitzondering. Veel mensen hebben de hoop dat hun probleem wordt opgelost door het doorwerken van een zelfhulpboek. “Als ik alle opdrachten netjes uitwerk en doe wat er in het boek beschreven staat, dan komt de oplossing vanzelf”. Maar zo werkt het meestal niet. Waarom eigenlijk niet?

 

zelfhulpboek

 

Zelfhulpboeken worden veel verkocht

 

Loop maar eens een willekeurige boekwinkel binnen en kijk eens hoeveel er staan. Voor de meest uiteenlopende problemen is een zelfhulpboek te koop.

Ook over loopbaanvragen zijn er veel boeken te koop. Boeken met veelbelovende titels als ‘In dertig dagen uit je burnout’, ‘Een volle agenda, maar nooit druk’, ‘Aan het werk met je talent en je passie’. Een aanlokkelijk vooruitzicht. Wie wil dat niet? Geen wonder dat die boeken veel worden verkocht.

Als je worstelt met een probleem of vraag, is het heel begrijpelijk dat je in eerste instantie zelf probeert te komen tot een antwoord. Je denkt dan vaak dat een boek daarbij kan helpen. Bovendien is een boek gauw gekocht en sowieso veel goedkoper dan het inhuren van een coach.

Maar loop voor de aardigheid eens naar je eigen boekenkast en kijk eens welke zelfhulpboeken jij hebt staan. In hoeverre heb je ze gelezen? En heb je er ook echt iets mee gedaan?

 

 

Alhoewel zelfhulpboeken veel worden verkocht, wordt er maar bitter weinig echt mee gedaan

 

De onderzoekscijfers zullen je verbazen. Wist je dat maar 70% van de gekochte zelfhulpboeken daadwerkelijk gelezen wordt? En sterker nog, dat 95% van de lezers kennelijk niets doet met de inhoud? Misschien hoor jij bij die uitzonderlijke 5%. Als dat zo is, mijn compliment!

Maar heeft het bij jou gewerkt, is jouw probleem opgelost met het doorwerken van een boek? Heb je een antwoord gekregen op jouw vraag? Of verging het je zoals Hans? Of Michiel, nu een van mijn coachklanten.

In ons oriënterend gesprek vertelde Michiel mij zijn verhaal.

Michiel heeft het hele boek van Bolles “Welke kleur is jouw parachute?” doorgeploegd en alle opdrachten keurig uitgewerkt. Heel consciëntieus is hij met het boek aan de gang geweest. Hij heeft voor zichzelf al heel wat op een rij gezet, maar komt er alleen niet uit. Hij heeft nog geen antwoord op zijn loopbaanvraag en krijgt in zijn eentje niet helder wat hij nu echt wil.

 

 

Ook al is een zelfhulpboek theoretisch goed onderbouwd, de praktijk is vaak complexer dan de theorie

 

In een boek worden thematieken vaak rechtlijnig voorgesteld: werk de opdrachten uit, dan kom je als vanzelf tot het antwoord op je vraag.

Maar de weg is vaak niet zo rechtlijnig als wordt gedacht. En achter één vraag zitten vaak verschillende deelvragen, met voor iedereen weer andere accenten. Maar zelden sluit een boek dan ook aan op jouw specifieke, persoonlijke vraag.

Bovendien helpt een zelfhulpboek vooral om in dialoog te gaan met jezelf. Als je dat al kunt, want het is niet gemakkelijk om kritisch het gesprek aan te gaan met jezelf. Een boek geeft geen feedback en vraagt niet door. Het confronteert je ook niet met tegenstrijdigheden in jouw verhaal.

Daardoor loop je het risico te blijven hangen in het beeld dat jij van jezelf hebt. Je onderkent je eigen valkuilen en blinde vlekken niet. Zoals Hans het zo helder aangaf in zijn vraag “Zal ik misschien ook niet toelaten, als ik het alleen moet doen”. Wellicht een heel terechte opmerking van Hans, een opmerking die overigens wel getuigt van zelfkennis.

Het gevolg is dan ook vaak dat je niet echt in beweging en tot een oplossing komt met alleen het werken met een zelfhulpboek. Daarvoor zijn ook gesprekken met anderen nodig, de externe dialoog. Zoals Marlies, een van mijn studenten, het zo mooi verwoordde: “Achteraf moet ik zeggen dat mijn eigen gedachten en diverse gesprekken met anderen toch meer hebben opgeleverd dan het boek ‘Alles over loopbaanplanning’”.

 

 

Helpt een zelfhulpboek dan helemaal niet?

 

Een zelfhulpboek kan zeker wel een beetje helpen, maar stel je er niet teveel bij voor. Het is een eerste stap. Ga daarnaast gesprekken aan met anderen. Kom je er dan nog niet uit, raadpleeg dan een professional. Voor loopbaanvragen is dat een loopbaancoach.

 

Wat zijn jouw ervaringen met zelfhulpboeken en wil je ze delen? Ik zie je reacties graag tegemoet.