Wegkwijnen of bloeien op je werk?

Hoe je jouw persoonlijke biotoop in kaart brengt, de omgeving waarin jij groeit en bloeit

 

In gesprekken met coachklanten hoor ik geregeld dat ze niet happy zijn met het werk dat ze doen. Ze denken dan al gauw dat ze een andere koers moeten gaan varen, een andere richting in moeten slaan. Toch is dat vaak niet het geval.

Om je goed te voelen in je werk is niet alleen de inhoud belangrijk. Ook de omgeving waarin je werkt en de condities spelen daarbij een rol. Zoals planten een bepaalde omgeving en condities nodig hebben om optimaal te kunnen groeien en bloeien, zo heb jij dat ook. Planten hebben hun biotoop en jij hebt jouw persoonlijke biotoop. En het woord ‘persoonlijk’ zegt het al, die biotoop is voor iedereen verschillend.

 

foto credits: Martin Langbroek

 

Bij een slechte match met je persoonlijke biotoop kom je niet tot bloei.

 

Kijk maar eens naar een plant die op een voor haar verkeerde plek staat. De blaadjes verdrogen of gaan hangen. Als je niet voor andere condities zorgt, dan knakt de stengel of je plant verdroogt of verrot. De groei, de levenskracht gaat eruit. Bij mensen is dat helaas niet anders.

Neem Wouter. Wouter kwam in 2008 bij een nieuwe werkgever in dienst. Erop terug kijkend geeft hij aan, al vanaf het begin niet lekker in zijn vel te hebben gezeten. De cultuur was te bureaucratisch. Te veel vaste procedures, die in zijn ogen beter zouden kunnen. Overal verantwoording van af moeten leggen, te veel ad hoc opdrachten, te ambtelijk, weinig beslissingsbevoegdheid, stroperige communicatielijnen en lange beslissingstermijnen. Allemaal zaken die niet bij Wouter passen.

Wouter kon zijn plek dan ook niet vinden in deze organisatie. Hij kon niet groeien en bloeien. Integendeel, het werk kostte hem veel energie en het werk gaf hem weinig voldoening. Dat werd ook opgemerkt door zijn leidinggevende. In overleg werd zijn contract beëindigd en Wouter doorloopt bij mij nu een outplacementtraject.

Helaas worden we ons vaak pas bewust van wat we nodig hebben om goed te gedijen, als we vertoeven in een omgeving die minder goed bij ons past. Maar het is nooit te laat om bij te sturen. Ik heb dan ook menigeen zien opbloeien na een switch.

 

 

Breng voor jezelf in kaart wat voor jou de omgeving is waarin jij goed gedijt.

 

Hoe ziet jouw persoonlijke biotoop eruit, de omgeving die optimaal bij je past?

Stel jezelf de volgende vragen:

 

Vraag 1: Met wie werk je graag (en met wie niet)?

Schrijf eens op wat voor jou kenmerken zijn van mensen waar jij een voorkeur voor hebt. Denk daarbij bijvoorbeeld aan kenmerken als ondernemend, creatief, innovatief, op samenwerking gericht, durf om hun nek uit te steken.

Schrijf alles op wat in je opkomt. Het helpt om concrete personen voor de geest te halen. Met welke mensen werk jij prettig? Wat typeert hen?

En wat zijn kenmerken van mensen waar jij een aversie tegen hebt? Zijn dat bijvoorbeeld mensen die egocentrisch zijn, pietluttig of slecht kunnen luisteren?

Heb je al je voorkeuren voor mensen en aversies opgeschreven? Markeer dan de voor jou vijf belangrijkste kenmerken, zowel bij de voorkeuren als bij de aversies. Wat heb je echt nodig en wat moet je beslist vermijden?

 

Vraag 2: Welke werkomgeving vind jij prettig (en welke absoluut niet)?

Voor welke arbeidsomstandigheden heb jij een voorkeur? Houd je bijvoorbeeld van afwisseling qua werkplek en taken? Vind je het fijn om zelf je agenda te kunnen bepalen? Zijn ontwikkelingsmogelijkheden voor jou belangrijk?

En waar heb jij een aversie tegen? Heb je er een hekel aan om over alles verantwoording af te moeten leggen? Vind je het een ramp om steeds weer opgezadeld te worden met ad hoc opdrachten? Of voel je je helemaal opgesloten in een 9-5 cultuur?

Schrijf al je voorkeuren en aversies over arbeidsomstandigheden eens op. Ook bij deze stap markeer je de voor jou vijf belangrijkste. Wat heb je echt nodig en wat moet je vermijden?

 

Vraag 3: Voor welk type organisatie zou jij graag willen werken?

Zijn dat profit-organisaties of heb jij een voorkeur voor non-profit? Werk je het liefst in een productieomgeving of in de dienstverlening? Werk je graag in een dynamische, slagvaardige organisatie? Of bij een internationale organisatie misschien?

Ook hier, waar heb jij een aversie tegen? Een logge organisatie? Een chaotische organisatie, waarin het voortdurend onrustig is omdat er met alle winden wordt meegewaaid? Een ambtelijke, bureaucratische organisatie?

Noteer ook hierbij de kenmerken van organisaties. En highlight de vijf belangrijkste voorkeuren en aversies.

 

Als je je voorkeuren en aversies hebt geïnventariseerd, kun je bepalen wat je echt nodig hebt en wat je moet vermijden.

Dan kun je goed gedijen in je werk. Neem het op in het profiel van het werk dat je zoekt. En neem het mee in je onderzoek naar voor jou passende mogelijkheden op de arbeidsmarkt. Bij een goede match kun je tot bloei komen.

 

En zo voorkom je dat je, net als Wouter, op een voor jou verkeerde plek belandt. Je wilt toch niet wegkwijnen omdat de omgeving en de condities niet bij jou passen?

 

 

 

 

2 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *